Verordening ambtelijke bijstand aan raadsleden 2006

Elk raadslid kan in de uitoefening van het raadslidmaatschap verzoeken om feitelijke informatie.De vraag wordt rechtstreeks door het raadslid gericht aan de relevante afdeling of personen binnen de ambtelijke organisatie. De griffie staat het raadslid desgewenst bij. Indien de griffie een verzoek van een raadslid doorgeeft, geeft de secretaris met zijn ambtenaren de griffie hiervoor alle benodigde ondersteuning.

Toelichting

Uitgangspunt binnen onze parlementaire democratie is, dat de gekozen volksvertegenwoordiger voor de uitoefening van zijn functie een onvervreembaar recht op informatie heeft en derhalve onbelemmerde toegang tot feitelijke informatie dient te hebbenen dat een raadslid zijn vragen voor het verkrijgen van feitelijke informatie op een directe wijze bij de ambtelijke organisatie kan stellen.. Uiteraardkan de ambtelijke leiding procedureafspraken binnen de organisatie hanteren hoe de ambtenaren hiermee om te dienen gaan. De ambtelijke leiding is erop aanspreekbaar dat deze dienstverlening goed verloopt en kan aan ambtenaren deze dienstverlening delegeren. Tevens blijft de griffie volledig voor de raad en zijn leden beschikbaar voor deze dienstverlening. Een raadslid kan er voor kiezen een verzoek voor informatie bij de griffie neer te leggen. Als het gaat om informatie welke deels of geheel uit de eigen organisatie dient te komen, is derhalve middels de laatste zin van het artikel geborgd dat de griffie hierin ondersteund wordt door de secretaris en de ambtelijke organisatie. Het spreekt vanzelf dat met betrekking tot informatie die buiten de organisatie dient te worden ingewonnen de griffie de aangewezen instantie is om aan een verzoek van de raad of zijn leden uitvoering te geven als de raad of een lid van de raad daarom verzoekt.

Artikel 2  

Een raadslid, dat ambtelijke bijstand wenst, wendt zich daarvoor schriftelijk of mondeling tot de griffier, waarna de ambtelijke bijstand, indien deze niet of niet geheel door de griffie verzorgd kan worden, in overleg met de gemeentesecretaris vanuit de organisatie ter beschikking wordt gesteld.

Artikel 3  

Bij verschil van inzicht over het al dan niet verstrekken van informatie en/of ambtelijke bijstand, zoeken de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de raad, de secretaris van het college en de griffier gezamenlijk naar een oplossing. Mocht dit niet leiden tot het door het raadslid gewenste resultaat, dan wordt het verzoek voor informatie of ambtelijke bijstand door de griffier doorgeleid aan het college.

Artikel 4  

• 1.

  Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening ambtelijke bijstand aan raadsleden 2006.

• 2.

  Deze verordening treedt in werking op de dag waarop zij is bekendgemaakt.