Organisatie | Ermelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening sociaal culturele en sportieve activiteiten 2004 |
Citeertitel | Verordening sociaal culturele en sportieve activiteiten 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2004 | 01-01-2009 | Nieuwe regeling | 27-05-2004 Ermelo's Weekblad | Onbekend |
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de rechthebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van de uitvoering van deze verordening nadere regels stellen.
Burgemeester en wethouders zorgen voor een steekproefsgewijze controle van ten minste 15% van het aantal gehonoreerde aanvragen in relatie tot artikel 4, lid 1.
Artikel 9 - Onvoorziene situaties
In gevallen, de uitvoering van deze verordening betreffende, waarin deze verordening niet voorziet, beslissen burgemeester en wethouders.
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1
28870 Vaststelling van een wet inzake ondersteuning bij arbeidsinschakeling en verlening van bijstand door gemeenten (Wet werk en bijstand)
28960 Invoering van de Wet werk en bijstand (Invoeringswet Wet werk en bijstand)
Het gemeentelijk minimabeleid kan meerdere regelingen omvatten, te weten kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen, schuldhulpverlening, maatschappelijke participatie zoals stadspassen en categoriale regelingen die niet onder de bijzondere bijstand vallen. Evenals aan categoriale regelingen die wél onder de bijzondere bijstand vallen, maakt het wetsvoorstel een einde aan de categoriale regelingen die níet onder de bijzondere bijstand vallen. Zoals in de memorie van toelichting is aangegeven, is er op dit punt geen ruimte voor eigen gemeentelijk beleid. Het voorliggende wetsvoorstel brengt geen verandering voor de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen en heffingen, de schuldhulpverlening en de voorzieningen voor maatschappelijke participatie. Voor de voorzieningen voor maatschappelijke participatie, zoals stadspassen, geldt dat die, evenals in de bestaande situatie, uitsluitend betrekking mogen hebben op sociaal culturele en sportieve activiteiten
Toelichting op de Verordening sportieve en culturele activiteiten
Deze Verordening regelt voorzieningen op sociaal cultureel en sportief gebied. Deze verordening is terug te voeren op beantwoording door de Minister van Sociale Zaken van vragen van de Eerste Kamer (zie bijlage).
Minima met een inkomen tot en met 120% van de voor hen geldende bijstandsnorm kunnen in aanmerking komen voor een voorziening. Studenten vallen niet onder het begrip rechthebbende.
Artikel 2 - Sociaal culturele en sportieve activiteiten
Burgemeester en wethouders kunnen een bijdrage verstrekken in de kosten voor sociaal culturele en sportieve activiteiten. Deze activiteiten moeten in georganiseerd verband plaatsvinden. De rechthebbende dient betalingsbewijzen te overleggen waaruit blijkt dat hij daadwerkelijk kosten maakt voor deze activiteiten. Per persoon verstrekken burgemeester en wethouders maximaal € 160,00 per subsidiejaar. Deze bijdrage kan voor meerdere activiteiten verstrekt worden. Voor kinderen van 12 tot en met 17 jaar geldt een afwijkend bedrag, zijnde € 240,00 per subsidiejaar, daar zij doorgaans aan beduidend meer activiteiten deelnemen dan gemiddeld het geval is.
Artikel 4 - Inlichtingenverplichtingen
Bij vijftien procent van de gerechtigden worden in een steekproef de bonnen gecontroleerd. Het percentage van 15 is nodig om te komen tot een statistisch verantwoorde steekproef. Daartoe dient rechthebbende bewijsstukken (bonnen en lidmaatschapsbewijzen) maximaal 15 maanden beschikbaar te houden en desgevraagd beschikbaar te stellen. Tot en met de derde maand, volgend op het kalenderjaar waarin de aanvraag is ingediend, moet belanghebbende bewijsstukken van uitgaven kunnen overleggen.