Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Baarn

Verordening op de heffing en de invordering van leges 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBaarn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van leges 2010
Citeertitel2e wijziging van de Legesverordening 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-10-201001-01-2011Nieuwe regeling

23-06-2010

Gemeentenieuws, Baarns Weekblad, 15-7-2010

10RV000017
01-01-2010

16-12-2009

Gemeentenieuws, Baarns Weekblad, 23-12-2009

Tekst van de regeling

Intitulé

2e wijzinging van de Legesverordening 2010

Nr. 10RV000017.

De raad der gemeente Baarn;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 4 mei 2010;

gehoord de commissie voor Samenleving, Bestuur en Financiën d.d. 1 juni 2010;

gelet op de artikelen 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de:

2e WIJZIGING VAN DE

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES 2010

Artikel 1

Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    “dag “: de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;

  • b.

    “week”: een aaneengesloten periode van zeven dagen;

  • c.

    “maand”: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalendermaand tot de 1e dag in de volgende kalendermaand;

  • d.

    “jaar”: het tijdvak dat loopt van de 1e dag in een kalenderjaar tot de 1e dag in het volgende kalenderjaar

  • e.

    “kalenderjaar”: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2

Belastbaar feit

Onder de naam “leges” worden rechten geheven voor het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verlenen van diensten, genoemd in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel.

Artikel 3

Belastingplicht

Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend.

Artikel 4

Vrijstellingen

Leges worden niet geheven voor:

  • a.

    het raadplegen van de bij de gemeente berustende registers, leggers en plankaarten van de Dienst van het Kadaster en de openbare registers door ambtenaren, in de uitoefening van hun functie;

  • b.

    het in behandeling nemen van aanvragen van verklaringen omtrent inkomen en vermogen.

     

    Artikel 5

    Maatstaven en tarieven

    • 1.

      De leges worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel, aangeduid als Tarieventabel 2010-III, met inachtneming van het overigens in dit artikel bepaalde.

    • 2.

      Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van een project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt tot vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.

    • 3.

      Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

       

    Artikel 6

    Wijze van heffing

    De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.

     

    Artikel 7

    Termijnen van betaling

    • 1.

      In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de leges

      worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:

    • a.

      mondeling wordt gedaan, op het moment van het doen van de kennisgeving;

    • b.

      schriftelijk wordt gedaan, op het moment van uitreiken van de kennisgeving,

      dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 14 dagen na de dagtekening

      van de kennisgeving.

    • 2.

      De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde Termijnen.

       

    Artikel 8

    Teruggaaf

    1.Gehele of gedeeltelijke teruggaaf van leges voor een in de tarieventabel omschreven dienst wordt verleend op een aanvraag als bedoeld in artikel 242 van de Gemeentewet en overeenkomstig een met betrekking tot die dienst in de bij deze verordening behorende tarieventabel opgenomen bepaling.

    2.Voor de toepassing van artikel 28, vierde lid, van de Invorderingswet 1990 wordt de teruggaaf van leges, bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een vermindering van de belastingaanslag.

     

    Artikel 9

    Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

    Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van leges.

     

    Artikel 10

    Inwerkingtreding, overgangsbepaling en citeerartikel

    • 1.

      Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2010, of zo dit later is, op de eerste dag na die van de bekendmaking.

    • 2.

      Indien de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op een later moment in werking treedt dan de in het eerste lid genoemde datum, dan treedt deze verordening in afwijking van het eerste lid in werking op het tijdstip dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt.

    • 3.

      De datum van ingang van de heffing is 1 juli 2010. Als deze verordening op een later moment in werking treedt dan 1 juli 2010 dan geldt als datum van ingang van de heffing de dag dat de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking treedt.

    • 4.

      Deze verordening kan worden aangehaald als de “2e wijziging van de Legesverordening 2010”.

       

    Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering

    van de gemeente Baarn op 23 juni 2010,

    de griffier, de voorzitter,

     

    Tarieventabel 2010-III,

    behorende bij de “Legesverordening 2010”

    Inhoudsopgave van de tarieventabel Bladzijde

    Titel I Algemene dienstverlening

    Hoofdstuk 1 Algemeen 5

    Hoofdstuk 2 Bestuursstukken 5

    Hoofdstuk 3 Burgerlijke stand 6

    Hoofdstuk 4 Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie

    Persoonsgegevens 7

    Hoofdstuk 5 Gemeentearchief 13

    Hoofdstuk 6 Kiezersregister 13

    Hoofdstuk 7 Kadaster 13

    Hoofdstuk 8 Reisdocumenten 13

    Hoofdstuk 9 Rijbewijzen 14

    Hoofdstuk 10 Wet op de kansspelen 15

    Hoofdstuk 11 Winkeltijdenwet 16

    Hoofdstuk 12 Huisvestingswet en Leegstandwet 16

    Hoofdstuk 13 Algemene plaatselijke verordening 20

    Hoofdstuk 14 Overige tarieven, vallend in titel I 20

    Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefom-

    geving/omgevingsvergunning

    Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

    Hoofdstuk 2 Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

    Hoofdstuk 3 Omgevingsvergunning

    Hoofdstuk 4 Vermindering

    Hoofdstuk 5 Teruggaaf

    Hoofdstuk 6 Overige tarieven, vallend in titel 2

    Titel 3 Dienstverlening vallend onder de Europese

    dienstenrichtlijn

    Hoofdstuk 1 Horeca

    Hoofdstuk 2 Organiseren van evenementen

    Hoofdstuk 3 Brandveiligheid

    Bijlagen bij de tarieventabel

    Bijlage 1 Overzicht van de tarieven van de welstandscommissie

     

    TITEL 1 ALGEMENE DIENSTVERLENING

     

    Hoofdstuk 1

    Algemeen

    Tarief

     

     

     

    1.1.1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van:

     

    1.1.1.1.

    gewaarmerkte afschriften van stukken voor zover deze niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

    € 2,20

    1.1.1.2.

    afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in een tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

    € 0,20

    1.1.1.3.

    Afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, zoals bedoeld in onderdeel 1.1.1.2., op grond van een verzoek waarbij niet het directe belang van de aanvrager in het geding is

    € 1,00

    1.1.1.4.

    een besluit op een verzoek, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen

    € 29,60

    1.1.1.5.

    stukken of uittreksels, welke op verzoek van de aanvrager moeten worden opgemaakt, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen, per pagina

    € 11,10

     

     

     

    Hoofdstuk 2

    Bestuursstukken

     

     

     

     

    1.2.1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:

     

    1.2.1.1.

    een exemplaar van een programmabegroting

    € 23,80

    1.2.1.2.

    een exemplaar van een afdelingsplan

    € 23,80

    1.2.1.3.

    een exemplaar van de bijlagen van de begroting

    € 14,50

    1.2.1.4.

    een exemplaar van een Jaarrekening

    € 29,30

    1.2.1.5.

    een exemplaar van een rekening van een afdeling

    € 14,50

     

     

     

    1.2.2.

    Het tarief bedraagt voor een abonnement op stukken van de openbare vergaderingen van raadscommissies en raadsvergaderingen (met inbegrip van de korte samenvatting van het verhandelde in de vergadering doch met uitzondering van kaarten, bestemmingsplannen en daarmee gelijk te stellen stukken), voor zover deze stukken aan de pers welke het plaatselijke nieuws verzorgt, worden verstrekt, per kalenderjaar,

    indien deze:

     

    1.2.2.1.

    op het gemeentehuis worden afgehaald

    € 38,10

    1.2.2.2.

    per post worden verzonden

    € 73,30

     

     

     

    1.2.3.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot verstrekken van een exemplaar van de Algemene Plaatselijke Verordening Baarn 2009

    € 14,55

    Hoofdstuk 3

    Burgerlijke stand

     

     

     

     

    1.3.1.

    Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of de registratie van een partnerschap, met inbegrip van de verstrekking van een trouwboekje of partnerschapsboekje in een luxe uitvoering,

    als dit plaats heeft:

     

    1.3.1.1.

    in de trouwzaal van het gemeentehuis, op werkdagen tussen 09.00 en 16.00 uur

    € 300,55

    1.3.1.2.

    in de trouwzaal van het gemeentehuis, op de daarvoor aangewezen zaterdagen, tussen 09.00 en 12.00 uur

    € 585,60

    1.3.1.3.

    in de ondertrouwkamer van het gemeentehuis, op werkdagen tussen 09.00 en 16.00 uur

    € 168,05

    1.3.1.4.

    in een bijzonder huis, ingevolge artikel 64, Boek I, van het Burgerlijk Wetboek

    € 300,55

    1.3.1.5.

    op een aangegeven locatie in de gemeente Baarn op werkdagen tussen 09.00 en 16.00 uur

    € 406,50

    1.3.1.6.

    op een aangegeven locatie in de gemeente Baarn op zaterdagen tussen 09.00 en 16.00 uur

    € 693,50

    1.3.1.7.

    op een aangegeven locatie in de gemeente Baarn op zondagen tussen 14.00 en 17.00 uur

    € 693,50

    1.3.2.

    Het tarief bedraagt voor een voltrekking van een huwelijk of de registratie van het partnerschap, exclusief de verstrekking van een trouwboekje of partnerschapsboekje, op maandag om 09.00 uur en 10.00 uur

    Nihil

    1.3.3.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beschikbaar stellen van getuigen bij de huwelijksvoltrekking of de registratie van het partnerschap, per getuige

    € 33,60

    1.3.4.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een trouwboekje of een partnerschapsboekje in een:

     

    1.3.4.1.

    gewone uitvoering

    € 17,90

    1.3.4.2.

    luxe uitvoering

    € 30,70

     

     

     

    1.3.5.

    Voor de toepassing van de onder 1.3.1. genoemde tarieven wordt de gelijktijdige voltrekking van meer dan één huwelijk of registratie partnerschap waarbij personen uit hetzelfde gezin zijn betrokken, beschouwd als één voltrekking c.q. registratie.

     

    1.3.6.

    Voor de toepassing van de onder 1.3.1. genoemde tarieven wordt indien de voltrekking van het huwelijk of de registratie van het partnerschap niet doorgaat, teruggaaf verleend van de betaalde leges voor het bedrag dat meer is betaald dan € 54,00.

     

     

     

     

    1.3.7.

    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand worden de rechten geheven zoals die zijn opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand of zoals dit Besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

     

    Hoofdstuk 4

    Verstrekkingen uit de Gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens

     

     

     

     

    1.4.1.

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk, wordt onder één inlichting verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waarvoor de gemeentelijke basisadministratie personen moeten worden geraadpleegd of één of meer gegevens omtrent één persoon die niet opgenomen is in de gemeentelijke basisadministratie personen.

     

    1.4.2.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens:

     

    1.4.2.1.1.

    aan afnemers en bijzondere derden zoals bedoeld in de artikelen 4 en 10, tweede lid, Besluit GBA, per verstrekking

    € 2,25

    1.4.2.1.2.

    aan anderen dan genoemd in onderdeel 1.4.2.1.1., per verstrekking, verhoogd met eventuele portokosten

    € 8,00

    1.4.2.2.

