Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Tiel

Verordening op de heffing en invordering van verkoopstandplaatsenbelasting 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTiel
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en invordering van verkoopstandplaatsenbelasting 2011
CiteertitelVerordening verkoopstandplaatsenbelasting 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de verordening Verkoopstandplaatsenbelasting 2002. De ingangsdatum van de heffing is vastgesteld op 01-01-2011.

Met ingang van 28 mei 2011 is het tarief genoemd in artikel 7 lid 1, sub d gewijzigd van € 7,87 in € 1,--. De datum van ingang van deze heffing is bepaald op 1 januari 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikel 228

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

28-05-201101-01-2012Wijziging artikel 7 lid 1 sub d

18-05-2011

Zakengids 27-05-2011

Regelgevingregister 2011, nr. 3.03, gemeenteraad 18-05-2011, nr. 05a
11-12-201028-05-2011Nieuwe regeling

10-11-2010

Zakengids 03-12-2010

Regelgevingregister 2010, nr. 3.11

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en invordering van verkoopstandplaatsenbelasting 2011

De raad der gemeente Tiel;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;

gelet op artikel 228 van de Gemeentewet;

 

besluit:

 

vast te stellen de

 

Verordening op de heffing en invordering van verkoopstandplaatsenbelasting 2011.

Artikel 1 Belastbaar feit

Ter zake van verkoopstandplaatsen wordt een belasting geheven voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven gemeentegrond, voor de openbare dienst bestemd.

Artikel 2 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    jaar : kalenderjaar;

  • 2.

    half jaar : een aaneengesloten periode van 6 maanden;

  • 3.

    maand : een aaneengesloten periode van ten hoogste 31 dagen;

  • 4.

    week : een aaneengesloten periode van 7 dagen;

  • 5.

    dag : een etmaal;

  • 6.

    vaste verkoopstandplaats : verkoopstandplaats, met uitzondering van een terras, welke op grond van een daartoe strekkende vergunning het gehele jaar in gebruik mag worden genomen;

  • 7.

    vaste verkoopstandplaats, zijnde een terras : verkoopstandplaats, zijnde een terras, welke op grond van een daartoe strekkende vergunning het gehele jaar in gebruik mag worden genomen;

  • 8.

    tijdelijke verkoopstandplaats : verkoopstandplaats, welke op grond van een daartoe strekkende vergunning slechts voor een gedeelte van een jaar in gebruik mag worden genomen;

  • 9.

    terras : een verkoopstandplaats waar banken, tafeltjes, stoelen en/of windschermen zijn geplaatst.

Artikel 3 Belastingplicht

Belastingplichtig is de houder van de vergunning voor een vaste- of tijdelijke verkoopstandplaats van wie, dan wel ten behoeve van wie, de in artikel 1 bedoelde voorwerpen worden aangetroffen.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De maatstaf van heffing, waarnaar de belasting wordt geheven, is het aantal vierkante meters dat door de voorwerpen als bedoeld in artikel 1 op de standplaats wordt ingenomen.

Artikel 5 Belastingjaar en aanvang belastingplicht in de loop van het belastingjaar

  • 1.

    Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

  • 2.

    Indien voor de in artikel 7 genoemde vaste verkoopstandplaatsen de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt wordt de belasting geheven over zoveel twaalfde gedeelten van het in dat artikel genoemde bedrag als na de aanvang van de belastingplicht nog volle kalendermaanden overblijven.

Artikel 6 Wijze van heffing en termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting voor vaste verkoopstandplaatsen wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2.

    De belasting voor de tijdelijke verkoopstandplaatsen wordt geheven door middel van een gedagtekende nota.

  • 3.

    De aanslagen en nota's moeten worden voldaan in één termijn, vervallende één maand na dagtekening van het aanslagbiljet of de nota.

Artikel 7 Tarieven

  • 1.

    De belasting als bedoeld in artikel 1 bedraagt voor:

    • a.

      een vaste verkoopstandplaats voor ten hoogste 1 dag per week:  een vast bedrag van € 77,50 per jaar ongeacht de periode, verhoogd met € 38,69 per m2 per jaar;

    • b.

      een vaste verkoopstandplaats voor ten hoogste 2 dagen per week: een vast bedrag van € 77,50 per jaar ongeacht de periode, verhoogd met € 54,19 per m2 per jaar;

    • c.

      een vaste verkoopstandplaats voor meer dan 2 dagen per week: een vast bedrag van € 77,50 per jaar ongeacht de periode, verhoogd met  € 92,99 per m2 per jaar;

    • d.

      een vaste verkoopstandplaats, zijnde een terras, voor meer dan 2 dagen per week: een vast bedrag van € 77,50 per jaar ongeacht de periode, verhoogd met € 1,-- per m2 per maand of gedeelte daarvan;

    • e.

      een tijdelijke verkoopstandplaats: een vast bedrag van € 77,50 per jaar ongeacht de periode, verhoogd met:

      • -

        € 6,89 per m2 per dag;

      • -

        € 11,48 per m2 per week;

      • -

        € 18,37 per m2 per maand;

  • 2.

    Een gedeelte van een in het vorige lid bedoelde vierkante meter wordt voor een geheel gerekend.

Artikel 8 Ontheffing

  • 1.

    Indien niet gedurende het gehele jaar van een vaste verkoopstandplaats gebruik wordt gemaakt, wordt ontheffing verleend voor elke volle kalendermaand waarin geen gebruik gemaakt is van de standplaats.

  • 2.

    De ontheffing wordt niet berekend over het in artikel 7, lid 1 bedoelde vaste bedrag.

Artikel 9 Vrijstelling

De belasting wordt niet geheven ter zake van:

  • a.

    het hebben van voorwerpen, dat door de gemeente op grond van een overeenkomst of anderszins rechtens moet worden gedoogd;

  • b.

    standplaatsen die op grond van de marktverordening worden ingenomen.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de verkoopstandplaatsenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De verordening verkoopstandplaatsenbelasting 2002 van 19 december 2001, laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 20 september 2006, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande, dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening verkoopstandplaatsenbelasting 2011".

Aldus besloten in de openbare vergadering

van 10 november 2010,

de griffier, de voorzitter,