| TITEL 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE FYSIEKE LEEFOMGEVING / OMGEVINGSVERGUNNING | |
Hoofdstuk 1 | Begripsomschrijvingen | |
2.1.1. | Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: | |
2.1.1.1. | Aanlegkosten: de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting inbegrepen. Indien de werken of de werkzaamheden geheel of gedeeltelijk in zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft. | |
2.1.1.2. | Bouwkosten: de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, inclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. In het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. | |
2.1.1.3. | Sloopkosten: de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de sloopkosten, inclusief omzetbelasting. In het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft. | |
2.1.1.4. | Wabo: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. | |
| | |
2.1.2. | In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld. | |
2.1.3. | In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift is bedoeld. | |
| | |
Hoofdstuk 2 | Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag | |
2.2. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: | |
2.2.1. | om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is | € 100,-- |
2.2.2. | Het tarief genoemd in onderdeel 2.2.1. wordt verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkens uit een begroting die ter zake door of vanwege de in artikel 231, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar is opgesteld. | |
| | |
Hoofdstuk 3 | Omgevingsvergunning | |
| | |
2.3. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd. | |
| | |
2.3.1. | Bouwactiviteiten | |
2.3.1.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief 2,9% met een minimum van | € 117,50 |
2.3.1.2. | Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1. bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 200% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges. | |
2.3.1.3. | De op grond van de onderdelen 2.3.1.1. en 2.3.1.2. geheven leges worden verhoogd met de kosten van de welstandscommissie, zoals die zijn weergegeven in bijlage I van deze tarieventabel. | |
2.3.1.4. | De op grond van de onderdelen 2.3.1.1. en 2.3.1.2. geheven leges worden verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de vorige volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.2. | Aanlegactiviteiten | |
2.3.2.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo | € 74,65 |
2.3.2.2. | De op grond van de onderdelen 2.3.2.1. geheven leges worden verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Indien een begroting als bedoeld in de vorige volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
2.3.3. | Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.: | |
2.3.3.1. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) | € 300,-- |
2.3.3.2. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) | € 300,-- |
2.3.3.3. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) | € 3.200,-- |
2.3.3.4. | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 300,-- |
2.3.3.5. | indien artikel 2,12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) | € 3.200,-- |
2.3.3.6. | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) | 20% |
2.3.3.7. | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) | 30% |
2.3.3.8. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) | 20% |
| | |
2.3.4. | Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit | |
2.3.4.1. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking) | € 300,-- |
2.3.4.2. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking) | € 300,-- |
2.3.4.3. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) | € 3.200,-- |
2.3.4.4. | indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) | € 300,-- |
2.3.4.5. | indien artikel 2,12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan) | € 3.200,-- |
2.3.4.6. | indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving) | € 600,-- |
2.3.4.7. | indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving) | € 900,-- |
2.3.4.8. | indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit) | € 600,-- |
| | |
2.3.5. | In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid | |
| Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, is het tarief gelijk aan het overeenkomstig voor het bouwwerk of activiteit in hoofdstuk 3 van titel 3 opgenomen tarief. | |