    Het tarief bedraagt voor een aanvraag tot het afsluiten van een abonnement tot het verstrekken van inlichtingen gedurende de periode van één jaar:

     

    1.4.2.2.1.

    voor 25 inlichtingen

    € 124,30

    1.4.2.2.2.

    voor 50 inlichtingen

    € 217,60

    1.4.2.2.3.

    voor 100 inlichtingen

    € 374,10

    1.4.2.2.4.

    voor 500 inlichtingen

    € 1.576,50

    1.4.2.2.5.

    voor 1.000 inlichtingen

    € 2.506,20

    1.4.2.2.6.

    voor elk volgend duizendtal

    € 2.506,20

     

     

     

    1.4.3.

    Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een gedagtekend bewijs van opneming in of afvoering uit de gemeentelijke basisregistratie:

     

    1.4.3.1.

    betreffende één persoon

    € 8,00

    1.4.3.2.

    betreffende meer personen die behoren tot hetzelfde adres

    € 9,85

    1.4.4.

    Het tarief bedraagt voor het leveren van een selectie van gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie op een alternatief medium, indien de levering daarvan plaatsvindt aan geautoriseerde afnemers, per medium

    € 22,70

    1.4.5.

    Het tarief bedraagt voor het leveren van een selectie van gegevens uit de gemeentelijke basisadministratie aan particulieren:

     

    1.4.5.1.

    voor het vervaardigen van de selectie, per besteed kwartier

    € 19,90

    1.4.5.2.

    het in onderdeel 1.4.5.1. bedoeld tarief wordt verhoogd met een bedrag per verstrekt medium van

    € 22,70

    Hoofdstuk 5

    Gemeentearchief

     

     

     

     

    1.5.1.

    Het tarief voor het opvragen, nasporen en inzage van een (bouw)dossier, ongeacht het resultaat in de in het gemeentearchief berustende stukken door een ambtenaar van het gemeentearchief, per daaraan besteed kwartier

    Het in dit onderdeel genoemde tarief wordt verhoogd met de bedragen zoals bedoeld in het onderdeel 2.6.5. van titel 2 van deze tabel.

    € 19,90

    Hoofdstuk 6

    Kiezersregister

     

     

     

     

    1.6.1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer, bedoeld in artikel D4 van de Kieswet (Stb. 1989, 423)

    € 8,00

    Hoofdstuk 7

    Kadaster

     

     

     

     

    1.7.1.

    1.7.1.1.

    1.7.1.2.

    1.7.1.3.

    1.7.1.4.

    Het tarief bedraagt ter zake van het direct (on line) raadplegen c.q. aanvragen te ontvangen via e-mail:

    van hypothecair bericht object

    van kadastraal bericht object

    van kadastraal bericht persoon, per perceel

    van uittreksel kadastrale kaart

    € 10,25

    € 10,25

    € 10,25

    € 10,25

     

     

     

    Hoofdstuk 8

    Reisdocumenten

     

     

     

     

    1.8.1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

     

    1.8.1.1.

    het verstrekken van een nationaal paspoort, een reisdocument voor vluchtelingen, of een reisdocument voor vreemdelingen

    € 45,00

    1.8.1.2.

    het verstrekken van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in 1.8.1.1. (zakenpaspoort)

    € 54,00

    1.8.1.3.

    het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld

    (faciliteitenpaspoort)

    € 40,65

    1.8.1.4.

    het bijschrijven van één kind om een reisdocument als bedoeld in 1.8.1.1., 1.8.1.2. en 1.8.1.3. direct bij de aanvraag van dit nieuwe reisdocument

    € 8,50

    1.8.1.5.

    het bijschrijven van één kind middels een bijschrijvingsticker in een reeds uitgegeven reisdocument als bedoeld in 1.8.1.1., 1.8.1.2. en 1.8.1.3.

    € 19,80

    1.8.1.6.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een Nederlandse Identiteitskaart (N.I.K). aan personen in de leeftijd:

     

    1.8.1.6.1.

    tot en met 13 jaar

    € 8,95

    1.8.1.6.2.

    14 jaar een ouder

    € 40,70

    1.8.1.7.

    Indien de afgifte van een reisdocument als bedoeld in 1.8.1.1., 1.8.1.2., 1.8.1.3. en 1.8.1.6. wordt geweigerd, wordt teruggaaf verleend voor het bedrag dat meer is betaald dan € 13,75.

     

    1.8.1.8.

    Indien het eerder verstrekte reisdocument als bedoeld in de onderdelen 1.8.1.1., 1.8.1.2., 1.8.1.3. of 1.8.1.6. wordt vermist, wordt het tarief verhoogd met

    Het in dit onderdeel genoemde tarief wordt niet geheven in geval de vermissing gepaard is gegaan met geweld of inbraak wat moet blijken uit het proces-verbaal van de aangifte bij de politie.

    € 32,00

     

     

     

    1.8.2.

    De tarieven als genoemd in de onderdelen 1.8.1.1, 1.8.1.2, 1.8.1.3. en 1.8.1.6. worden bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag van

    € 41,00

    1.8.3.

    Het tarief als genoemd in 1.8.2. wordt bij een gecombineerde spoedlevering van een nieuw reisdocument zoals bedoeld in de onderdelen 1.8.1.1., 1.8.1.2. en 1.8.1.3. alsmede het bijschrijven van één of meer kinderen zoals bedoeld in onderdeel 1.8.1.4. slechts één keer per reisdocument berekend.

     

    1.8.4.

    Het tarief zoals genoemd in onderdeel 1.8.1.5. wordt bij een spoedlevering vermeerderd met een bedrag per bijschrijvingssticker van

    € 19,50

    Hoofdstuk 9

    Rijbewijzen

     

     

     

     

    1.9.1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

     

    1.9.1.1.

    voor het in behandeling nemen van een rijbewijsaanvraag, verlenging, omwisseling of vernieuwing geldt het Rijkstarief zoals dit is opgenomen in het landelijk tarief zoals laatstelijk is vastgesteld of zoals dit besluit laatstelijk is vervangen of gewijzigd vermeerderd met het gemeentetarief van € 29,50.

