Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Veere

Verordening stimuleringsregeling opplussen Gemeente Veere

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVeere
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening stimuleringsregeling opplussen Gemeente Veere
CiteertitelStimuleringsregeling opplussen
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpvolkshuisvesting en woningbouw
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

08-10-2008Nieuwe regeling

25-09-2008

De Faam, 2008-07-23

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening stimuleringsregeling opplussen Gemeente Veere

VERORDENING STIMULERINGSREGELING OPPLUSSEN GEMEENTE VEERE

 

Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1.1  

In deze verordening wordt verstaan onder:a. eigenaar: een natuurlijke persoon die eigenaar is van een woning; voor de toepassing van deze verordening wordt als eigenaar voorts aangemerkt: de erfpachter, de opstaller of de vruchtgebruiker van een woning;b. huurder: een natuurlijk persoon die een woning van de WoningStichting Walcheren huurt;c. woning: een gebouwde onroerende zaak niet zijnde een woonwagen of een standplaats voor een woonwagen, die als zelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 1623a (Boek 7A) Burgerlijk Wetboek door de eigenaar/huurder permanent wordt bewoond;d. opplussen: de door burgemeester en wethouders vast te stellen voorzieningen gericht op het beter toegankelijk, beter bruikbaar en veiliger maken van de woning.

Artikel 1.2  

De gemeenteraad stelt jaarlijks een subsidieplafond vast voor het desbetreffende jaar voor op grond van deze verordening te verstrekken subsidies.

Artikel 1.3  

De gemeente kan de werkingssfeer van deze verordening of onderdelen daarvan naar tijd en plaats beperken.

Artikel 1.4  

Deze verordening is van toepassing op het gehele grondgebied van de Gemeente Veere.

Artikel 1.5  

  • 1

    Burgemeesters en wethouders zijn bevoegd om in het belang van het opplussen met inachtneming van het bepaalde in deze verordening subsidie te verlenen;

  • 2

    Burgemeester en wethouders houden bij hun beslissing op grond van het eerste lid rekening met subsidie die op grond van deze verordening of enige andere regeling is of kan worden verleend;

  • 3

    Burgemeester en wethouders kunnen aan het verlenen van subsidie verplichtingen verbinden.

Artikel 1.6  

Burgemeester en wethouders weigeren een aanvraag om subsidie indien de in de artikelen 4:25 en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht genoemde gronden van toepassing zijn.

Artikel 1.7  

  • 1

    Burgemeesters en wethouders kunnen een aanvraag die geweigerd wordt op grond van overschrijding van het subsidieplafond aanmerken als een aanvraag per 1 januari van het opvolgende jaar. Voor de bepaling van de volgorde van deze aanvragen is de volgorde van binnenkomst in het oorspronkelijke jaar van indiening bepalend;

  • 2

    Een beslissing als bedoeld in het eerste lid kan voor diezelfde aanvraag slechts één keer genomen worden.

Artikel 1.8  

  • 1

    De intrekking en wijziging van de beschikking tot subsidieverlening en subsidievaststelling geschieden overeenkomstig afdeling 4.2.6 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 2

    Naast de gronden genoemd in lid 1 kunnen burgermeester en wethouders de beschikking tot subsidieverlening en subsidievaststelling intrekken en wijzigen indien de woning waarvoor subsidie is verleend, wordt vervreemd voordat burgmeester en wethouders hebben ingestemd met de gereedmelding.

Artikel 1.9  

De werking van artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht wordt uitgesloten.

Artikel 1.10  

Indien vanwege bijzonder omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze verordening naar het oordeel van burgemeester en wethouders zou leiden tot een onredelijke beslissing gelet op het belang van het opplussen, kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in de deze verordening. Indien zij van deze bevoegdheid gebruik maken, melden burgemeester en wethouders dat zo spoedig mogelijk aan de gemeenteraad.

Hoofdstuk 2 OPPLUSSEN

Artikel 2.1  

Aan de eigenaar/huurder kan subsidie worden verleend ter tegemoetkoming in de kosten van het treffen van voorzieningen om bestaande woningen beter toegankelijk, beter bruikbaar en veiliger te maken.

