Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Brielle

Verordening op de vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van burgemeester

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBrielle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van burgemeester
CiteertitelVerordening op de vertrouwenscommissie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 61,

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

17-04-2002Nieuwe regeling

16-04-2002

Briels Nieuwsland

I

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van burgemeester

De raad van de gemeente Brielle,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Brielle van 10 april 2002 volgnummer: 51;

gelet op: artikel 61 e.v. van de Gemeentewet, alsmede de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 21 november 2001, betreffende de procedureregels bij burgemeestersbenoemingen;

 

b e s l u i t :

 

Vast te stellen de navolgende:

Verordening op de vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van burgemeester

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: de vertrouwenscommissie als bedoeld in artikel 61, derde lid, van de Gemeentewet en de circulaire van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 21 november 2001;

  • b.

    commissaris: de commissaris van de Koningin in de provincie Zuid-Holland;

  • c.

    raad: de raad van de gemeente Brielle.

Artikel 2 Taak van de commissie

De commissie heeft tot taak de door haar ontvangen kandidaten te beoordelen; ze brengt van haar bevindingen schriftelijk verslag uit aan de raad en de commissaris.

Artikel 3 Samenstelling van de commissie

De commissie bestaat uit één lid per fractie, aan te wijzen door die fracties, welke deel uitmaken van de raad op het moment, dat er een vacature ontstaat.

Artikel 4 Voorzitter en secretaris

  • 1.

    De commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter. 

  • 2.

    De commissie laat zich als secretaris bijstaan door de gemeentesecretaris.

Artikel 6 Werkwijze van de commissie

  • 1.

    De commissie brengt haar bevindingen, als bedoeld in artikel 2, uit op basis van de door de commissaris verstrekte opgave in alfabetische volgorde van degenen die gesolliciteerd hebben, vergezeld van zijn oordeel over kandidaten die hij in beginsel geschikt acht voor benoeming. Hij voegt de sollicitatiebrieven van de laatstbedoelde kandidaten bij.

  • 2.

    De commissie kan de commissaris vragen naar de criteria die hij heeft gehanteerd bij zijn selectie van kandidaten.

  • 3.

    Indien de commissie daarom verzoekt, geeft de commissaris zijn oordeel over de andere kandidaten. Hij verstrekt de commissie desgevraagd de sollicitatiebrieven van deze kandidaten. 

  • 4.

    De commissie ontvangt van de commissaris de door hem verkregen inlichtingen over de sollicitanten, tenzij de sollicitant, die het aangaat, heeft laten weten dat verstrekking van die gegevens bij hem bezwaar ontmoet.

  • 5.

    De commissie kan zich alleen door tussenkomst van de commissaris de door haar nodig geachte informatie - schriftelijk of mondeling - over de sollicitanten verschaffen. Het inwinnen van referenties vindt slechts plaats met toestemming van de sollicitant, die hiervoor de gegevens over de te raadplegen personen aandraagt.

  • 6.

    Het is de commissie niet toegestaan om overleg met derden over de sollicitanten te voeren. 

Artikel 6 Gesprekken met kandidaten

  • 1.

    1.De secretaris nodigt in overleg met de commissie de kandidaten uit voor een gesprek met de commissie. 

  • 2.

    De commissie beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek van de niet-geselecteerde sollicitant om door haar te worden uitgenodigd. De commissie brengt verzoeker schriftelijk op de hoogte van haar beslissing.

  • 3.

    De plaats en het tijdstip voor een gesprek worden zodanig gekozen, dat voorkomen wordt, dat kandidaten hierdoor bekend worden of tijdens het bezoek aan de commissie met elkaar in contact komen.

  • 4.

    De commissie voert gesprekken met de door de commissaris geselecteerde kandidaten en eventueel andere op de lijst van sollicitanten voorkomende kandidaten, die hetzij zich eigener beweging tot de commissie hebben gewend, hetzij door de commissie worden uitgenodigd.

  • 5.

    Indien de commissie besluit een door de commissaris geselecteerde kandidaat niet te ontvangen, worden de commissaris en de kandidaat door haar schriftelijk van de beslissing in kennis gesteld.

  • 6.

