Organisatie | Den Helder |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening parkeerbelastingen |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Belastingen |
Geen
Gemeentewet, artikel 234
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 07-01-2011 | Nieuwe regeling | 11-11-2009 Stadsnieuws, 2009, 48 | RB09.0147 | |
01-01-2010 | 01-01-2011 | Nieuwe regeling | 11-11-2009 Stadsnieuws, 2009, 48 | RB09.0147 |
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen, dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorrijtuig, dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet (Stb. 1935, 554) aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene wiens naam in het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
De belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
Artikel 5 Wijze van heffing en termijn van betaling
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing van parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in
artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 maart 1996.
W. K. Hoekzema, voorzitter
J.D. de Bruin, secretaris.
Goedgekeurd bij besluit van 29 maart 1996, no. 96/4/u8. Afgekondigd op 10 april 1996, in werking getreden op 1 mei 1996.
In deze verordening zijn opgenomen de wijzigingen vastgesteld bij raadsbesluit van
Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen
1. Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedraagt:
Op terreinen en weggedeelten op de bij de verordening behorende kaart ingedeeld als zone 1:
per tijdsduur van 60 minuten: € 1,70
Op terreinen en weggedeelten op de bij de verordening behorende kaart ingedeeld als zone 2:
per tijdsduur van 60 minuten: € 1,10
Op terreinen en weggedeelten op de bij de verordening behorende kaart ingedeeld als zone 3:
per tijdsduur van 60 minuten: € 1,40
Op terreinen en weggedeelten op de bij de verordening behorende kaart ingedeeld als zone 4:
per tijdsduur van 60 minuten: € 1,10 *)
voor belanghebbenden woonachtig of bedrijf houdende in zone 4 en die in het bezit zijn van een belanghebbenden pas, per tijdsduur van 60 minuten: € 0,60
met een maximum van € 60,-- per jaar;
Op terreinen en weggedeelten op de bij de verordening behorende kaart ingedeeld als zone 5:
per tijdsduur van 60 minuten, met een maximum van 1 uur: € 1,70
2 Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedraagt:
a wanneer de aanvrager woont in een gebied waar mede door de vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en deze zijn gelegen in de tariefzone 1 en/of 2, voor het dichtst bij woning gelegen parkeerterrein, per jaar: € 35,00
b wanneer de aanvrager een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en deze zijn gelegen in de tariefzone 1 en/of 2 en aantoont dat het in het belang is van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren:
in zone 2 voor zes dagen per week € 175,00 per jaar (€ 15,00 per maand of gedeelte daarvan).
c wanneer de aanvrager woont in tariefzone 4a waar mede door de vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn:
voor zone 4a en zone 2c, € 35,00 per jaar (€ 8,84 per kwartaal of gedeelte daarvan);
d wanneer de aanvrager een beroep of bedrijf uitoefent in tariefzone 4a waar mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en aantoont dat het in het belang is van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren:
voor zone 4a en 2c, € 175,00 per jaar (€ 15,00 per maand of gedeelte daarvan).
de parkeertarieven voor het Bernhardplein en de voor het parkeren op dit plein af te geven abonnementen als volgt vast te stellen:
voor de eerste 2 uren € 1,70 per uur
voor ieder volgende uur € 2,10 per uur
een bedrijf van maandag t/m vrijdag € 440,00 per jaar