| | |
2.3.6. | Sloopactiviteiten | |
2.3.6.1. | Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief | |
2.3.6.1.1. | In gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo | € 209,-- |
2.3.6.1.2. | In gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo | € 209,-- |
| | |
2.3.7. | Kappen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in de provinciale verordening of artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening Baarn 2009: | |
2.3.7.1. | indien niet meer dan 10 bomen worden geveld | € 90,-- |
2.3.7.2. | indien meer dan 10 bomen worden geveld, wordt het in onderdeel 2.3.7.1. bedoelde tarief verhoogd met per te vellen boom, boven het aantal van tien te vellen bomen. | € 9,-- |
| | |
2.3.8. | Omgevingsvergunning in twee fasen | |
| Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief: | |
2.3.8.1. | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: 50% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft; | |
2.3.8.2. | voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: 50% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft. | |
| | |
2.3.9. | Beoordeling bodemrapport | |
| Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens een wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld | € 291,80 |
| | |
2.3.10. | Advies | |
2.3.10.1. | Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag dat van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. | |
2.3.10.2. | Indien de begroting als bedoeld in 2.3.10.1. is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken. | |
| | |
Hoofdstuk 4 | Vermindering | |
2.4. | Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in artikel 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges die voor het in behandeling nemen van een aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3. | |
| | |
Hoofdstuk 5 | Teruggaaf | |
| | |
2.5.1. | Teruggaaf als gevolg van intrekking van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten | |
| Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in de onderdeel 2.3., intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van de in onderdeel 2.3.1.1. geheven leges. Geen aanspraak bestaat op teruggaaf van de op grond van onderdeel 2.3.10. geheven leges. | |
| | |
2.5.2. | Teruggaaf als gevolg van intrekking van de verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten | |
| Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in onderdeel 2.3., intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van 50% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1. geheven leges. Teruggaaf wordt alleen verleend indien de vergunning binnen zes maanden na de verlening daarvan wordt ingetrokken en van de ingetrokken vergunning geen gebruik is gemaakt. Geen aanspraak bestaat op teruggaaf van de op grond van onderdeel 2.3.1.3. geheven leges. | |
| | |
2.5.3. | Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten | |
2.5.3.1. | Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3. weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van 25% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1. geheven leges. Geen aanspraak bestaat op teruggaaf van de op grond van onderdeel 2.3.1.3. geheven leges. | |
2.5.3.2. | Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1. wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is vernietigd bij rechterlijke uitspraak. | |
| | |
2.5.4. | Teruggaaf als gevolg van een gewijzigde, opnieuw ingediende aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten | |
| Teruggaaf van de op grond van het onderdeel 2.3.1.1. geheven leges wordt verleend als een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, in afwijking is van een reeds eerder ingediende aanvraag waarvoor vergunning is verleend maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt. Voor het bedrag van de teruggaaf worden de voor de eerdere aanvraag geheven leges verrekend met het bedrag dat op grond van artikel 2.3.1.1. verschuldigd is voor de nieuwe aanvraag. | |
| | |
2.5.5. | Minimumbedrag voor teruggaaf | |
| Een bedrag van minder dan wordt niet teruggegeven. | € 58,50 |
| | |
2.5.6. | Geen teruggaaf legesdeel advies | |
| Van de leges verschuldigd op grond van onderdeel 2.3.10. wordt geen teruggaaf verleend. | |
| | |
