Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Onderbanken

Ambtseed gemeente Onderbanken 2004

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOnderbanken
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAmbtseed gemeente Onderbanken 2004
CiteertitelAmbtseed gemeente Onderbanken 2004
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Datum inwerkingtreding bij benadering

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

15-12-200401-01-2021Onbekend

14-12-2004

Onbekend

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Ambtseed gemeente Onderbanken 2004

Het college van Onderbanken;

  • -

    gelet op het bepaalde in artikel 15:1:2 van de CAR/UWO;

  • -

    gelet op het instemmende besluit van de ondernemingsraad

B E S L U I T :

de navolgende ambtseed gemeente Onderbanken 2004 vast te stellen.

Ik beloof als ambtenaar plechtig het volgende:

1.

Ik zal de gerechtigheid dienen.

2.

Ik zal trouw zijn aan de grondwet en de overige wetten van het rijk.

3.

Ik zal mij inzetten voor het welzijn en de rechten van alle burgers van Onderbanken.

4.

Ik zal onpartijdig handelen en de democratische beginselen en procedures respecteren.

5.

Ik ben loyaal ten opzichte van de bestuursorganen van Onderbanken en het door hen vastgestelde beleid.

6.

Ik zal van de overheidsmacht die mij is toevertrouwd geen misbruik maken.

7.

Ik zal zorgvuldig omgaan met informatie.

8.

Ik zal de geloofwaardigheid van het ambt niet schaden.

9.

Ik zal het vertrouwen, dat de burger in mij mag stellen, niet beschamen.

10.

Ik zal me een zelfstandig oordeel vormen over de morele juistheid van mijn handelen.

Dat verklaar en beloof ik

Of

Zo waarlijk helpe mij God Almachtig

Of

Zo waarlijk helpe mij Allah de erbarmer de barmhartige

Of

Verwijzing naar andere godsdienst

Aldus besloten in de collegevergadering van 14 december 2004

De burgemeester

de secretaris

Een toelichting bij de 10 artikelen van de ambtseed gemeente Onderbanken 2004

0. Ik beloof plechtig

Door de eed af te leggen engageert een ambtenaar zich persoonlijk. Hij geeft aan zich bewust te zijn van het belang en de bijzonderheid van het ambt en belooft dat ambt niet te misbruiken maar te goeder trouw uit te oefenen.

1. Ik zal de gerechtigheid dienen.

Dit eerste artikel vat alle volgende artikelen samen en toetst ze gelijk kritisch. De gerechtigheid ligt als maat ten grondslag aan de overheid en dus aan het handelen van de ambtenaar. Een ambtenaar dient de gerechtigheid door trouw te zijn aan de wet, zich in te zetten voor het welzijn en de rechten van burgers, onpartijdig te handelen, etc. Tegelijk scherpt dit artikel als vraag het kritisch vermogen: dient dit werkelijk de gerechtigheid? De overheid probeert voor iedereen een minimum aan vrijheid, rijkdom en geluk te garanderen en gelijke kansen op meer. Heeft een ambtenaar gerede twijfel over of iets dat hij doet deze gerechtigheid dient, dan stelt hij dit binnen de gemeentelijke organisatie aan de orde.

2. Ik zal trouw zijn aan de grondwet en de overige wetten van het rijk.

Een ambtenaar is iemand die zich er van bewust is dat hij trouw moet zijn aan de wet, dat hij getrouwd is met de wet. Als hij de wet breekt is dat ontrouw. Trouw aan de wet betekent in de eerste plaats trouw aan de Grondwet omdat hierin de rechten en beginselen van onze samenleving zijn verankerd. Daarnaast betekent trouw aan de wet ook trouw aan de overige wetten, in het algemeen aan de wetten met wier uitvoering en handhaving hij is belast.

3. Ik zal mij inzetten voor het welzijn en de rechten van alle burgers van de gemeente Onderbanken.

De gemeenteambtenaar schept de gemeente als collectieve voorziening. Alle burgers maken er gebruik van, zijn van de gemeente afhankelijk voor hun levenskwaliteit. De gemeente vormt het cultuurmilieu waarbinnen de burger zijn eigen leven leidt, zelfstandig keuzes maakt.

De harde kern van dat cultuurmilieu vormen de rechten van de burgers. De ambtenaar beschermt ze tegen andere burgers, maar ook tegen de overheid zelf. Vanzelfsprekend geldt dat de ambtenaar zich inzet voor alle burgers van Onderbanken, ongeacht ras, etniciteit, seksuele geaardheid, geslacht, leeftijd, religie; er worden geen (groepen van) burgers uitgesloten of achtergesteld.

4. Ik zal onpartijdig handelen en de democratische beginselen en procedures respecteren.

De politieke voorkeur van een ambtenaar mag geen invloed hebben op zijn handelen. Hij mag de partij van zijn keuze op geen enkele manier bevoordelen. Van een ambtenaar mag verder verwacht worden dat hij meewerkt aan de democratische besluitvorming en bijdraagt aan de kwaliteit daarvan. Dat betekent dat hij het besluitvormingsproces niet frustreert of vertraagt door informatie achter te houden. Het betekent ook dat hij geen pogingen doet het besluitvormingsproces op oneigenlijke wijze te beïnvloeden. Positief geformuleerd betekent het dat hij bestuur en raad onbevangen, onpartijdig en naar eer en geweten op basis van zijn expertise en ervaring adviseert en informeert.