     

    1.9.1.2.

    tot het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen

    € 7,70

    1.9.1.3.

    indien de afgifte, het vernieuwen of het omwisselen van een rijbewijs wordt geweigerd, wordt teruggaaf verleend voor het bedrag dat meer is betaald dan € 13,55.

     

    1.9.1.4.

    indien in verband met een aanvraag extra werkzaamheden moeten worden verricht om de afgifte, het vernieuwen of het omwisselen van een rijbewijs te bespoedigen, wordt het in onderdeel 1.9.1.1. vermelde tarief verhoogd met

    € 14,75

    1.9.1.5.

    Het in onderdeel 1.9.1.1. vermelde tarief wordt verhoogd met

    indien het eerder verstrekte rijbewijs wordt vermist.

    Het in dit onderdeel genoemde tarief wordt niet geheven in geval de vermissing gepaard is gegaan met geweld of inbraak, welke geweld of inbraak moet blijken uit het rapport van aangifte van de vermissing bij de politie.

    € 32,00

    1.9.1.6.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een spoedaanvraag bij de Rijksdienst van het Wegverkeer

    € 33,50

     

     

     

    Hoofdstuk 10

    Wet op de kansspelen

     

    1.10.1.

    Voor de verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen, een bedrag zoals dat op grond van het bepaalde onder 10.2 kan worden gerekend voor nieuwe vergunningen, welke in de herziene wet zijn bedoeld.

     

    1.10.2.

    Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30c van de Wet van 13 november 1985, Stbl. 600, houdende herziening van de Wet op de kansspelen, welke geldt voor een tijdvak van 12 maanden:

     

    1.10.2.1.

    indien de vergunning voor één speelautomaat geldt

    € 58,80

    1.10.2.2.

    indien de vergunning voor twee of meer speelautomaten

    geldt, wordt het in onderdeel 1.10.2.1. genoemde tarief

    verhoogd met

    voor iedere speelautomaat waarvoor een vergunning

    geldt.

    € 35,25

    1.10.3.

    Het in onderdeel 1.10.2. genoemde tarief is van overeenkomstige toepassing indien de vergunning geldt voor een tijdvak korter dan 12 maanden of langer dan 12 maanden, doch ten hoogste 4 jaar, met dien verstande dat de in onderdeel 1.10.2. bedoelde bedragen naar evenredigheid van het verschil in looptijd van de vergunning worden verlaagd, onderscheidenlijk worden verhoogd.

     

    1.10.4.

    Het in onderdeel 1.10.2. genoemde tarief is van overeenkomstige toepassing indien de vergunning geldt voor een tijdvak van meer dan vier jaar dan wel voor onbepaalde tijd, met dien verstande dat voor de toepassing van dit onderdeel:

     

    1.10.4.1.

    het in onderdeel 1.10.2.1. genoemde tarief wordt gelezen het bedrag per automaat

    € 230,45

    1.10.4.2.

    het in onderdeel 1.10.2.2. genoemde tarief wordt gelezen het bedrag per automaat € 138,40 per automaat

    € 138,40

    1.10.5.

    Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de kansspelen

    € 37,65

     

     

     

    Hoofdstuk 11

    Winkeltijdenwet

     

     

     

     

    1.11.1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

     

    1.11.1.1.

    voor ontheffing in het kader van de Winkeltijdenwet (Stb. 1996, 182) of het Vrijstellingenbesluit Winkeltijden (Stb. 1996, 183)

    € 39,00

    1.11.1.2.

    tot het verlenen van toestemming om in de vorige onderdelen bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander

    € 19,25

    1.11.1.3.

    tot het intrekken of wijzigen van een in de vorige onderdelen bedoelde ontheffing

    € 19,25

     

     

     

    Hoofdstuk 12

    Huisvestingswet en Leegstandwet

     

     

     

     

    1.12.1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

     

    1.12.1.1.

    tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 7, eerste lid van de Huisvestingswet (Stb. 1992, 548)

    € 52,80

    1.12.1.2.

    tot het verkrijgen van een medische indicatie mede dienende ter bepaling van de urgentie van woningzoekenden, ten behoeve van een doelmatige verdeling van de woonruimte

    € 50,60

    1.12.1.3.

    tot het verkrijgen van een sociale indicatie mede dienende ter bepaling van de urgentie van woningzoekenden, ten behoeve van een doelmatige verdeling van de woonruimte

    € 42,00

    1.12.2.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

     

    1.12.2.1.

    voor het inschrijven als woningzoekende, waarbij de inschrijving geldt voor 2 jaar

    € 15,80

    1.12.2.2.

    voor verlenging van de in onderdeel 1.12.2.1. genoemde inschrijving

    € 15,80

    1.12.3.

