2.3 | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
2.3.1 | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.1.1.1 | indien de bouwkosten minder dan € 50.000 bedragen: | € 229,55 |
| vermeerderd met van de bouwkosten | 3,0 % |
2.3.1.1.2 | indien de bouwkosten € 50.000 tot € 100.000 bedragen: | € 229,55 |
vermeerderd met van de bouwkosten; | 3,2 % |
2.3.1.1.3 | indien de bouwkosten € 100.000 tot € 250.000 bedragen: | € 350,00 |
vermeerderd met van de bouwkosten; | 3,1% |
2.3.1.1.4 | indien de bouwkosten 250.000 tot € 500.000 bedragen: | € 600,00 |
vermeerderd met van de bouwkosten; | 3,0% |
2.3.1.1.5 | indien de bouwkosten € 500.000 of meer bedragen: | € 3.100,00 |
vermeerderd met van de bouwkosten; | 2,5 % |
| | |
| Overschrijving omgevingsvergunning bouwactiviteit | |
2.3.1.2. | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1., eerste lid, onder a, van de Wabo bedraagt: | € 100,00 |
| | |
| Verplicht advies agrarische commissie | |
2.3.1.3. | Indien onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bij de agrarische adviescommissie een advies moet worden ingewonnen worden de hieraan verbonden kosten bij de aanvrager in rekening gebracht. Dit bedrag wordt vooraf geraamd en bij de aanvrager bekend gemaakt. | |
| | |
| Achteraf ingediende aanvraag | |
2.3.1.4. | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 wordt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit verhoogd met: | 50 % |
| van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges, met een minimum van | € 500,00 |
| | |
| Beoordeling aanvullende gegevens | |
2.3.1.5 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: | € 200,00 |
| | |
| Buiten behandelingstelling aanvraag | |
2.3.1.6 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1. bedraagt het tarief voor het buiten behandeling stellen van een aanvraag die al in behandeling is genomen van de aanlegkosten, bouwkosten dan wel sloopkosten als bedoeld in hoofdstuk 2.1.1. met een minimum van: | 0,2 % € 148,50 |
| | |
| Verhogingen in verband met toetsing welstandscriteria | |
2.3.1.7 | Indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwactiviteit waarvoor een omgevingsvergunning moet worden verleend en hiervoor het advies van de Welstandscommissie moet worden ingewonnen. Wordt het overeenkomstig 2.3.1. berekende bedrag verhoogd met, indien de bouwkosten bedragen: | |
2.3.1.7.1 | Minder dan € 4.000,-- | € 30,00 |
2.3.1.7.2 | € 4.000,-- of meer, doch minder dan € 25.000,-- te vermeerderen met 2,00 promille van de bouwkosten* | € 51,00 |
2.3.1.7.3 | € 25.000,-- of meer, doch minder dan € 120.000,-- te vermeerderen met 1,10 promille van de bouwkosten* | € 77,00 |
2.3.1.7.4 | € 120.000,-- of meer, doch minder dan € 230.000,-- te vermeerderen met 1,10 promille van de bouwkosten* | € 123,00 |
2.3.1.7.5 | € 230.000,-- of meer, doch minder dan€ 455.000,-- te vermeerderen met 0,6 promille van de bouwkosten* | € 262,00 |
2.3.1.7.6 | € 455.000,-- of meer te vermeerderen met 0,25 promille van de bouwkosten* | € 494,00 |
* | Bedragen die verband houden met de welstandstoetsing worden verhoogd met € 25,00 administratiekosten en op € 5,00 naar boven afgerond. | |
| | |
| Extra welstandstoets | |
2.3.1.8 | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien zich tijdens de beoordeling van de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wijzigingen voordoen in het bouwplan en daarvoor een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is: | € 0,00 |
| | |
2.3.2 | Aanlegactiviteiten | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief: Indien de kosten welke zijn verbonden aan de uitvoering van de werken/werkzaamheden: | |
minder zijn dan € 2.000,-- | € 200,00 |
€ 2.000,-- of meer, maar minder zijn dan € 4.500,-- | € 300,00 |
€ 4.500,-- of meer, maar minder zijn dan € 10.000 | € 400,00 | |
€ 10.000,-- of meer | € 500,00 | |
| | |
2.3.2.1 | Verhogingen | | | |
| Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 5.6.1. wordt, indien de aanvraag van een aanlegvergunning: | | | |
2.3.2.1 | Krachtens wettelijk voorschrift slechts kan worden afgehandeld wanneer een archeologisch bodemrapport wordt beoordeeld, verhoogd met | € 238,15 | |
2.3.1.2 | Betrekking heeft op een werk of werkzaamheden ten aanzien waarvan artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3 ̊, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) wordt toegepast, verhoogd met | € 9.845,00 | | |
2.3.1.3 | Betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 2.12 lid 1a sub 1 ̊ of 2 ̊ of 3 ̊ van de Wabo wordt toegepast, verhoogd met | € 570,00 | | |
2.3.1.4 | Betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (vaststellen bestemmingsplan op aanvraag) op aanvraag wordt toegepast, verhoogd met: | € 6.505,00 | | |
2.3.1.5 | Betrekking heeft op een werk of werkzaamheid ten aanzien waarvan een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12, zesde lid, (ontheffing verbod uitwerkingsplan) van de Wet ruimtelijke ordening wordt verleend, verhoogd met: | € 570,00 | | |