5. Ik ben loyaal ten opzichte van de bestuursorganen van de gemeente Onderbanken en het door hen vastgestelde beleid.

De ambtenaar zet er zich bijvoorbeeld voor in dat het programma van het college van burgemeester en wethouders wordt verwezenlijkt. Hij doet dat met de inzet van al zijn kennis en vaardigheden. Hierbij geldt een belangrijke kanttekening. Het loyaal zijn betekent niet dat de ambtenaar klakkeloos moet uitvoeren wat hem wordt voorgelegd. Hij mag, nee, hij moet kritisch zijn en zonodig deskundig weerwoord geven. Van de ambtenaar wordt verwacht dat hij - zeker op zijn vakgebied - zijn professionele verantwoordelijkheid neemt.

6. Ik zal van de overheidsmacht die mij is toevertrouwd geen enkel misbruik maken.

De overheid mag als enige organisatie met geweld dreigen en gebruikt soms ook geweld. De overheid bezit het belastingmonopolie. Uiteraard mag de overheid geen misbruik maken van deze monopolieposities door de macht die zij heeft voor oneigenlijke doeleinden te gebruiken. Wat geldt voor de overheid als geheel geldt evenzeer voor de individuele ambtenaar. Fraude, corruptie en machtsmisbruik zijn uit den boze. Fraude en corruptie zijn zelfs strafbaar en worden waar mogelijk strafrechtelijk vervolgd.

7. Ik zal zorgvuldig omgaan met informatie

De toenemende concentratie van informatie over burgers bij de overheid vraagt van de ambtenaar uiterste zorgvuldigheid in de omgang hiermee. Dergelijke informatie mag alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor ze door de burger ter beschikking is gesteld. Het uitlekken van dergelijke informatie dient dan ook te worden verhinderd.

Gaat het niet om informatie met betrekking tot individuele burgers, maar om informatie met betrekking tot de overheid, de wetten en het beleid dan dient zoveel mogelijk openheid te worden betracht. De gemeentelijke organisatie dient naar de geest van de Wet Openbaarheid Bestuur te handelen. Dat sluit natuurlijk niet uit dat bepaalde informatie tijdelijk een vertrouwelijk karakter krijgt en door de ambtenaar als zodanig moet worden behandeld.

8. Ik zal de geloofwaardigheid van het ambt niet schaden

Een ambtenaar schaadt de geloofwaardigheid van het ambt als hij zijn functie niet goed vervult. Daarnaast maakt de geloofwaardigheid van het ambt het noodzakelijk eisen te stellen aan de nevenwerkzaamheden en tot op zekere hoogte zelfs aan de privé-activiteiten van ambtenaren. Het gaat vooral om zaken die de onafhankelijkheid van een ambtenaar kunnen aantasten of tot belangenverstrengeling leiden. Zelfs de schijn van belangenverstrengeling dient waar mogelijk te worden vermeden.

9. Ik zal het vertrouwen dat de burger in mij mag stellen, niet beschamen.

De overheid is aangewezen op de vrijwillige medewerking van de burger. Het vertrouwen dat de burger in de overheid heeft, is daarom van essentieel belang. Als een ambtenaar de wet niet uitvoert, of fouten in het beleid laat passeren, of zich laat omkopen, is hij het vertrouwen van de burger niet waard en verspeelt hij het. De schade die hij daarmee aanricht gaat verder dan het incident in kwestie. Hij ondergraaft de rechtstaat en de democratie.

10. Ik zal me een zelfstandig oordeel vormen over de morele juistheid van mijn handelen.

Het ambtenaarschap vraagt van degene die het uitoefent vaak om zelfstandig na te denken over wat moreel juist is. De taak de gerechtigheid te dienen heeft dat als kritisch effect.

De artikelen die volgen op het eerste artikel laten zich lezen als een uitleg van dat eerste, het gerechtigheidartikel. Desondanks vervangt het opvolgen van wat de ambtenaar in de eed belooft het eigen oordeel niet.

Er blijft altijd interpretatie-, beslissings- en handelingsruimte over hoe nauwkeurig de wet, of het beleid ook is. Bovendien kunnen er situaties optreden waarin de ambtenaar niet tegelijkertijd aan alle belangen kan voldoen. Dan moet hij zich een oordeel vormen welk belang op dat moment het grootste gewicht verdient. Ten slotte komt het voor dat er andere morele overwegingen dan die in de eed opgesomd in de situatie een grote rol blijken te spelen.

11. of andere religieuze verwijzing

Tot nu toe kon de eed in twee versies worden afgelegd: seculier, zonder godsdienstige verwijzing, of Christelijk. Bij het afleggen van de nieuwe eed worden ook andere religieuze verwijzingen toegestaan. Moslims kunnen er dan bijvoorbeeld voor kiezen om de eed af te leggen met de woorden “zo waarlijk helpe mij Allah de erbarmer de barmhartige” . De procedure rondom de ambtseed moet zodanig zijn ingericht, dat een ambtenaar vooraf kan aangeven of hij naar een godsdienst wil verwijzen en zo ja, naar welke.