Organisatie | Etten-Leur |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2011 |
Citeertitel | Verordening parkeerbelastingen 2011 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Financien |
Externe bijlagen | Verordening parkeerbelastingen 2011 Tarieventabel Kaart met de zonering betaald parkeren en overige parkeerregulerende maatregelen |
Datum van ingang heffing 01-01-2011
Deze regeling vervangt de Verordening parkeerbelastingen 2010
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-12-2010 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 08-11-2010 Etten-Leurse Bode, 28-11-2010 | MID | |
01-01-2012 |
|
De raad van de gemeente Etten-Leur; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 oktober 2010; gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Etten-Leur; besluit vast te stellen de volgende verordening:
Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2011
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:
zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat 1e als een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd; 2e als blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, als deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.
Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak
De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.
De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen
De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.
De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 52,--.
Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelasting.
Behorende bij de verordening op de heffing en invordering van parkeerbelasting.
De kosten als bedoeld in artikel 9 van de verordening, zijnde de kosten van de naheffingsaanslag, zijn als volgt opgebouwd.
Uitgangspunt is 2.000 naheffingsaanslagen voor het jaar 2011.
Met ingang van 1 januari 2011 bedraagt het wettelijk maximaal tarief van de naheffingsaanslag € 52,--.
In de begroting 2011 zijn de kosten welke te maken hebben met controle parkeren (inclusief kosten naheffingsaanslag, incassokosten, en dergelijke) geraamd op € 114.000,--.
Per naheffingsaanslag zijn de kosten te berekenen op € 114.000,-- : 2.000 is € 57,--.
Zonering betaald parkeren en overige parkeerregulerende maatregelen
Kaart met de zonering betaald parkeren en overige parkeerregulerende maatregelen