2.3.1.6 | Het verschuldigde op grond van onderdeel 2.3.2. wordt, indien het betreft een aanvraag tot het verkrijgen van een aanlegvergunning van wederrechtelijk tot stand gebrachte werken of werkzaamheden, verhoogd met 50%. | |
| | | | |
| Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | | | |
2.3.3 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1: | | | |
2.3.3.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 570,00 | | |
2.3.3.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 770,00 | | |
2.3.3.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 9.835,00 | | |
2.3.3.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking): | € 570,00 | | |
2.3.3.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 570,00 | | |
2.3.3.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 570,00 | | |
2.3.3.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 570,00 | | |
2.3.3.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 570,00 | | |
2.3.3.9 | Indien artikel 3.6 eerste lid onder a van de Wet ruimtelijke ordening, (wijzigingsbevoegdheid) wordt toegepast van het op grond van onderdeel 2.3.1.1 verschuldigde bedrag | € 2.470,00 | | |
2.3.3.10 | Het verschuldigde bedrag op grond van artikel 2.3.1.1. wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (vaststellen bestemmingsplan op aanvraag) op aanvraag wordt toegepast, verhoogd met: | € 6.505,00 | | |
2.3.3.11 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1. wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.3 lid 1 van de Wabo (doorbreking aanhoudingsplicht) van de Woningwet wordt toegepast, verhoogd met: | € 570,00 | | |
2.3.3.12 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1. wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12, zesde lid, (ontheffing verbod uitwerkingsplan) van de Wet ruimtelijke ordening wordt verleend, verhoogd met: | € 640,00 | | |
| | | | |
| Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | | | |
2.3.4. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | | |
2.3.4.1 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking): | € 640,00 | | |
2.3.4.2 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking): | € 840,00 | | |
2.3.4.3 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking): | € 9.905,00 | | |
2.3.4.4 | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 640,00 | | |
2.3.4.5 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan): | € 640,00 | | |
2.3.4.6 | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving): | € 640,00 | | |
2.3.4.7 | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving): | € 640,00 | | |
2.3.4.8 | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit): | € 640,00 | | |
2.3.4.9 | Indien artikel 3.23 (ontheffing genoemd in Bro) van de Wet ruimtelijke ordening wordt toegepast | € 2.540,00 |
2.3.4.10 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1. wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.1 van de Wet ruimtelijke ordening (vaststelling bestemmingsplan op aanvraag) op aanvraag wordt toegepast, verhoogd met | € 6.575,00 |
2.3.4.11 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1. wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op ene bouwwerk ten aanzien waarvan artikel 3.3 lid 1 van de Wabo (doorbreking aanhoudingsplicht) van de Woningwet wordt toegepast, verhoogd met: | € 640,00 |
2.3.4.12 | Het verschuldigde bedrag op grond van onderdeel 2.3.1.1. wordt, indien de aanvraag betrekking heeft op een bouwwerk ten aanzien waarvan een ontheffing als bedoeld in artikel 6.12, zesde lid, (ontheffing verbod uitwerkingsplan) van de Wet ruimtelijke ordening wordt verleend, verhoogd met: | € 640,00 |
| | | | |
| In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | | | |
2.3.5 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 600,00 | | |
| | |
2.3.6 | Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten | | | |
2.3.6.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | | |
2.3.6.1.1 | voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument: | € 300,00 | | |
2.3.6.1.2 | voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht: | € 300,00 | | |
2.3.6.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | | |
2.3.6.3 | Indien de aanvraag betrekking heeft op: -bouwplannen gelegen in het bestemmingsplan Centrum 1989 -of een bouwplan waarvoor een monumentenvergunning is vereist en hiervoor het advies van de Welstandscommissie en/of de Commissie Monumenten en Binnenstad moet worden ingewonnen wordt het onder 2.3.6.1, vermelde bedrag verhoogd met | € 175,00 |
2.3.6.4 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1., eerste lid, onder f, van de Wabo bedraagt | € 100,00 |
| | | | |
2.3.7 | Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht | | | |
2.3.7.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief: | € 185,65 | | |
2.3.7.1.1 | in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo: | € 185,65 | | |
2.3.7.1.2 | in gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, | € 185,65 | | |
2.3.7.1.3 | Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het overschrijven van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, g, en 2.2 eerste lid onder 1a en 1b sub 1 ̊ en c van de Wabo bedraagt | € 100,00 | | |