Hoofdstuk 6 | Overige tarieven van titel 2 | |
2.6. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van: | |
2.6.1. | een verzoek tot het overdragen van een verleende bouwvergunning als bedoeld in artikel 10.3 van de bouwverordening | € 32,65 |
2.6.2. | een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het onttrekken van een woning aan het woningbestand als bedoeld in artikel 124 van de Woningwet | € 119,55 |
2.6.3. | Voor de berekening van de ouderdomsdatum van de bestemmingsplannen als bedoeld in artikel 5.14. wordt uitgegaan van de datum van inwerkingtreding van de geldende legesverordening. | |
2.6.4. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen | € 52,70 |
2.6.5. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een: | |
2.6.5.1. | fotokopie op A4-formaat | € 1,45 |
2.6.5.2. | fotokopie op A3-formaat | € 1,80 |
2.6.5.3. | tot het verstrekken van een fotokopie A0-formaat | € 6,40 |
| | |
| | |
| TITEL 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN | |
Hoofdstuk 1 | Horeca | |
| | |
3.1.1. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet voor het uitoefenen van het “Horeca- of slijtersbedrijf” dan wel het in zelfwerkzaamheid niet bedrijfsmatig en anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank | € 156,55 |
3.1.2. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding van wijziging van een inrichting als bedoeld onder 12.1. in verband met de wijziging van een lokaliteit een en ander zoals bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet | € 78,25 |
3.1.3. | | € 78,25 |
3.1.4. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om ontheffing ingevolge artikel 35 van de Drank- en Horecawet tot het verstrekken van zwakalcoholische drank | € 19,25 |
3.1.5. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek van vergunning voor het exploiteren van een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Baarn 2009 | € 78,25 |
| | |
Hoofdstuk 2 | Organiseren van evenementen | |
3.2.1. | Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of een ontheffing op grond van de Algemene plaatselijke verordening 2009: | |
3.2.1.3. | voor het hebben van een evenement in de vorm van een kermis of een circus, als bedoeld in artikel 2:25 van voornoemde verordening | € 235,25 |
3.2.1.4. | voor het doen plaatsvinden van een evenement, anders dan een kermis of een circus, als bedoeld in artikel 2:25 van voornoemde verordening | € 19,30 |
| | |
Hoofdstuk 3 | Brandveiligheid | |
| Gebouwen of inrichtingen met een woonfunctie | |
3.3..1.1. | Het tarief bedraagt voor: | |
3.3.1.1.1. | een gebouw of inrichting met een vloeroppervlakte tot en met 500 m2 | € 1010,95 |
3.3.1.1.2. | kloosters en abdijen, indien de vloeroppervlakte meer dan 500 m² bedraagt | € 1240,00 |
3.3.1.1.3. | tehuizen of woongebouwen met inpandige gangen, indien de vloeroppervlakte meer dan 500 m² bedraagt | € 1240,00 |
3.3.1.1.4. | cellen en cellengebouwen (gevangenissen) | € 830,00 |
3.3.1.1.5. | woningen voor niet-zelfstandige en niet-zelfredzame bewoners | € 1951,20 |
3.3.1.1.6. | bejaardenoorden | € 760,00 |
| Gebouwen of inrichtingen met een logiesfunctie | |
3.3.1.2. | Het tarief bedraagt voor een hotel met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.2.1. | tot en met 250 m2 | € 1310,95 |
3.3.1.2.2. | van 250 m2 tot en met 500 m2 | € 1584,15 |
3.3.1.2.3. | van meer dan 500 m2 | € 1881,20 |
| | |
3.3.1.3. | Het tarief bedraagt voor een pension of nachtverblijf met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.3.1. | tot en met 250 m2 | € 1080,95 |
3.3.1.3.2. | van 250 m2 tot en met 500 m2 | € 1354,10 |
3.3.1.3.3. | van meer dan 500 m² | € 1881,20 |
| | |
3.3.1..4. | Het tarief bedraagt voor een dagverblijf met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.4.1. | tot en met 1.000 m2 | € 577,55 |
3.3.1.4.2. | van meer dan 1.000 m2 | € 1082,20 |
| | |
| Onderwijsgebouwen of -inrichtingen | |
3.3.1.5. | Het tarief bedraagt voor onderwijsinstellingen met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.5.1. | tot en met 1.000 m2 | € 737,40 |
3.3.1.5.2. | van meer dan 1.000 m2 tot en met 2.500 m2 | € 1034,30 |
3.3.1.5.3. | van meer dan 2.500 m2 | € 1764,55 |
| | |
| Kinderdagverblijven en peuterspeelzalen | |
3.3.1.6. | Het tarief bedraagt voor een kinderdagverblijf of een peuterspeelzaal | € 577,55 |
| | |