    Bij het houden van een raadplegend referendum overtuigt de commissie zich uitdrukkelijk van de bereidheid van kandidaten om zich daaraan te onderwerpen en de sollicitatie ook voort te zetten indien uit de uitslag van het referendum blijkt dat de eerste voorkeur naar een andere kandidaat uitgaat.

Artikel 7 Bevindingen van de commissie

  • 1.

    Het standpunt van de commissie over de geschiktheid van de door haar ontvangen kandidaten wordt bepaald bij meerderheid van de uitgebracht stemmen.

  • 2.

    De commissie doet het verslag aan de raad, als bedoeld in artikel 2, vergezeld gaan van een conceptaanbeveling van tenminste twee kandidaten die naar haar oordeel voor de benoeming in aanmerking komen.

  • 3.

    De commissie vermeldt daarbij ten aanzien van iedere kandidaat de motieven die tot haar oordeel hebben geleid. 

  • 4.

    Indien geen raadplegend referendum wordt gehouden, geeft de commissie in haar verslag tevens een beredeneerde volgorde van de kandidaten aan.

  • 5.

    In het verslag aan de raad kan de commissie desgewenst minderheidsstandpunten opnemen. 

  • 6.

    Ten aanzien van het verslag, alsmede de overige stukken die aan de raad en de commis-saris worden gezonden, geldt een geheimhoudingsplicht. 

Artikel 8 Vergaderingen van de commissie

  • 1.

    De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of twee leden dit noodzakelijk achten.

  • 2.

    De voorzitter doet van elke vergadering ten minste vier dagen tevoren aankondiging aan de leden van de commissie behoudens in situaties, waarin sprake is van spoedberaad.

  • 3.

    De commissie vergadert alleen met gesloten deuren.

  • 4.

    De commissie vergadert niet, indien niet een meerderheid van de leden aanwezig is. 

  • 5.

    Van de vergaderingen wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt. 

Artikel 9 Geheimhouding

  • 1.

    De leden en secretaris van de commissie hebben volstrekte geheimhoudingsplicht omtrent al hetgeen aan hen als leden en secretaris van de commissie is verstrekt en ter kennis is gebracht.

  • 2.

    Deze geheimhoudingsplicht geldt ook tegenover raadsleden die geen zitting hebben (gehad) in de commissie en tegenover anderen.

  • 3.

    Deze geheimhoudingsplicht geldt zowel voor, tijdens en na het verrichten van de werk-zaamheden van de commissie als na haar ontbinding.  

Artikel 10 Externe contacten

  • 1.

    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon naar buiten.

  • 2.

    Alle stukken voor de commissie worden gericht aan de voorzitter en gezonden aan het privéadres van de secretaris en aldaar bewaard. 

  • 3.

    Alle stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend en vanaf het privéadres van de secretaris verzonden. 

Artikel 11 Ontbinding van de commissie

  • 1.

    De commissie wordt geacht te zijn ontbonden met ingang van de dag, volgende op die, waarop aan het gemeentebestuur is bekend gemaakt, dat in de vacature is voorzien.

  • 2.

    De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er zorg voor, dat daarna alle stukken die de commissie onder zich heeft, onverwijld worden overgebracht naar de door de gemeenteraad aangewezen gemeentelijke archiefbewaarplaats met de rubricering "geheim".

  • 3.

    Van de in het tweede lid bedoelde overbrenging wordt een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.

  • 4.

    Originele stukken die de commissie heeft ontvangen van de Commissaris van de Koningin of van kandidaten worden onmiddellijk aan dezen teruggezonden. 

  • 5.

    Alle kopieën van de stukken, bedoeld in dit artikel, worden onverwijld vernietigd door de zorg van de voorzitter van de commissie. 

Artikel 12 Onvoorziene omstandigheden

In alle gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13 Slotbepalingen

  • 1.

    Met deze verordening vervalt de "Verordening vertrouwenscommissie in verband met de vervulling van de vacature van burgemeester van 11 februari 1997".

  • 2.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening op de vertrouwens-commissie".

  • 3.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar vaststelling.

Aldus besloten door de gemeenteraad van Brielle in de openbare vergadering van 16 april 2002, de secretaris,                                                                                                  de voorzitter,

W. van Noord                                                                                                  H.H.M. Groen