Organisatie | Smallingerland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING WELSTANDSZORG HUS EN HIEM 2005 |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling Welstandszorg Hus en Hiem 2005 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | volkshuisvesting en woningbouw |
Eigen onderwerp |
Deze regeling vervangt de Gemeenschappelijke regeling "Welstandszorg Hus en Hiem" uit 1988. De datum van inwerkkingtreding is niet precies te achterhalen en daarom bij benadering ingevuld.
Wet gemeenschappelijke regelingen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2005 | 01-07-2005 | Onbekend | 10-05-2005 Onbekend | Onbekend |
Het Algemeen Bestuur van het rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam "hus en hiem"; welstandsadvisering en monumentenzorg;
overwegende dat in 1983 een bestuurlijke samenwerking van gemeenten in Fryslan in de vorm van een gemeenschappelijke regeling tot stand is gekomen in het belang van de bouwkunstige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslán;
dat deze gemeenschappelijke regeling in 1988 in overeenstemming met het bij of krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen bepaalde is gebracht;
dat deze gemeenschappelijke regeling in 1991 is uitgebreid met adviestaken ten aanzien van de toepassing van de Monumentenwet 1988 en de monumentenverordening van de deelnemende gemeenten;
dat deze gemeenschappelijke regeling in verband met de inwerkingtreding van de Woningwet (2001) dient te worden aangepast;
gelet op artikel 46, lid 1 van de in 1993 vastgestelde gemeenschappelijke regeling "Welstandszorg hus en hiem";
gehoord de raden van de aan de gemeenschappelijke regeling "Welstandszorg "hus en hiem" deelnemende gemeenten;
degemeenschappelijke regeling "Welstandszorg "hus en hiem" te wijzigen door middel van het vaststellen van onderstaande integrale tekst.
Deze regeling heeft ten doel de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten te behartigen op het gebied van de bouwkunstige, stedenbouwkundige en landschappelijke schoonheid in de provincie Fryslân.
De aanvulling heeft primair betrekking op de wettelijke context waarin de relatie tot de omgeving als uitdrukkelijke toetsingsgrond is aangemerkt. Daarnaast wordt op verzoek van de deelnemende gemeente geadviseerd over ruimtelijke planvorming
Toelichting: De wetgever hecht aande mogelijkheid dat particulieren ook eenzgn. 'second opinion' kunnen laten opstellen. Daartoe is voor de bij de Federatie Welstand aangesloten welstandscommissies een protocol opgesteld, waardoor ook reguliere welstandscommissies ten behoeve van particulieren een contra- expertise kunnen opstellen, zij het dat dit alleen van toepassing kan zijn voor aanvragen gelegen buiten de werkingssfeer van de betreffende welstandscommissie.
het op verzoek van gemeenten, voorzien in de advisering over de toepassing van de Monumentenwet en de Monumentenverordening, in het bijzonder ten aanzien van beschermde gemeentelijke monumenten, en/of in de advisering ten aanzien van {beeldbepalende panden) binnen ingeschreven, beschermde stads- en dorpsgezichten en/ of in de advisering van objecten met door de gemeente toegekende cultuurhistorische waarden.
Aan het bestuur van het lichaam worden de voor de uitvoering van de in het eerste lid, sub d bedoelde adviestaken benodigde bevoegdheden overgedragen. De overdracht van deze bevoegdheden worden in per deelnemende gemeente te nemen besluiten nader gepreciseerd per categorie beschermde monumenten en/of beeldbepalende panden en/of waardevolle objecten. Een afschrift van deze besluiten zenden de gemeenten ter kennisneming aan Gedeputeerde Staten.
Toelichting: De Wet dualiseringgemeentebestuur houdt een andere bevoegdheids- en verantwoordelijkheidsverdeling in tussen de raad en het college. De raad stuurt op hoofdlijnen en controleert het college; Het college is met name met de uitvoering belast. De G. R. bas en hiem is een 'uitvoeringsregeling': de uitvoering van een aantal gemeentelijke taken, die voortvloeien uit (rijks-) wetgeving zijn vanwege inhoudelijke, financiële en organisatorische overwegingen bij één (intergemeentelijke] organisatie neergelegd. Het AB van h&h maakt geen welstands- of monumentenbeleid, maar is gericht op optimalisering van de uitvoering van deze gemeentelijke taken, in termen van financiën en doelgerichte (bedrijfs-) organisatie. De uitvoering van deze taken behoort tot de bevoegdheid van het college. Hieruit vloeit logisch voort dat het AB samengesteld wordt door vertegenwoordigers van de colleges van de deelnemende gemeenten. (zie ook art. 13, lid 1 van de Wet).