    Het tarief bedraagt voor het bij abonnement verstrekken van het blad Woonmarkt, per jaar

    € 14,95

    1.12.4.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het tijdelijk verhuren van een leegstaande woning zoals bedoeld in artikel 15, derde tot en met vijfde lid, van de Leegstandwet, dan wel voor een verlenging daarvan

    € 52,80

    Hoofdstuk 13

    Algemene plaatselijke verordening

     

     

     

     

    1.13.1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of een ontheffing op grond van de Algemene plaatselijke verordening Baarn 2009:

     

    1.13.1.1.

    voor het hebben van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan, als bedoeld in artikel 2:10 van de voornoemde verordening

    € 19,25

    1.13.1.2.

    voor het maken of veranderen van een uitweg, als bedoeld in artikel 2:12 van voornoemde verordening

    € 78,25

    1.13.1.3.

    voor het houden van een collecte, als bedoeld in artikel 5:13 van voornoemde verordening

    € 19,30

    1.13.1.4.

    voor het venten met waren en goederen, als bedoeld in artikel 5:14 van voornoemde verordening

    € 19,30

    1.13.1.5.

    voor het hebben van een standplaats, als bedoeld in artikel 5:17, en volgende, van voornoemde verordening

    € 19,30

    1.13.1.6.

    voor het hebben van een verzameling standplaatsen, niet zijnde de weekmarkt, zoals bedoeld in artikel 5:18 van voornoemde verordening, voor commerciële doeleinden, indien de aanvrager:

     

    1.13.1.6.1

    geen ondernemer is voor de Rijksbelastingdienst

    € 50,00

    1.13.1.6.2.

    wel een ondernemer is voor de Rijksbelastingdienst

    € 100,00

    1.13.1.7.

    voor het aanleggen, stoken of hebben van vuur in de open lucht, als bedoeld in artikel 5:34 van voornoemde verordening

    € 19,30

    1.13.1.8.

    voor zover in deze tabel, verordening of wettelijke bepaling niet elders anders is bepaald, is voor elke gelegenheid waarvoor een vergunning, ontheffing of toestemming is vereist, het tarief verschuldigd van

    € 19,30

     

     

     

    Hoofdstuk 14

    Overige tarieven, vallend in titel 1

     

     

     

     

    1.14.1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot:

     

    1.14.1.1.

    de legalisatie van een handtekening of andere waarmerking van een stuk

    € 8,00

    1.14.1.2.

    het verkrijgen van een verklaring omtrent de nationaliteit

    € 8,00

    1.14.1.3.

    het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag

    € 30,05

    1.14.1.4.

    het in leven zijn (attestatie de vita)

    € 8,00

    1.14.1.5.

    ingezetenenschap of oorsprong, dan wel andere niet afzonderlijk in deze tabel genoemde verklaringen

    € 18,20

     

     

     

    1.14.2.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om te worden geplaatst op de wachtlijst voor een standplaats op de markt, zoals bedoeld in artikel 1 van de Marktverordening

    € 18,20

    1.14.3.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding in verband met het verkrijgen van instemming omtrent tijdstip, plaats en werkwijze van uitvoering van werkzaamheden als bedoeld in artikel 5.2, derde lid, van de Telecommunicatiewet

    € 59,90

    1.14.4.

    Het in onderdeel 1.14.3. bedoelde tarief wordt verhoogd:

     

    1.14.4.1.

    indien met betrekking tot een melding overleg moet plaatsvinden tussen gemeente, andere beheerders van openbare grond en de aanbieder van het netwerk, met

    € 120,00

    1.14.4.2.

    indien met betrekking tot een melding onderzoek naar de status van de kabel plaatsvindt, verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de melding aan de melder meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door de in artikel 231, tweede lid, aanhef en onderdeel b., van de Gemeentewet bedoelde ambtenaar is opgesteld.

    Indien een begroting is uitgebracht wordt een melding in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de melder ter kennis is gebracht, tenzij de melding vóór deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

     

    1.14.5.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek voor het verkrijgen van bodeminformatie over een perceel

    € 40,40

     

    TITEL 2 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE FYSIEKE LEEFOMGEVING / OMGEVINGSVERGUNNING

     

    Hoofdstuk 1

    Begripsomschrijvingen

     

    2.1.1.

    Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

     

    2.1.1.1.

    Aanlegkosten:

    de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting inbegrepen.

    Indien de werken of de werkzaamheden geheel of gedeeltelijk in zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of de werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft.

     

    2.1.1.2.

    Bouwkosten:

    de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, inclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd.

    In het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

     

    2.1.1.3.

    Sloopkosten:

    de aannemingssom inclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de sloopkosten, inclusief omzetbelasting.

    In het slopen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder sloopkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het slopen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft.

     

    2.1.1.4.

    Wabo: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

     

     

     

     

    2.1.2.

    In deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.

     

    2.1.3.

    In deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift is bedoeld.

     

     

     

     

    Hoofdstuk 2

    Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag

     

    2.2.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:

     

    2.2.1.

    om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is

    € 100,--

    2.2.2.

    Het tarief genoemd in onderdeel 2.2.1. wordt verhoogd met het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeelde externe advieskosten, blijkens uit een begroting die ter zake door of vanwege de in artikel 231, tweede lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar is opgesteld.

     

     

     

     

    Hoofdstuk 3

    Omgevingsvergunning

     

     

     

     

    2.3.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel.

    In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.

     

     

     

     

    2.3.1.

    Bouwactiviteiten

     

    2.3.1.1.

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief 2,9% met een minimum van

    € 117,50

    2.3.1.2.

    Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1. bedraagt het tarief, indien de in dat onderdeel bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de bouwactiviteit 200% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.

     

    2.3.1.3.

    De op grond van de onderdelen 2.3.1.1. en 2.3.1.2. geheven leges worden verhoogd met de kosten van de welstandscommissie, zoals die zijn weergegeven in bijlage I van deze tarieventabel.

     

    2.3.1.4.

    De op grond van de onderdelen 2.3.1.1. en 2.3.1.2. geheven leges worden verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

    Indien een begroting als bedoeld in de vorige volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

     

     

     

     

    2.3.2.

    Aanlegactiviteiten

     

    2.3.2.1.

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo

    € 74,65

    2.3.2.2.

    De op grond van de onderdelen 2.3.2.1. geheven leges worden verhoogd met de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

    Indien een begroting als bedoeld in de vorige volzin is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

     

     

     

     

    2.3.3.

    Planologisch strijdig gebruik waarbij tevens sprake is van een bouwactiviteit

     

     

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.:

     

    2.3.3.1.