| | | | |
2.3.7.2 | Asbesthoudende materialen | | | |
| Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.7.1.2 bedraagt het tarief, indien er een asbestinventarisatierapport is beoordeeld : | € 100,00 | | |
| | |
| sloopmelding | |
2.3.7.3 | Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een sloopmelding als bedoeld in artikel 8.2.1. van de Bouwverordening | € 100,00 |
| | | | |
| Aanleggen of veranderen weg | | | |
2.3.8 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.11 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 150,00 | | |
| | | | |
2.3.9 | Kappen | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 337,65 | | |
| | | | |
2.3.10 | Opslag van roerende zaken | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of een artikel in de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief: | | | |
2.3.10.1 | indien de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j, van de Wabo: | € 150,00 | | |
2.3.10.2 | indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder k, van de Wabo: | € 100,00 | | |
| | | | |
2.3.11 | Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 | | | |
2.3.11.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief: | € 34,00 | | |
2.3.11.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 | € 34,00 | | |
| | | | |
2.3.12 | Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, voor de periode van één jaar, bedraagt het tarief | € 100,00 | | |
2.3.12.1 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, voor de periode van meer dan één jaar, bedraagt het tarief | € 150,00 |
| | | | |
| Handelsreclame | | | |
2.3.12.2 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanbrengen van handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook die zichtbaar is vanaf een voor publiek toegankelijke plaats waarvoor ingevolge van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist en niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in artikel 2.3.1 bedraagt het tarief: | € 100,00 | | |
2.3.12.2.1 | Indien de activiteit bestaat uit het maken of voeren van die handelsreclame bedoeld in artikel 2.2., aanhef en lid 1, onder g van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 100,00 | | |
2.3.12.2.2 | Indien de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak wordt gemaakt of gevoerd, als bedoeld in artikel 2.2., aanhef en lid 1, onder h van de Wabo bedraagt het tarief: | € 100,00 | | |
| | | | |
2.3.13 | Andere activiteiten | | | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling: | | | |
2.3.13.1 | behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 100,00 | | |
2.3.13.2 | behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | € 100,00 | | |
2.3.13.2.1 | als het een gemeentelijke verordening betreft: | € 100,00 | | |
2.3.13.2.2 | als het een provinciale of waterschapsverordening betreft: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de eerste volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | | |
| | | | |
| Omgevingsvergunning in twee fasen | | | |
2.3.14 | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | | | |
2.3.14.1 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | | | |
2.3.14.2 | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | | | |
| | | | |
2.3.15 | Beoordeling bodemrapport | | | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld: | | | |
2.3.15.1 | voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport | € 187,25 | | |
2.3.15.2 | voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport | € 187,25 | | |
2.3.15.3 | Voor de uitvoering van een historisch bodemonderzoek | € 74,90 | | |
2.3.15.4 | Voor het beoordelen van de onderzoeksopzet van het verkennend bodemonderzoek | € 36,50 | | |
2.3.15.5 | Voor de beoordeling van de resultaten van een saneringsplan | € 224,70 | | |
2.3.15.6 | Bij saneringskosten van ten hoogste € 100.000,-- | | | |
2.3.15.6.1 | Voor beoordeling nader (sanerings)onderzoek | € 302,75 | | |
2.3.15.6.2 | Voor beoordeling saneringsplan | € 302,75 | | |
2.3.15.7 | Bij saneringskosten tussen € 100.000 en € 500.000 | | | |
2.3.15.7.1 | Voor beoordeling nader (sanerings)onderzoek | € 584,95 | | |
2.3.15.7.2 | Voor beoordeling saneringsplan | € 584,95 | | |
2.3.15.8 | Bij saneringskosten hoger dan € 500.000 | | | |
2.3.15.8.1 | Voor beoordeling nader (sanerings)onderzoek | € 1.169,85 | | |
2.3.15.8.2 | Voor beoordeling saneringsplan | € 1.169,85 | | |
| | | | |
2.3.16 | Advies | | | |
2.3.16.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | | |
2.3.16.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.17.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | | |
| | | | |
2.3.17 | Verklaring van geen bedenkingen | | | |
2.3.17.1 | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo: | | | |
2.3.17.1.1 | indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: | € 100,00 | | |
2.3.17.1.2 | indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | | | |
2.3.17.2 | Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | | | |
| | | | |