c, maximaal 4, minimaal 2 leden uit het Algemeen Bestuur, te benoemen door het Algemeen Bestuur;
Toelichting: de oude regeling ontbeert enige flexibiliteit.
d. één van de in artikel 11 lid 1 sub b genoemde leden, te benoemen door het Algemeen Bestuur;
e, twee leden, te benoemen door het Algemeen Bestuur uit een aanbeveling van de afdeling Fryslén van de Bond van Nederlandse Architecten, die voor elke vacature een keuze uit tenminste twee personen mogelijk maakt.
2. Bij de samenstelling van het Dagelijks Bestuur wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met een spreiding binnen de provincie Fryslân.
Het lid van het Dagelijks Bestuur genoemd in lid 1 sub d is niet werkzaam in één van de gemeenten van waaruit de leden genoemd in lid 1 sub a tot en- met c afkomstig zijn.
1. Het lidmaatschap van het Dagelijks Bestuur eindigt op de dag waarop het lid de hoedanigheid verliest, waarin hij is benoemd respectievelijk ingevolge het eerste lid van artikel 13 is aangewezen.
2. De leden van het Dagelijks Bestuur kunnen te allen tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter op de hoogte. In een tussentijdse vacature wordt op de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur een nieuw lid benoemd.
1 1. Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt, of zulks schriftelijk door een lid van het Dagelijks Bestuur onder opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht.
2.Indien het Dagelijks Bestuur of de voorzitter het nodig oordeelt, kunnen één of meer deskundigen uitgenodigd worden om aan de beraadslagingen deel te nemen.
1d. het nemen van alle conservatoiremaatregelen, zowel in als buiten rechte, en het doen van alles wat nodig is ter voorkomen van verjaren en verlies van recht of bezit;
e.de benoeming, de schorsing, het ontslag, dan wel de tewerkstelling op
} arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht van het personeel met uitzondering van de directeur, een en ander overeenkomstig het
1bepaalde in artikel 29 en verder voor zover het Algemeen Bestuur zich de betreffende bevoegdheden niet heeft voorbehouden
2.Het Dagelijks Bestuur kan een aantal van zijn bevoegdheden mandateren aan de directeur.
3. Het Algemeen Bestuur kan aan het Dagelijks Bestuur bevoegdheden van het Algemeen Bestuur overdragen, met uitzondering van de bevoegdheid tot:
1.De voorzitter is belast met de leiding van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur.
2.De voorzitter draagt zorg voor een spoedige afdoening van zaken en tekent alle stukken die van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur uitgaan.
3.De voorzitter roept de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur zoveel mogelijk met vermelding van de te behandelen onderwerpen, schriftelijk en onder medezending van de relevante stukken, spoedeisende gevallen daargelaten, tenminste 14 dagen van te voren bijeen op een door hem te bepalen datum, plaats en uur. Een afschrift van de vergaderstukken van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur zendt hij ter kennisname aan de colleges van
burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten. Voor de vergaderingen van het Algemeen Bestuur zendt hij de uitnodigingen en de stukken tevens aan de personen genoemd in artikel 11.
4 De voorzitter vertegenwoordigt het lichaam in en buiten rechte. Indien hij behoort tot het bestuur van een gemeente die partij is in het geding waarbij het lichaam is betrokken, wordt hij vervangen door de plaatsvervangend voorzitter.
van de vergaderingen van het Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur.
3. De secretaris draagt zorg voor de verslaglegging van de vergaderingen
van het Algemeen Bestuur en van het Dagelijks Bestuur.
Toelichting: De ervaringen van de afgelopen jaren leren dat de aan de functie van secretaris verbonden taken steeds meer door de directeur worden vervuld. Deze praktische praktijk kan worden bestendigd door de mogelijkheid te introduceren dat de functie van secretaris kan worden uitgeoefend door de directeur.
c, Het Algemeen Bestuur regelt met inachtneming van artikel 25 van de Wet hun bevoegdheden, samenstelling en werkwijzen.
1. Het Algemeen Bestuur stelt commissies in die tot taak
hebben het verstrekken van welstandsadviezen, als bedoeld in de Woningwet en monumentenzorgadviezen ais bedoeld in
de Monumentenwet, aan de colleges van burgemeester en wethouders van de aangesloten gemeenten.
