Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venlo

Verordening langdurigheidstoeslag 2009

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening langdurigheidstoeslag 2009
CiteertitelVerordening langdurigheidstoeslag 2009
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Bij besluit van 26 oktober 2011 heeft de gemeenteraad deze regeling gelden verklaard voor het gehele gebied dat vanaf 1 januari 2010 deel uitmaakt van de gemeente Venlo.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149 
  2. Gemeentewet, art. 156 
  3. Wet werk en bijstand, art. 8 lid 1 onder d 
  4. Wet werk en bijstand, art. 36 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-04-2013Hfdst. 3 (nieuw)

21-12-2011

E3-journaal/de Trompetter 28-12-2011

Gemeenteblad, jaargang 2011 nummer 52
01-01-201201-04-2012Hfdst. 3 (nieuw)

21-12-2011

E3-journaal/de Trompetter 28-12-2011

Gemeenteblad, jaargang 2011 nummer 52
01-01-200901-01-2012nieuwe regeling

30-09-2009

E3-journaal, 07-10-2009

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening langdurigheidstoeslag 2009

De raad van de gemeente Venlo;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders

gelet op de artikelen 149 en 156 Gemeentewet, de artikelen 8 lid 1 onder d en 36 van de Wet werk en bijstand;

besluit

vast te stellen de verordening Langdurigheidstoeslag 2009

Artikel 1. Begrippen

Artikel 2. Uitvoering

Deze verordening wordt bij of krachtens het college van burgemeester en wethouders uitgevoerd.

Hoofdstuk 2. Recht op langdurigheidstoeslag

Artikel 3. Langdurig, laag inkomen en geen uitzicht op inkomensverbetering

  • 1.

    Aan de in artikel 36, eerste lid, van de WWB gestelde voorwaarden van het hebben van een langdurig, laag inkomen en geen uitzicht op inkomensverbetering is voldaan als gedurende de referteperiode zoals genoemd in artikel 1 c het inkomen van de aanvrager niet uitkomt boven 102 procent van het sociale minimum.

  • 2.

    Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die gedurende de referteperiode en/of op de peildatum een opleiding volgt als bedoeld in de Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten (WTOS) dan wel een studie volgde als genoemd in de Wet Studiefinanciering (WSF 2000).

Artikel 4. Hoogte van de langdurigheidstoeslag

  • 1.

    De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar:

    • a.

      voor gehuwden € 500,00,

    • b.

      voor een alleenstaande ouder € 450,00 en

    • c.

      voor een alleenstaande € 350,00

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend.

  • 3.

    Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de WWB komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.

  • 4.

    De in het eerste lid genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari geïndexeerd op basis van het prijsindexcijfer van het Centraal Bureau voor de Statistiek en naar boven afgerond op 5 euro waarbij 2009 als basisjaar geldt.

Hoofdstuk 3 Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012

A. Voor de paragraaf met de titel ‘Slotbepalingen’ of met titel ‘inwerkingtreding’ wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd die luidt als volgt:

Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012. In die paragraaf worden de hierna volgende artikelen ingevoegd.

B. Artikel 1a wordt ingevoegd met als opschrift: Wijziging betekenis begrippen.

Artikel 1a luidt als volgt:

  • 1.

    Waar in deze verordening de begrippen ‘alleenstaande’, ‘alleenstaande ouder’ en ‘gezin’ worden gebruikt, hebben deze vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als in artikel 4 van de wet.

  • 2.

    Waar in deze verordening wordt gesproken over ‘gehuwde(n)’ of ‘gehuwdennorm’ hebben deze begrippen vanaf 1 januari 2012 dezelfde betekenis als ‘gezin’, bedoeld in artikel 4, respectievelijk ‘gezinsnorm’, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet.

C. Artikel 4, derde lid, komt te luiden:

Indien één van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid van de wet, waardoor slechts één van de gezinsleden recht op langdurigheidstoeslag heeft, komt dit gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.  

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

Artikel 5. Onvoorziene gevallen

In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.

Artikel 6. Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘de Verordening Langdurigheidstoeslag 2009’;

  • 2.

    De Verordening Langdurigheidstoeslag treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 30 september 2009.

De griffier De voorzitter