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

    € 300,--

    2.3.3.2.

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

    € 300,--

    2.3.3.3.

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)

    € 3.200,--

    2.3.3.4.

    indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

    € 300,--

    2.3.3.5.

    indien artikel 2,12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

    € 3.200,--

    2.3.3.6.

    indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)

    20%

    2.3.3.7.

    indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)

    30%

    2.3.3.8.

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)

    20%

     

     

     

    2.3.4.

    Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit

     

    2.3.4.1.

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking)

    € 300,--

    2.3.4.2.

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking)

    € 300,--

    2.3.4.3.

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking)

    € 3.200,--

    2.3.4.4.

    indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking)

    € 300,--

    2.3.4.5.

    indien artikel 2,12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan)

    € 3.200,--

    2.3.4.6.

    indien de aanvraag een project van provinciaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van provinciale regelgeving)

    € 600,--

    2.3.4.7.

    indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wet ruimtelijke ordening en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van nationale regelgeving)

    € 900,--

    2.3.4.8.

    indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit)

    € 600,--

     

     

     

    2.3.5.

    In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid

     

     

    Indien de aanvraag tot het verkrijgen van een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, is het tarief gelijk aan het overeenkomstig voor het bouwwerk of activiteit in hoofdstuk 3 van titel 3 opgenomen tarief.

     

     

     

     

    2.3.6.

    Sloopactiviteiten

     

    2.3.6.1.

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk bedraagt het tarief

     

    2.3.6.1.1.

    In gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, of waarvoor op grond van een provinciale verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo

    € 209,--

    2.3.6.1.2.

    In gevallen waarvoor op grond van artikel 8.1.1 van de Bouwverordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo

    € 209,--

     

     

     

    2.3.7.

    Kappen

     

     

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in de provinciale verordening of artikel 4:11 van de Algemene plaatselijke verordening Baarn 2009:

     

    2.3.7.1.

    indien niet meer dan 10 bomen worden geveld

    € 90,--

    2.3.7.2.

    indien meer dan 10 bomen worden geveld, wordt het in onderdeel 2.3.7.1. bedoelde tarief verhoogd met

    per te vellen boom, boven het aantal van tien te vellen bomen.

    € 9,--

     

     

     

    2.3.8.

    Omgevingsvergunning in twee fasen

     

     

    Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:

     

    2.3.8.1.

    voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: 50% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;

     

    2.3.8.2.

    voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: 50% van het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.

     

     

     

     

    2.3.9.

    Beoordeling bodemrapport

     

     

    Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens een wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld

    € 291,80

     

     

     

    2.3.10.

    Advies

     

    2.3.10.1.

    Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij algemene maatregel van bestuur, provinciale of gemeentelijke verordening aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning: het bedrag dat van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.

     

    2.3.10.2.

    Indien de begroting als bedoeld in 2.3.10.1. is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

     

     

     

     

    Hoofdstuk 4

    Vermindering

     

    2.4.

    Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in artikel 2, waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges die voor het in behandeling nemen van een aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in hoofdstuk 3.

     

     

     

     

    Hoofdstuk 5

    Teruggaaf

     

     

     

     

    2.5.1.

    Teruggaaf als gevolg van intrekking van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

     

     

    Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in de onderdeel 2.3., intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van de in onderdeel 2.3.1.1. geheven leges.

    Geen aanspraak bestaat op teruggaaf van de op grond van onderdeel 2.3.10. geheven leges.

     

     

     

     

    2.5.2.

    Teruggaaf als gevolg van intrekking van de verleende omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

     

     

    Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, als bedoeld in onderdeel 2.3., intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van 50% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1. geheven leges.

    Teruggaaf wordt alleen verleend indien de vergunning binnen zes maanden na de verlening daarvan wordt ingetrokken en van de ingetrokken vergunning geen gebruik is gemaakt.

    Geen aanspraak bestaat op teruggaaf van de op grond van onderdeel 2.3.1.3. geheven leges.

     

     

     

     

    2.5.3.

    Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

     

    2.5.3.1.

    Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten als bedoeld in onderdeel 2.3. weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van 25% van de op grond van onderdeel 2.3.1.1. geheven leges.

    Geen aanspraak bestaat op teruggaaf van de op grond van onderdeel 2.3.1.3. geheven leges.

     

    2.5.3.2.

    Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1. wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is vernietigd bij rechterlijke uitspraak.

     

     

     

     

    2.5.4.

    Teruggaaf als gevolg van een gewijzigde, opnieuw ingediende aanvraag om een omgevingsvergunning voor bouwactiviteiten

     

     

    Teruggaaf van de op grond van het onderdeel 2.3.1.1. geheven leges wordt verleend als een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouwactiviteiten, in afwijking is van een reeds eerder ingediende aanvraag waarvoor vergunning is verleend maar waarvan nog geen gebruik is gemaakt.

    Voor het bedrag van de teruggaaf worden de voor de eerdere aanvraag geheven leges verrekend met het bedrag dat op grond van artikel 2.3.1.1. verschuldigd is voor de nieuwe aanvraag.

     

     

     

     

    2.5.5.

    Minimumbedrag voor teruggaaf

     

     

    Een bedrag van minder dan

    wordt niet teruggegeven.

    € 58,50

     

     

     

    2.5.6.

    Geen teruggaaf legesdeel advies

     

     

    Van de leges verschuldigd op grond van onderdeel 2.3.10. wordt geen teruggaaf verleend.

     

     

     

     

    Hoofdstuk 6

    Overige tarieven van titel 2

     

    2.6.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van:

     

    2.6.1.

    een verzoek tot het overdragen van een verleende bouwvergunning als bedoeld in artikel 10.3 van de bouwverordening

    € 32,65

    2.6.2.

    een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot het onttrekken van een woning aan het woningbestand als bedoeld in artikel 124 van de Woningwet

    € 119,55

    2.6.3.

