Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening langdurigheidstoeslag 2009 |
Citeertitel | Verordening langdurigheidstoeslag 2009 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Bij besluit van 26 oktober 2011 heeft de gemeenteraad deze regeling gelden verklaard voor het gehele gebied dat vanaf 1 januari 2010 deel uitmaakt van de gemeente Venlo.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-04-2013 | Hfdst. 3 (nieuw) | 21-12-2011 E3-journaal/de Trompetter 28-12-2011 | Gemeenteblad, jaargang 2011 nummer 52 | |
01-01-2012 | 01-04-2012 | Hfdst. 3 (nieuw) | 21-12-2011 E3-journaal/de Trompetter 28-12-2011 | Gemeenteblad, jaargang 2011 nummer 52 | |
01-01-2009 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 30-09-2009 E3-journaal, 07-10-2009 |
De raad van de gemeente Venlo;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders
gelet op de artikelen 149 en 156 Gemeentewet, de artikelen 8 lid 1 onder d en 36 van de Wet werk en bijstand;
In deze verordening wordt verstaan onder:
WWB: de Wet werk en bijstand;
WIJ: de Wet investeren in jongeren;
Sociale minimum: het inkomen ten hoogte van de op de gezinssituatie van toepassing zijnde bijstandsnorm zoals bedoeld in artikel 21, 23 en 24 van de WWB inclusief de van toepassing zijnde verhoging of verlaging zoals bedoeld in artikel 25, 26, 27, 28 en 29 van de WWB, inclusief vakantiegeldreservering, of de op de gezinssituatie van toepassing zijnde WIJ-norm zoals bedoeld in artikel 26, 27, 28, 29 van de WIJ inclusief de van toepassing zijnde verhoging of verlaging zoals bedoeld in artikel 30, 31, 32, 33, 34 van de WIJ, inclusief vakantiegeldreservering;
Inkomen: het inkomen als bedoeld in artikel 31 en 32 van de WWB.
Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand.
Hoofdstuk 2. Recht op langdurigheidstoeslag
Artikel 3. Langdurig, laag inkomen en geen uitzicht op inkomensverbetering
Aan de in artikel 36, eerste lid, van de WWB gestelde voorwaarden van het hebben van een langdurig, laag inkomen en geen uitzicht op inkomensverbetering is voldaan als gedurende de referteperiode zoals genoemd in artikel 1 c het inkomen van de aanvrager niet uitkomt boven 102 procent van het sociale minimum.
Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die gedurende de referteperiode en/of op de peildatum een opleiding volgt als bedoeld in de Wet Tegemoetkoming Onderwijsbijdrage en Schoolkosten (WTOS) dan wel een studie volgde als genoemd in de Wet Studiefinanciering (WSF 2000).
Artikel 4. Hoogte van de langdurigheidstoeslag
Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de WWB komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
Hoofdstuk 3 Regelingen in verband met de wijzigingen in de WWB en intrekking van de WIJ per 1 januari 2012
A. Voor de paragraaf met de titel ‘Slotbepalingen’ of met titel ‘inwerkingtreding’ wordt een nieuwe paragraaf ingevoegd die luidt als volgt:
C. Artikel 4, derde lid, komt te luiden:
Indien één van de gezinsleden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid van de wet, waardoor slechts één van de gezinsleden recht op langdurigheidstoeslag heeft, komt dit gezinslid in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.