Organisatie | Kerkrade |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening interne klachtbehandeling Gemeente Kerkrade 2006 |
Citeertitel | Verordening interne klachtbehandeling Gemeente Kerkrade 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze verordening vervangt de verordening klachtbehandeling gemeente Kerkrade 1999
Algemene wet bestuursrecht, hoofdstuk 9
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2006 | nieuwe regeling | 22-02-2006 Zuid-Limburger 01-03-2006 | 06Rb001 |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
2. het college van burgemeester en wethouders;
4. een commissie waaraan bevoegdheden van de raad en/of het college en/of de burgemeester zijn toegekend;
b. ambtenaar: een ieder die werkzaam is onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan;
c. directeur: de directeur van de organisatorische eenheid zoals bedoeld in artikel 2 van de “Regeling ambtelijke organisatie gemeente Kerkrade 2002”;
Hoofdstuk 2 Behandeling schriftelijke klachten
Elke ingediende klacht over een gedraging van het college, van de burgemeester of van een door een van deze organen op grond van de Gemeentewet ngestelde commissie, dan wel van een persoon werkzaam onder de verantwoordelijkheid van het college of de burgemeester, niet zijnde de gemeentesecretaris, of een klacht over een gedraging van een directeur, wordt voorgelegd aan de gemeentesecretaris.
Artikel 6 Ontvankelijkheid klacht
Van de behandeling van een klacht kan worden afgezien indien zij betrekking heeft op een gedraging:
a. waarover reeds eerder een klacht is ingediend die met inachtneming van deze verordening is behandeld;
b. die langer dan een jaar voor indiening van de klacht heeft plaatsgevonden;
c. waartegen doo de klager bezwaar gemaakt had kunnen worden;
d. waartegen door de klager beroep kan worden ingesteld, tenzij die gedraging bestaat uit het niet tijdig nemen van een besluit, of beroep kon worden ingesteld;
e. die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechterlijke instantie dan een administratieve rechter onderworpen is, dan we onderworpen is geweest of,
f. zolang terzake daarvan een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is, dan wel indien de gedraging deel uitmaakt van de opsporing of vervolging van een strafbaar feit en terzake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of vervolging gaande is.
Hoofdstuk 4 Slot-en overgangsbepalingen
De behandeling van klachten die zijn ontvangen vóór de datum van inwerkingtreding van deze verordening wordt zoveel mogelijk overeenkomstig deze verordening voortgezet.
In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college van burgemeester en wethouders.
Aldus vastgesteld door de raad der gemeente Kerkrade in haar openbare vergadering van 22 februari 2006.
De voorzitter van de raad, De griffier,
J.J.M. Som mr. drs. H.J.W. van Dongen
Nota-toelichting Toelichting op de "Verordening interne klachtbehandeling gemeente Kerkrade 2006"
Sedert 1999 is in de gemeente Kerkrade de “Verordening klachtbehandeling gemeente Kerkrade 1999” van kracht. Hierin wordt de procedure geregeld waarop interne klachten worden behandeld door de bestuursorganen. In deze klachtenregeling zijn de minimumeisen neergelegd uit hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna te noemen: Awb) met betrekking tot de interne klachtbehandeling door bestuursorganen. Het betreft hier de eerste lijnsvoorziening, waarbij het bestuursorgaan eerst zelf probeert de klacht op te lossen. Indien dit niet tot het gewenste resultaat heeft geleid kan de klacht worden doorgeleid naar de klachtenkamer van de Centrale Bezwaarschriften-en Klachtencommissie, de zogenaamde tweedelijnsvoorziening. De procedure voor externe klachtbehandeling is grotendeels verankerd in de Awb, aanvullende regels zijn opgenomen in de “Verordening behandeling bezwaarschriften en externe klachten Gemeente Kerkrade 2006”. In verband met de inwerkingtreding van de Wet extern klachtrecht dient de huidige verordening klachtbehandeling gemeente Kerkrade 1999 te worden geactualiseerd. De wijzigingen zijn overigens minimaal. De regeling bevat de minimumeisen die in hoofdstuk 9 van de Awb zijn opgenomen, dit ten behoeve van de duidelijkheid voor de burger. Voor het overige is de regeling zo kort mogelijk gehouden. Er is zodoende voldoende ruimte om zaken op informele wijze, tot tevredenheid van de klager, af te handelen.
De Awb kent geen definitie van het begrip klacht. De wetgever acht een definitie ook onwenselijk, omdat een omschrijving ook een beperking van het klachtrecht kan inhouden. Uitgangspunt is een ruim klachtbegrip. Alles wat geen (Awb-) bezwaar is, is in beginsel een klacht. Dit uitgangspunt is in de verordening overgenomen. Te denken valt aan klachten over ongeïnteresseerde bejegening, te trage afhandeling van een aanvraag, brieven worden te laat of niet beantwoord, het antwoord is in strijd met gewekte verwachtingen en onvoldoende gemotiveerd of aangevraagde informatie wordt niet toegezonden.