Artikel 2.2  

De aanvraag om het verlenen van subsidie voor het treffen van voorzieningen om bestaande woningen beter toegankelijk, beter bruikbaar en veiliger te maken wordt op een door burgemeester en wethouders beschikbaar te stellen formulier bij de gemeente ingediend.

Artikel 2.3  

  • 1

    Subsidie wordt slechts verleend indien:a. de woning waaraan de voorzieningen als bedoeld in artikel 2.2 worden getroffen niet binnen twee jaar voor de aanvraag met subsidie op grond van deze verordening beter toegankelijk, beter bruikbaar of veiliger is gemaakt;b. de aanvraag voor minstens één toegang tot de woning minimaal de volgende voorzieningen bevat: - drempel verwijderen; - het toegangspad ophogen of het aanbrengen van een hellingbaan of het herstraten van het toegangspad;

  • 2

    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in lid 1a van dit artikel;

  • 3

    Het bepaalde in lid 1b van dit artikel is niet van toepassing als minstens één toegang tot de woning al is aangepast overeenkomstig lid 1b van dit artikel.

Artikel 2.4  

  • 1

    Subsidieverlening wordt geweigerd indien:a. met het treffen van voorzieningen is begonnen voordat door burgemeester en wethouders aangewezen personen een opname hebben gemaakt van de bestaande situatie van de woning;b. de subsidie waarop op grond van hoofdstuk 2 van deze verordening aanspraak gemaakt kan worden, minder dan € 140 bedraagt;c. met het treffen van de voorzieningen het belang van de volkshuisvesting in onvoldoende mate wordt gediend;d. de aanvrager niet de leeftijd van 55 jaar heeft bereikt;

  • 2

    In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijken van het bepaalde in lid 1a van dit artikel.

Artikel 2.5  

De subsidie wordt verleend onder de verplichting dat:a. aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen op de door die personen te bepalen tijdstippen:- toegang wordt verleend tot de woning;- inzage wordt verleend van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende bescheiden; - de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens worden verstrekt;- gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens;b. de voorzieningen binnen één jaar na de subsidieverlening zijn voltooid.

Artikel 2.6  

De subsidie als bedoeld in artikel 2.1 voor het beter toegankelijk, beter bruikbaar en veiliger maken van de woning wordt verleend voor voorzieningen die zijn opgenomen op een door burgemeester en wethouders vast te stellen "lijst van opplusvoorzieningen" met bijbehorende subsidiebedragen en bedraagt ten hoogste € 1.200 per woning. Deze subsidie kan over maximaal 2 aanvragen verdeeld worden.Het vaststellen en betalen van de subsidie.

Artikel 2.7  

  • 1

    Terstond na de voltooiing van de werkzaamheden meldt de subsidieaanvrager aan burgemeester en wethouders of aan door burgermeester en wethouders aan te wijzen personen dat de bedoelde werkzaamheden gereed zijn;

  • 2

    De gereedmelding is tevens een aanvraag om vaststelling van de hoogte van de subsidie.

Artikel 2.8  

  • 1

    Binnen vier weken na ontvangst van de gereedmelding beslissen burgemeester en wethouders of zij met de gereedmelding instemmen en stellen zij de hoogte van de subsidie vast overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:46 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • 2

    Burgemeester en wethouders kunnen een besluit als bedoeld in het eerste lid eenmaal met vier weken verdagen voor zover de controle op de juistheid van de gegevens daartoe aanleiding geeft.

Hoofdstuk 3 OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 3.1  

Op aanvragen voor toekenning van een bijdrage die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze verordening, wordt beslist op grond van de, voor de inwerkingtreding van deze verordening geldende subsidieverordening "Stimuleringsregeling particuliere woningverbetering en opplussen".

Artikel 3.2  

Deze verordening treedt in werking op 8 oktober 2008 en kan aangehaald worden als de Stimuleringsregeling opplussen.

d.d. 25 september 2008

DE RAAD VOORNOEMD,

de griffier, de voorzitter,