Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venlo

Verordening baatbelasting Jodenstraat

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening baatbelasting Jodenstraat
CiteertitelVerordening baatbelasting Jodenstraat
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-06-198629-12-2011nieuwe regeling

18-12-1985

-

onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening baatbelasting Jodenstraat

Gelet op het bepaalde in artikel 222 Gemeentewet.

Artikel 1 Voorwerp der belasting

  • 1.

    Ter zake van de onroerende zaken, die gebaat zijn door de door de gemeente of met medewerking van de gemeente tot stand gebrachte voorzieningen in de vorm van onder andere sierbestrating, sierverlichting, sierelementen (paaltjes en dergelijke), groenvoorzieningen en afvalbakken in de Jodenstraat wordt onder de naam "baatbelasting Jodenstraat" een jaarlijkse belasting geheven, zulks ter verkrijging van een billijke bijdrage in de ten laste van de gemeente blijvende kosten van die voorzieningen.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde onroerende zaken zijn die welke grenzen aan dan wel gedeeltelijk gelegen zijn in het gebied dat op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening in blauwe kleur is aangeduid.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene, die bij het begin van het belastingjaar het genot heeft krachtens zakelijk recht van een in artikel 1 bedoelde onroerende zaak.

  • 2.

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt als genothebbende krachtens zakelijk recht aangemerkt degene, die bij het begin van het belastingjaar als zodanig bij het kadaster bekend staat, tenzij blijkt, dat op dat tijdstip een ander genothebbende krachtens zakelijk recht was.

Artikel 3 Belastinggrondslag

  • 1.

    De grondslag waarnaar de belasting wordt geheven, is het langs de grond gemeten aantal strekkende meters, waarmee een onroerende zaak of een gedeelte daarvan grenst aan het op de in artikel 1 genoemde tekening aangegeven gebied.

  • 2.

    Indien een gedeelte van een onroerende zaak geheel en uitsluitend voor woondoeleinden is bestemd, wordt het langs de grond gemeten aantal strekkende meters, waarmee dat gedeelte grenst aan het op de in artikel 1 genoemde tekening aangegeven gebied, bij de berekening van de in het eerste lid bedoelde grondslag buiten beschouwing gelaten.

  • 3.

    Bij de meting worden onderdelen van een kwart meter naar boven afgerond op een hele kwart meter.

Artikel 4 Belastingtarief

De belasting bedraagt per belastingjaar € 24,40 per strekkende meter.

Artikel 5 Wijze van heffing

De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Tijdsduur van de heffing

De belasting wordt, behoudens in geval van voldoening ineens, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, gedurende dertig achtereenvolgende belastingjaren jaarlijks geheven.

Artikel 8 Heffing ineens

  • 1.

    Op verzoek van de belastingplichtige wordt de belasting ineens geheven naar een bedrag, dat gelijk is aan de contante waarde van de belastingbedragen, welke geheven zouden zijn - beoordeeld naar de omstandigheden bij het begin van het belastingjaar volgende op het kalenderjaar, waarin het verzoek wordt gedaan - voor elke van de nog aan te vangen belastingjaren.

  • 2.

    De contante waarde, bedoeld in het vorige lid, wordt berekend naar een rentevoet van 8% met inachtneming van de onderstaande tabel.

    Indien de heffing ineens geschiedt met ingang van het hieronder vermelde belastingjaar

    Vermenigvuldigingsfactor

    1986

    12.1584

    1987

    12.0511

    1988

    11.9352

    1989

    11.8100

    1990

    11.6748

    1991

    11.5288

    1992

    11.3711

    1993

    11.2007

    1994

    11.0168

    1995

    10.8181

    1996

    10.6036

    1997

    10.3719

    1998

    10.1216

    1999

    9.8514

    2000

    9.5595

    2001

    9.2442

    2002

    8.9038

    2003

    8.5361

    2004

    8.1390

    2005

    7.7101

    2006

    7.2469

    2007

    6.7466

    2008

    6.2064

    2009

    5.6229

    2010

    4.9927

    2011

    4.3121

    2012

    3.5771

    2013

    2.7833

    2014

    1.9259

  • 3.

    Een verzoek, zoals in het eerste lid wordt bedoeld, moet schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar worden ingediend.

Artikel 9 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven, ter zake van:

  • 1.

    onroerende zaken, die geheel en uitsluitend voor woondoeleinden zijn bestemd;

  • 2.

    onroerende zaken, waarvan de gemeente het genot heeft krachtens zakelijk recht, met uitzondering van de onroerende zaken, die aan derden zijn verhuurd dan wel in bruikleen of gebruik zijn gegeven;

  • 3.

    onroerende zaken welke in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor openbare bijeenkomsten van rechtspersoonlijkheid bezittende genootschappen op geestelijke grondslag, andere dan kerkgenootschappen, voor het gezamenlijk beleven van en zich bezinnen op de aan die genootschappen ten grondslag liggende levensovertuiging.

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van de baatbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de baatbelastingen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en titel van aanhaling

  • 1.

    Dit wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.

  • 2.

    De datum van ingang is 1 januari 2002.

  • 3.

    Dit wijzigingsbesluit kan worden aangehaald als het 5de wijzigingsbesluit behorende tot de verordening baatbelasting Jodenstraat.