Organisatie | Enkhuizen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsverordening Enkhuizen 2000 |
Citeertitel | Bezoldigingsverordening Enkhuizen 2000 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | salaris, toelage, loon, |
Geen
Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Enkhuizen, artikel 3:1
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2000 | Nieuwe regeling | 06-12-1999 Noordhollands weekblad, 15-12-1999 | vs1999133 |
De raad van de gemeente Enkhuizen;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 1 november 1999, nummer: 133;
gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Enkhuizen;
gehoord de Commissie voor Georganiseerd Overleg;
gelet op de artikelen 147 en 192 van de Gemeentewet;
vast te stellen de navolgende verordening “Bezoldigingsverordening Enkhuizen 2000”
Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.
Het salaris van de ambtenaar met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem zou gelden bij een volledige betrekking.
De salarissen van de ambtenaren wier salaris niet bij of krachtens de wet is geregeld, worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Enkhuizen of indien voor zijn betrekking een vast bedrag geldt, dit bedrag, opgenomen in de bij deze verordening behorende bijlage B.
De ambtenaar wordt ingedeeld in de functie salarisschaal tenzij de ambtenaar de functie nog niet volledig uitoefent en/of tenzij zijn wijze van functioneren zich nog daartegen verzet, blijkens een personeelsbeoordeling. In dit geval wordt of blijft de ambtenaar in principe voor ten hoogste één jaar ingedeeld in de naastlagere schaal.
Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid, dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Enkhuizen, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem geldende salarisschaal.
Het salaris van de ambtenaar die voldoende functioneert wordt binnen de voor hem geldende salarisschaal jaarlijks per 1 januari periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag, tenzij anders wordt bepaald.
Aan de ambtenaar die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend op grond van zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking, blijkens een personeelsbeoordeling.
Wanneer de ambtenaar overgaat naar een salarisschaal met een hoger maximumsalaris, wordt:
voor de ambtenaar, als bedoeld in artikel 3:1, derde lid onder b, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Enkhuizen, het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op het eersthogere bedrag in die schaal, waarmee gerealiseerd wordt dat het verschil tussen het nieuwe salaris en het oude salaris van de ambtenaar tenminste 75% bedraagt van het verschil tussen het bedrag dat de ambtenaar laatstelijk genoot en het naasthogere bedrag in die oude schaal, dan wel het naastlagere bedrag in die oude schaal, indien het salaris in de oude schaal reeds overeenkwam met het hoogste bedrag uit die schaal.
Het salaris van de stadsbeiaardier wordt door burgemeester en wethouders bepaald overeenkomstig de salarisnormen en arbeidsvoorwaarden voor beiaardiers vastgesteld door het bestuur van de Nederlandse Klokkenspelvereniging.
Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, blijkens een personeelsbeoordeling, kan aan hem een gratificatie als bedoeld in artikel 15:1:28 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Enkhuizen worden toegekend.
Aan een ambtenaar die wordt belast met een project, wat een extra inspanning vraagt, kan een tijdelijke persoonlijke toelage worden toegekend.
Aan de ambtenaar kan om redenen van werving of behoud een toelage worden toegekend.
Aan de ambtenaar wordt ingeval van waarneming een waarnemingstoelage toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Enkhuizen.
Aan de ambtenaar wordt ingeval van overwerk een overwerkvergoeding toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Enkhuizen.
Voor het zich beschikbaar houden ten behoeve van de gladheidsbestrijding ontvangen de porders en de strooiers jaarlijks een vergoeding.
De porders: een netto-vergoeding berekend naar 275 uur van 25% van het netto-uurloon behorende bij reeksnummer 14 en een telefoonkostenvergoeding van 25% van de kosten van een jaarabonnement van de telefoonaansluiting en f 50,-- gesprekskosten;
de strooiers: een netto-vergoeding berekend naar 185 uur van 25% van het netto-uurloon behorende bij reeksnummer 14 en een telefoonkostenvergoeding van 25% van de kosten van een jaarabonnement van de telefoonaansluiting.
De ambtenaar die buiten de werktijdenregeling als bedoeld in artikel 4:1 en 4:2 van de arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente Enkhuizen ingevolge een schriftelijke aanwijzing van burgemeester en wethouders zich bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te verrichten, wordt een toelage toegekend.
De ambtenaar die met ruimingswerkzaamheden op de algemene begraafplaats is belast komt voor een nader door burgemeester en wethouders vast te stellen vergoeding per ruiming in aanmerking.