    Voor de berekening van de ouderdomsdatum van de bestemmingsplannen als bedoeld in artikel 5.14. wordt uitgegaan van de datum van inwerkingtreding van de geldende legesverordening.

     

    2.6.4.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, een ontheffing, een vrijstelling of een andere beschikking voor zover daarvoor niet elders in dit hoofdstuk een tarief is opgenomen

    € 52,70

    2.6.5.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een:

     

    2.6.5.1.

    fotokopie op A4-formaat

    € 1,45

    2.6.5.2.

    fotokopie op A3-formaat

    € 1,80

    2.6.5.3.

    tot het verstrekken van een fotokopie A0-formaat

    € 6,40

     

     

     

     

     

     

     

    TITEL 3 DIENSTVERLENING VALLEND ONDER DE EUROPESE DIENSTENRICHTLIJN

     

    Hoofdstuk 1

    Horeca

     

     

     

     

    3.1.1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Drank- en Horecawet voor het uitoefenen van het “Horeca- of slijtersbedrijf” dan wel het in zelfwerkzaamheid niet bedrijfsmatig en anders dan om niet verstrekken van alcoholhoudende drank

    € 156,55

    3.1.2.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding van wijziging van een inrichting als bedoeld onder 12.1. in verband met de wijziging van een lokaliteit een en ander zoals bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet

    € 78,25

    3.1.3.

     

    € 78,25

    3.1.4.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek om ontheffing ingevolge artikel 35 van de Drank- en Horecawet tot het verstrekken van zwakalcoholische drank

    € 19,25

    3.1.5.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een verzoek van vergunning voor het exploiteren van een horecabedrijf, als bedoeld in artikel 2:28 van de Algemene plaatselijke verordening Baarn 2009

    € 78,25

     

     

     

    Hoofdstuk 2

    Organiseren van evenementen

     

    3.2.1.

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning of een ontheffing op grond van de Algemene plaatselijke verordening 2009:

     

    3.2.1.3.

    voor het hebben van een evenement in de vorm van een kermis of een circus, als bedoeld in artikel 2:25 van voornoemde verordening

    € 235,25

    3.2.1.4.

    voor het doen plaatsvinden van een evenement, anders dan een kermis of een circus, als bedoeld in artikel 2:25 van voornoemde verordening

    € 19,30

     

     

     

    Hoofdstuk 3

    Brandveiligheid

     

     

    Gebouwen of inrichtingen met een woonfunctie

     

    3.3..1.1.

    Het tarief bedraagt voor:

     

    3.3.1.1.1.

    een gebouw of inrichting met een vloeroppervlakte tot en met 500 m2

    € 1010,95

    3.3.1.1.2.

    kloosters en abdijen, indien de vloeroppervlakte meer dan 500 m² bedraagt

    € 1240,00

    3.3.1.1.3.

    tehuizen of woongebouwen met inpandige gangen, indien de vloeroppervlakte meer dan 500 m² bedraagt

    € 1240,00

    3.3.1.1.4.

    cellen en cellengebouwen (gevangenissen)

    € 830,00

    3.3.1.1.5.

    woningen voor niet-zelfstandige en niet-zelfredzame bewoners

    € 1951,20

    3.3.1.1.6.

    bejaardenoorden

    € 760,00

     

    Gebouwen of inrichtingen met een logiesfunctie

     

    3.3.1.2.

    Het tarief bedraagt voor een hotel met een vloeroppervlakte:

     

    3.3.1.2.1.

    tot en met 250 m2

    € 1310,95

    3.3.1.2.2.

    van 250 m2 tot en met 500 m2

    € 1584,15

    3.3.1.2.3.

    van meer dan 500 m2

    € 1881,20

     

     

     

    3.3.1.3.

    Het tarief bedraagt voor een pension of nachtverblijf met een vloeroppervlakte:

     

    3.3.1.3.1.

    tot en met 250 m2

    € 1080,95

    3.3.1.3.2.

    van 250 m2 tot en met 500 m2

    € 1354,10

    3.3.1.3.3.

    van meer dan 500 m²

    € 1881,20

     

     

     

    3.3.1..4.

    Het tarief bedraagt voor een dagverblijf met een vloeroppervlakte:

     

    3.3.1.4.1.

    tot en met 1.000 m2

    € 577,55

    3.3.1.4.2.

    van meer dan 1.000 m2

    € 1082,20

     

     

     

     

    Onderwijsgebouwen of -inrichtingen

     

    3.3.1.5.

    Het tarief bedraagt voor onderwijsinstellingen met een vloeroppervlakte:

     

    3.3.1.5.1.

    tot en met 1.000 m2

    € 737,40

    3.3.1.5.2.

    van meer dan 1.000 m2 tot en met 2.500 m2

    € 1034,30

    3.3.1.5.3.

    van meer dan 2.500 m2

    € 1764,55

     

     

     

     

    Kinderdagverblijven en peuterspeelzalen

     

    3.3.1.6.

    Het tarief bedraagt voor een kinderdagverblijf of een peuterspeelzaal

    € 577,55

     

     

     

     

    Gebouwen en inrichtingen voor gezondheidszorg

     

    3.3.1.7.

    Het tarief bedraagt voor een gebouw voor gezondheidsdiensten:

     

    3.3.1.7.1.

    met een vloeroppervlakte tot en met 1.000 m2

    € 1881,20

    3.3.1.7.2.

    met een vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m2

    € 4141,60

     

     

     

    3.3.1.8.

