Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
- a.
inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbende bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;
- b.
inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;
- c.
beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
- 1.
Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid.
- 2.
Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.
- 3.
Geen inspraak wordt verleend:
- a.
ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van eerder vastgesteld beleidsvoornemen;
- b.
indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
- c.
indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft.
- d.
inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet.
- e.
indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht.
- f.
indien het belang van inspraak niet opweegt.
- g.
inzake de voorbereiding van besluiten op grond van artikel 3.6 lid 1, onder a en b van de Wet ruimtelijke ordening (uitwerkingsplannen en wijzigingsplannen in bestemmingsplannen);
- h.
inzake de voorbereiding van structuurvisies als bedoeld in artikel 3.1 Wet ruimtelijke ordening;
- i.
inzake de voorbereiding van beheersverordeningen als bedoeld in artikel 3.8 Wet ruimtelijke ordening;
Artikel 3 Inspraakgerechtigden
Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.
Artikel 4 Inspraakprocedure
- 1.
Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
- 2.
Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.
Artikel 5 Eindverslag
- 1.
Ter afronding van de inspraak maakt het bestuursorgaan een eindverslag op.
- 2.
Het eindverslag bevat in elk geval:
- a.
een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
- b.
een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
- c.
een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.
- 3.
Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.
- 4.
De burgemeester vermeldt het eindverslag in zijn burgerjaarverslag.
Artikel 6 Intrekking oude verordening
De inspraakverordening d.d. 18 mei 1995 wordt ingetrokken.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt zes weken na de dag van bekendmaking in werking.
Artikel 8 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening gemeente Onderbanken 2004.