Een klachtprocedure is gericht op het verkrijgen van een rechtens niet-bindend oordeel over het overheidshandelen. Bij een klachtbehandeling wordt bekeken of het betreffende bestuursorgaan zich behoorlijk heeft gedragen tegenover de klager. Meestal richten klachten zich tegen procedures/werkwijzen. Een eventuele gegrondverklaring van een klacht betekent derhalve niet automatisch een uitspraak over de kwalificatie van de betreffende ambtenaar.
Klachten kunnen zowel mondeling als schriftelijk worden ingediend. Echter alleen op schriftelijke klachten is het bepaalde in hoofdstuk 2 van toepassing. Wettelijk gezien is enkel de registratie en publicatie van schriftelijke klachten voorgeschreven. Er is niet voor gekozen om mondelinge klachten te registreren. Aangezien deze klachten via zoveel verschillende kanalen binnen kunnen komen bij de gemeente is het ondoenlijk om een compleet beeld hiervan te schetsen. Er is gekozen om klagers die een mondelinge klacht indienen te wijzen op de mogelijkheid van schriftelijke klachtbehandeling.
Hoofdstuk 2 geeft verder o.a. de voorwaarden aan waaraan een schriftelijke klacht moet voldoen.
Tevens wordt geregeld dat de directeur van de betreffende organisatorische eenheid waarop de klacht betrekking heeft verantwoordelijk is voor de registratie, behandeling en afdoening van het klaagschrift. Dit was reeds zo onder de oude regeling. De keuze voor de directeur vloeit voort uit de wetenschap, dat het de directeur is aan wie bij mandaat bevoegdheden zijn toegekend met betrekking tot (en hij derhalve mede verantwoordelijk is voor de) rechtspositionele aspecten betreffende zijn medewerkers. De directeur kan ervoor kiezen om een ambtenaar aan te wijzen die als klachtencoördinator fungeert.
De oude regeling bepaalde dat klachten gericht tegen gedragingen van een (lid) van een bestuursorgaan door dat orgaan zelf behandeld dienen worden. Dit kan niet meer zo worden verwoord in de regeling aangezien artikel 9:7 Awb bepaalt dat de behandeling van de klacht geschiedt door een persoon die niet bij de gedraging waarop de klacht betrekking heeft, betrokken is geweest. Zo zal bijvoorbeeld de burgemeester niet zelf een klacht kunnen afdoen die ziet op een gedraging van hemzelf. Daarnaast is de oude regeling niet in overeenstemming met het dualisme, nu er over klachten over griffier of griffiemedewerkers niets is geregeld. In deze nieuwe verordening is de scheiding tussen college en raad wel opgenomen. Ter zake ingediende klachten met betrekking tot een gedraging van de raad of van een door deze ingestelde commissie dan wel een gedraging van een ambtenaar van de griffie, is gekozen voor de griffier als klachtenbehandelaar. De gemeentesecretaris wordt aangewezen als klachtenbehandelaar met betrekking tot gedragingen van het college, de burgemeester of een gedraging van een directeur. Voor wat betreft gedragingen van de griffier wordt de burgemeester aangewezen als klachtenbehandelaar. Voor wat betreft gedragingen van de gemeentesecretaris is het college bevoegd. Dit laatste was eveneens zo geregeld in de oude regeling. Over individuele raadsleden kan overigens niet worden geklaagd. Op grond van artikel 9:1 tweede lid Awb worden gedragingen van bestuurscolleges toegerekend aan het bestuurscollege. Er kan dus wel worden geklaagd over gedragingen van wethouders, die immers werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het college.
In artikel 6 wordt aangegeven in welke gevallen van de behandeling van een klacht kan worden afgezien. Dit hoeft echter een klachtbehandelaar in voorkomende gevallen er niet van te weerhouden om de klacht toch te behandelen. Dit dient echter uitzondering te blijven, zodat zoveel mogelijk gelijk gehandeld wordt richting klagers.
Tot op heden is er binnen de organisatie geen sprake geweest van een eenduidige registratie van schriftelijke interne klachten. Tevens heeft de wettelijk voorgeschreven publicatie van schriftelijke interne klachten niet plaatsgevonden. Voor wat betreft de eenduidige registratie van klachten wordt er vanaf 1 januari 2006 in het zogenaamde Corsa Post systeem een registratie van de interne en externe klachten bijgehouden.
Sedert 1 januari 2000 ziet op grond van de Gemeentewet de burgemeester toe op een zorgvuldige behandeling van klachten door het gemeentebestuur. In de burgerjaarverslagen van 2002, 2003 en 2004 is door de burgemeester, weliswaar summier, aandacht besteed aan het aantal klachten en eventuele verbeteringen die doorgevoerd zijn als gevolg van de ingediende klachten. Het ligt daarom voor de hand om de publicatie omtrent het aantal klachten en eventuele maatregelen die als gevolg van de klachten zijn genomen jaarlijks op te nemen in het burgerjaarverslag. Hiermee wordt aan de publicatie verplichting voldaan.
Aangezien de wijzigingen in deze verordening minimaal zijn en veelal berusten op wettelijke bepalingen dienen ook klachten die voor de datum van inwerkingtreding van de verordening zijn ingediend zoveel mogelijk via de nieuwe verordening te worden afgedaan.