Een kledingvergoeding wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in de regeling “kledingvergoeding gemeente Enkhuizen”.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt aan de ambtenaar van 60 jaar of ouder wiens bezoldiging als gevolg van het buiten zijn toedoen beëindigen of verminderen van een toelage – als bedoeld in artikelen 23, 24 en 25 en – een blijvende verlaging ondergaat, een blijvende toelage toegekend, indien de ambtenaar de toelage – als bedoeld in artikelen 23, 24 en 25 – direct voorafgaande aan het tijdstip van vorenbedoelde beëindiging of vermindering ervan gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking heeft genoten.
De in het eerste lid bedoelde aflopende toelage gaat, wanneer de ambtenaar de leeftijd van 60 jaar bereikt en hij onmiddellijk voor de aanvang van die toelage gedurende ten minste 10 jaren zonder wezenlijke onderbreking een toelage – als bedoeld in artikelen 23, 24 en 25 – heeft genoten, over in een blijvende toelage als bedoeld in het vorige lid.
Nota-toelichting Toelichting bezoldigingsverordening
De “Bezoldigingsverordening Enkhuizen 1985” is in de raadsvergadering van 7 oktober 1985 vastgesteld en met ingang van 1 januari 1985 in werking getreden.
Deze bezoldigingsverordening is in de loop der jaren gewijzigd en bedoelde wijzigingen zijn niet integraal in de regeling opgenomen, wat de leesbaarheid niet bevordert.
De bezoldigingsverordening is daaraan aangepast , gemoderniseerd en in overeenstemming gebracht met de nieuwe regelgeving. Daarbij is gebruik gemaakt van de voorbeeld- bezoldigingsverordening van het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Bij onderdeel a wordt verwezen naar artikel 2:5:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Enkhuizen.
Bij het begrip bezoldiging (onderdeel f) wordt eenvoudigheidshalve verwezen naar artikel 3:1 van de Arbeidsvoorwaardenregeling Enkhuizen. Hierin wordt bezoldiging gedefinieerd als: het salaris vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen –
niet zijnde onkostenvergoedingen – als omschreven in het eerste lid van de bedoelde regeling [dus als omschreven in de lokale bezoldigingsverordening], alsmede het bedrag van de functioneringstoelage en waarnemingstoelage. Op grond van deze bezoldiging vallen alle
toelagen van de hoofdstukken II en III onder het begrip bezoldiging. Dan blijven nog over de gratificatie, de groepsgratificatie en de overwerkvergoeding, die een incidenteel karakter dragen.
Deze vallen niet onder het begrip bezoldiging.
Er is bewust voor gekozen om te verwijzen naar bijlagen II en IIa van de
Arbeidsvoorwaardenregeling van de gemeente en niet naar bijlagen toegevoegd aan de bezoldigingsverordening. Het voordeel is dat als de bijlagen II en IIa wijzigen, dit automatisch wordt meegenomen voor de bezoldigingsverordening.
In het eerste lid wordt wat betreft de toepassing van bijlagen II en IIa eenvoudigheidshalve verwezen naar artikel 3:1, derde tot en met vijfde lid, van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Enkhuizen.
Er is niet voor gekozen om de tekst van deze leden te verwerken in de bezoldigingsverordening.
In de artikelen 6 en 7 zijn de bepalingen betreffende jeugdsalarissen geschrapt, omdat per 1 januari 1999 de jeugdsalarissen zijn afgeschaft.
In artikel 7 t/m 9 wordt respectievelijk geregeld: periodieke verhoging, extra periodieke verhoging en het onthouden van een periodieke verhoging.
In deze artikelen is gekozen voor een andere terminologie dan in het verleden: voldoende functioneren (artikel 7), zeer goede of uitstekende vervulling van de betrekking (artikel 8) en onvoldoende functioneren (artikel 9). Het gaat er om een rangorde aan te brengen in de wijze
De beslissing tot het toekennen van een extra periodieke verhoging, dan wel het onthouden ervan, moet zijn gebaseerd op een personeelsbeoordeling.
In dit artikel wordt de overgang naar een hogere schaal geregeld.
Het eerste lid onder b geeft de aanvullende regels voor de nieuwe salarisstructuur weer (zie ook LOGA-brief van 20 december 1995, nummer Lbr. 95/259). Binnen de nieuwe salarisstructuur wordt de ambtenaar, bij overgang naar een hogere schaal, ingeschaald op het naast hogere bedrag in de nieuwe schaal. Echter, in het geval dat het verschil tussen dit naast hogere bedrag en het oude salaris minder bedraagt dan 75% van het salarisverschil tussen het bedrag dat de ambtenaar aan salaris zou hebben ontvangen indien hij niet zou zijn overgegaan naar de nieuwe schaal, maar in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen, en het bedrag
van zijn oude salaris, wordt de ambtenaar in de nieuwe schaal ingeschaald op het bedrag dat direct volgt op het naasthogere bedrag.
Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe Gemeentewet is de centrale vaststelling van het salaris voor de functie van gemeentesecretaris vervallen en dient iedere gemeente die zelf te regelen.
Dit dient wel te passen in de totale salarisopbouw van de gemeentelijke organisatie. De Vereniging van Gemeentesecretarissen heeft de gemeente aanbevolen het salaris vast te stellen op de salarisschaal welke direct onder de salarisschaal van de burgemeester is gelegen.
In artikel 12 wordt het salaris van de stadsbeiaardier geregeld.
In dit artikel wordt de inschaling van de werknemers-EWLW2-regeling geregeld.
Indien de arbeidsplaatsen worden gecreëerd bij de gemeente zelf, is de gemeentelijke rechtspositie volledig van toepassing.
De inschaling van de werknemers, die in het kader van de EWLW-regeling worden aangesteld, dient te geschieden op het laagste bedrag van schaal 1, welk bedrag op 1 januari 1999 op een hoger niveau ligt dan 100% WML3. Artikel 7, lid 1c van de EWLW-regeling biedt hiervoor de ruimte. Hierin is namelijk bepaald dat van de 100% WML-beloning bij aanvang van de dienstbetrekking mag worden afgeweken, met een algehele loonsverhoging op basis van een collectieve afspraak voorzover het loon met die verhoging niet meer bedraagt dan 103% WML.
De beloning van de EWLW-werknemers ligt tussen de 100% en de 130% WML. Hiermee kan de gemeentelijke Schaal I, zoals die op 1 januari 1999 geldt, worden doorlopen. Het maximum van schaal I blijft onder de grens van 130% WML. De CAR/UWO is ook hierop van toepassing.
Instrumenten van flexibele beloning
In artikel 14 t/m 16 worden de volgende instrumenten van flexibele beloning geregeld: gratificatie, tijdelijke persoonlijke toelage, persoonlijke toelage na het bereiken van de maximum functionele schaal. Al deze instrumenten hebben als kenmerk dat hiermee op flexibele wijze kan worden
gedifferentieerd in beloning. De flexibiliteit zit in het tijdelijke karakter van deze instrumenten. Dit in tegenstelling tot het toekennen van (extra) periodieken, dat een structureel karakter heeft.
2 EWLW : Extra werkgelegenheid voor langdurig werklozen (de melkert-regeling)
In de artikelen 14 t/m 16 worden bewust geen maxima ingevuld in de vorm van bedragen, percentages van salaris etc, om zo deze instrumenten op een maximale flexibele wijze te kunnen inzetten.
In de artikelen 14 en 16 is opgenomen dat de toepassing van een beloningsinstrument is gebaseerd op een personeelsbeoordeling.
Artikel 18 biedt de mogelijkheid om nadere regels te stellen voor de toepassing en de hoogte van de beloningsinstrumenten.
Artikel 19 regelt dat bij beëindiging van (een van) de instrumenten van flexibele beloning geen afbouwregeling wordt toegepast. De gedachte hierachter is dat als de ambtenaar niet meer goed functioneert, de extra beloning zonder meer komt te vervallen.
IV Overige toelagen en vergoedingen
In de artikelen 20 t/m 28 worden respectievelijk geregeld: waarnemingstoelage, overwerkvergoeding, overwerkvergoeding (verplicht) bijwonen van vergaderingen of bijeenkomsten, toelage onregelmatige dienst, consignatievergoeding, grafruiming, rijwielvergoeding en kledingvergoeding.
De waarnemingstoelage, overwerkvergoeding, onregelmatige dienst hebben een grondslag in de CAR en/of de UWO.
Voor de overige vergoedingen is besluitvorming in het verleden in deze verordening opgenomen.
In artikel 29 wordt de afbouwtoelage voor het wegvallen of verminderen van de toelage onregelmatige dienst en consignatievergoeding geregeld.
Er is juist voor gekozen om bij deze toelagen een afbouwtoelage toe te kennen, omdat deze toelagen sterk zijn gerelateerd aan de uitoefening van bepaalde functies en het wegvallen of verminderen de betreffende ambtenaar (ervan uitgaande dat het buiten zijn toedoen gebeurt)
onevenredig veel schade berokkent. Er is gekozen voor een aflopende afbouwtoelage in plaats van een garantieregeling, om ervoor te zorgen dat er geen sprake is van een eindeloze compensatie. De stapsgewijze afbouw bedraagt het eerste jaar 75%, het tweede jaar 50% en het derde jaar 25%. Het vierde jaar wordt niets meer uitgekeerd.