| Gebouwen en inrichtingen voor gezondheidszorg | |
3.3.1.7. | Het tarief bedraagt voor een gebouw voor gezondheidsdiensten: | |
3.3.1.7.1. | met een vloeroppervlakte tot en met 1.000 m2 | € 1881,20 |
3.3.1.7.2. | met een vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m2 | € 4141,60 |
| | |
3.3.1.8. | Het tarief bedraagt voor een ziekenhuis, kliniek, polikliniek of psychiatrische voorziening: | |
3.3.1.8.1. | met een vloeroppervlakte tot en met 1.000 m2 | € 1764,55 |
3.3.1.8.2. | met een vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m2 | € 4141,60 |
| | |
3.3.1.9. | Het tarief bedraagt voor een verpleeghuis: | |
3.3.1.9.1. | met een vloeroppervlakte tot en met 1.000 m2 | € 1764,55 |
3.3.1.9.2. | met een vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m2 | € 4141,60 |
| | |
| Bedrijfsgebouwen of -inrichtingen | |
3.3.1.10. | Het tarief bedraagt voor een kantoor met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.10.1. | tot en met 1.000 m2 | € 577,55 |
3.3.1.10.2. | van meer dan 1.000 m2 tot en met 3.000 m2 | € 2035,80 |
3.3.1.10.3. | van meer dan 3.000 m2 tot en met 6.000 m2 | € 1782,48 |
3.3.1.10.4. | van meer dan 6.000 m2 | € 1904,50 |
| | |
3.3.1.11. | Het tarief bedraagt voor een fabriek met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.11.1. | tot en met 3.000 m2 | € 714,00 |
3.3.1.11.2. | van meer dan 3.000 m2 tot en met 6.000 m2 | € 1104,30 |
3.3.1.11.3. | van meer dan 6.000 m2 | € 1904,55 |
| | |
3.3.1.12. | Het tarief bedraagt voor een studiogebouw ten behoeve van tv- of filmopnamen | € 1128,79 |
| Gebouwen of inrichtingen met een publieksfunctie | |
3.3.1.13. | Het tarief bedraagt voor een theater, schouwburg, bioscoop of een aula met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.13.1. | tot en met 1.250 m2 | € 737,55 |
3.3.1.13.2. | van meer dan 1.250 m2 tot en met 2.500 m2 | € 1128,75 |
3.3.1.13.3. | van meer dan 2.500 m2 | € 1358,75 |
3.3.1.14. | Het tarief bedraagt voor een museum of een bibliotheek met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.14.1. | tot en met 1.250 m2 | € 530,88 |
3.3.1.14.2. | van meer dan 1.250 m2 tot en met 2.500 m2 | € 1105,45 |
3.3.1.14.3. | van meer dan 2.500 m2 | € 1128,75 |
| | |
3.3.1.15. | Het tarief bedraagt voor een buurthuis, ontmoetingscentrum of een wijkcentrum met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.15.1. | tot en met 1.250 m2 | € 600,85 |
3.3.1.15.2. | van meer dan 1.250 m2 | € 1128,75 |
3.3.1.16. | Het tarief bedraagt voor een gebedshuis | € 577,55 |
3.3.1.17. | Het tarief bedraagt voor een tentoonstellingsgebouw met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.17.1. | tot en met 1.250 m2 | € 530,85 |
3.3.1.17.2. | van meer dan 1.250 m2 | € 1105,45 |
| | |
3.3.1.18. | Het tarief bedraagt voor een kantine of eetzaal | € 944,24 |
3.3.1.19. | Het tarief bedraagt voor een café, discotheek, restaurant met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.19.1. | tot en met 250 m2 | € 600,85 |
3.3.1.19.2. | van meer dan 250 m2 tot en met 500 m2 | € 967,40 |
3.3.1.19.3. | van meer dan 500 m2 tot en met 1.000 m2 | € 1127,65 |
3.3.1.19.4 | van meer dan 1.000 m2 | € 1400,83 |
| | |
3.3.1.20. | Het tarief bedraagt voor een gymzaal of balletstudio | € 988,60 |
| | |
3.3.1.21. | Het tarief bedraagt voor een sporthal of een stadion met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.21.1. | tot en met 1.250 m2 | € 941,95 |
3.3.1.21.2. | van meer dan 1.250 m2 tot en met 5.000 m2 | € 1782,45 |
3.3.1.21.3. | van meer dan 5.000 m2 | € 1904,55 |
3.3.1.22. | Het tarief bedraagt voor een zwembad | € 1764,55 |
| | |
3.3.1.23. | Het tarief bedraagt voor winkelgebouwen met een vloeroppervlakte: | |
3.3.1.23.1. | tot en met 500 m2 | € 530,85 |
3.3.1.23.2. | van meer dan 500 m2 tot en met 1.000 m2 | € 967,40 |
3.3.1.23.3. | van meer dan 1.000 m2 tot en met 2.500 m2 | € 1217,65 |
3.3.1.23.4. | van meer dan 2.500 m2 | € 1840,95 |
3.3.1.24. | Het tarief bedraagt voor een stationsgebouw (weg, spoor, water, lucht) met een oppervlakte: | |
3.3.1.24.1. | tot en met 1.000 m2 | € 577,55 |
3.3.1.24.2. | van meer dan 1.000 m2 | € 1104,30 |
3.3.1.25. | Tijdelijke bouwsels | |
| Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting die niet bedoeld is voor gebruik langer dan 30 dagen, zoals bedoeld in artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening | € 119,50 |