2. De leden van deze commissies worden op voordracht van het Dagelijks Bestuur benoemd door de gemeenteraden van de aangesloten gemeenten.
1, De leden van het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de commissies als bedoeld in § 8, alsmede de adviseurs als bedoeld in artikel 11 en 15 lid 2 genieten een tegemoetkoming in de kosten, naar regels te steilen door het Algemeen Bestuur met inachtneming van het bepaalde in artikel 21 van de Wet.
2. Voor leden van het Dagelijks Bestuur en van commissies als bedoeld in § 8, niet zijnde gemeentebestuurder of in overheidsdienst, stelt het Algemeen Bestuur met inachtneming van het bepaalde in artikel 21 van de Wet een vergoedingenregeling vast.
§ 10 INLICHTINGEN, VERANTWOORDING EN TERUGROEPING
De raad die een vertegenwoordiger in het Algemeen Bestuur heeft aangewezen, heeft de bevoegdheid dit door hem aangewezen lid te ontslaan indien dit lid het vertrouwen van de raad niet meer bezit.
Toelichting: Artikel 26 en 27 zijn samengevoegd. Door de dualisering tussen de raad en het college is het vraagstuk van informatievoorziening en het afleggen van verantwoording anders komen te liggen. Er zijn momenteel verschillendespelregels door gemeenteraden geformuleerd m.b.t. dit onderwerp. Daarom wordt in deze gemeenschappelijke regeling ervoor gekozen te verwijzen naar de locale afspraken in dezen. Net is belangrijk dat de informatie- en verantwoordingsplicht van het dagelijks bestuur aan het algemeen bestuur in de G. R. in stand blijft, opdat het algemeen bestuurslid In eigen huis' de lokaal geformuleerde spelregels kan blijven nakomen.
1.Het Algemeen Bestuur stelt regels vast met betrekking tot de organisatie
van de administratie, het beheer van vermogenswaarden en de controle.
2. De artikelen 212 en 213 van de Gemeentewet zijn van overeenkomstige
Met betrekking tot het wijzigen van de begroting is het bepaalde in het voorafgaande artikel van overeenkomstige toepassing.
Het Dagelijks Bestuur biedt jaarlijks vóór 1 mei de rekening over het afgelopen jaar met alle bijbehorende bescheiden aan de raden aan. Daarbij worden tevens aangeboden een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid van de rekening, ingesteld door de overeenkomstig artikel 213 van de Gemeentewet aangewezen deskundige en hetgeen het Dagelijks Bestuur te zijner verantwoording dienstig acht.
1. Elke gemeente draagt in de kosten van het lichaam bij naar rato van de dienstverlening op basis van tarieven, die door het Algemeen Bestuur
} worden vastgesteld en medegedeeld aan de gemeenten.
Toelichting: Voornaamste doel van bedoeld reserveringsbeleid is de vormingl opbouw van een algemene bedrijfsreserve. Onderdeel van dit beleid is dat een positief saldo in eerste instantie voor de opbouw van deze reserve aangewend wordt, voordat tot uitbetaling van een positief saldo aan de gemeente wordt overgegaan.
Het Dagelijks Bestuur kan besluiten, de gemeenten voorschotten in rekening te brengen in de (geraamde) bijdragen van het lopende kalenderjaar. In dat geval wordt onmiddellijk na afloop van dat kalenderjaar een declaratie op basis van de werkelijk verschuldigde bijdragen en met verwerking van de voorschotten, naar de gemeenten verzonden.
§ 16 TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
Een batig saldo komt ten bate, een nadelig saldo wordt naar verhouding van het inwonertal van de gemeenten op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarop de regeling wordt opgeheven, vastgesteld. Voor de vaststelling van de aantallen inwoners worden aangehouden de door het Centraal Bureau van de Statistiek bekend gemaakte bevolkingscijfers.
§ 17 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Gelet op artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingen zendt het gemeentebestuur van Smallingerland de regeling, een besluit tot wijziging, verlening of opheffing van de regeling, alsmede besluiten tot toetreding en uittreding aan Gedeputeerde Staten.
De leden van het Algemeen Bestuur die zitting hebben in dit bestuur ten tijde van het in werking treden van deze gewijzigde regeling, alsmede hun plaatsvervangers, worden voor het restant van de zittingsperiode geacht, overeenkomstig artikel 8, lid 2 van deze gewijzigde regeling te zijn aangewezen door de raad.