    Het tarief bedraagt voor een ziekenhuis, kliniek,

    polikliniek of psychiatrische voorziening:

     

    3.3.1.8.1.

    met een vloeroppervlakte tot en met 1.000 m2

    € 1764,55

    3.3.1.8.2.

    met een vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m2

    € 4141,60

     

     

     

    3.3.1.9.

    Het tarief bedraagt voor een verpleeghuis:

     

    3.3.1.9.1.

    met een vloeroppervlakte tot en met 1.000 m2

    € 1764,55

    3.3.1.9.2.

    met een vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m2

    € 4141,60

     

     

     

     

    Bedrijfsgebouwen of -inrichtingen

     

    3.3.1.10.

    Het tarief bedraagt voor een kantoor met een vloeroppervlakte:

     

    3.3.1.10.1.

    tot en met 1.000 m2

    € 577,55

    3.3.1.10.2.

    van meer dan 1.000 m2 tot en met 3.000 m2

    € 2035,80

    3.3.1.10.3.

    van meer dan 3.000 m2 tot en met 6.000 m2

    € 1782,48

    3.3.1.10.4.

    van meer dan 6.000 m2

    € 1904,50

     

     

     

    3.3.1.11.

    Het tarief bedraagt voor een fabriek met een vloeroppervlakte:

     

    3.3.1.11.1.

    tot en met 3.000 m2

    € 714,00

    3.3.1.11.2.

    van meer dan 3.000 m2 tot en met 6.000 m2

    € 1104,30

    3.3.1.11.3.

    van meer dan 6.000 m2

    € 1904,55

     

     

     

    3.3.1.12.

    Het tarief bedraagt voor een studiogebouw ten behoeve van tv- of filmopnamen

    € 1128,79

     

    Gebouwen of inrichtingen met een publieksfunctie

     

    3.3.1.13.

    Het tarief bedraagt voor een theater, schouwburg, bioscoop of een aula met een vloeroppervlakte:

     

    3.3.1.13.1.

    tot en met 1.250 m2

    € 737,55

    3.3.1.13.2.

    van meer dan 1.250 m2 tot en met 2.500 m2

    € 1128,75

    3.3.1.13.3.

    van meer dan 2.500 m2

    € 1358,75

    3.3.1.14.

    Het tarief bedraagt voor een museum of een bibliotheek met een vloeroppervlakte:

     

    3.3.1.14.1.

    tot en met 1.250 m2

    € 530,88

    3.3.1.14.2.

    van meer dan 1.250 m2 tot en met 2.500 m2

    € 1105,45

    3.3.1.14.3.

    van meer dan 2.500 m2

    € 1128,75

     

     

     

    3.3.1.15.

    Het tarief bedraagt voor een buurthuis, ontmoetingscentrum of een wijkcentrum met een vloeroppervlakte:

     

    3.3.1.15.1.

    tot en met 1.250 m2

    € 600,85

    3.3.1.15.2.

    van meer dan 1.250 m2

    € 1128,75

    3.3.1.16.

    Het tarief bedraagt voor een gebedshuis

    € 577,55

    3.3.1.17.

    Het tarief bedraagt voor een tentoonstellingsgebouw met een vloeroppervlakte:

     

    3.3.1.17.1.

    tot en met 1.250 m2

    € 530,85

    3.3.1.17.2.

    van meer dan 1.250 m2

    € 1105,45

     

     

     

    3.3.1.18.

    Het tarief bedraagt voor een kantine of eetzaal

    € 944,24

    3.3.1.19.

    Het tarief bedraagt voor een café, discotheek, restaurant met een vloeroppervlakte:

     

    3.3.1.19.1.

    tot en met 250 m2

    € 600,85

    3.3.1.19.2.

    van meer dan 250 m2 tot en met 500 m2

    € 967,40

    3.3.1.19.3.

    van meer dan 500 m2 tot en met 1.000 m2

    € 1127,65

    3.3.1.19.4

    van meer dan 1.000 m2

    € 1400,83

     

     

     

    3.3.1.20.

    Het tarief bedraagt voor een gymzaal of balletstudio

    € 988,60

     

     

     

    3.3.1.21.

    Het tarief bedraagt voor een sporthal of een stadion met een vloeroppervlakte:

     

    3.3.1.21.1.

    tot en met 1.250 m2

    € 941,95

    3.3.1.21.2.

    van meer dan 1.250 m2 tot en met 5.000 m2

    € 1782,45

    3.3.1.21.3.

    van meer dan 5.000 m2

    € 1904,55

    3.3.1.22.

    Het tarief bedraagt voor een zwembad

    € 1764,55

     

     

     

    3.3.1.23.

    Het tarief bedraagt voor winkelgebouwen met een vloeroppervlakte:

     

    3.3.1.23.1.

    tot en met 500 m2

    € 530,85

    3.3.1.23.2.

    van meer dan 500 m2 tot en met 1.000 m2

    € 967,40

    3.3.1.23.3.

    van meer dan 1.000 m2 tot en met 2.500 m2

    € 1217,65

    3.3.1.23.4.

    van meer dan 2.500 m2

    € 1840,95

    3.3.1.24.

    Het tarief bedraagt voor een stationsgebouw (weg, spoor, water, lucht) met een oppervlakte:

     

    3.3.1.24.1.

    tot en met 1.000 m2

    € 577,55

    3.3.1.24.2.

    van meer dan 1.000 m2

    € 1104,30

    3.3.1.25.

    Tijdelijke bouwsels

     

     

    Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting die niet bedoeld is voor gebruik langer dan 30 dagen, zoals bedoeld in artikel 2.1.1 van de Brandbeveiligingsverordening

    € 119,50

    Behoort bij raadsbesluit van 23 juni 2010, nummer 10RV000017.

    de griffier, de voorzitter,