Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening baatbelasting Huiskensstraat |
Citeertitel | Verordening baatbelasting Huiskensstraat |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-1992 | 29-12-2011 | nieuwe regeling | 23-10-1991 intern/publicatiebord | onbekend |
Gelet op het bepaalde in artikel 222 Gemeentewet.
Artikel 1 Voorwerp der belasting
Ter zake van de onroerende zaken, die gebaat zijn door de door de gemeente of met medewerking van de gemeente tot stand gebrachte voorzieningen in de vorm van riolering, bestrating, straatverlichting, verkeersmeubilair, brandkranen en groenvoorzieningen in de Huiskensstraat (gedeelte tussen de Laurens Janszoon Costerstraat en de Grijzendijk), wordt onder de naam "baatbelasting Huiskensstraat" een jaarlijkse belasting geheven, zulks ter verkrijging van een billijke bijdrage in de ten laste van de gemeente blijvende kosten van die voorzieningen.
Artikel 7 Tijdsduur en tijdstip van beëindiging van de heffing
De belasting wordt, behoudens in het geval van voldoening ineens, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, gedurende dertig achtereenvolgende belastingjaren jaarlijks geheven. Voor het laatst wordt de belasting alsdan geheven over het belastingjaar 2021.
Op verzoek van de belastingplichtige wordt de belasting ineens geheven naar een bedrag, dat gelijk is aan de contante waarde van de belastingbedragen, welke geheven zouden zijn - beoordeeld naar de omstandigheden bij het begin van het belastingjaar volgende op het kalenderjaar, waarin het verzoek wordt gedaan - voor elke van de nog aan te vangen belastingjaren.
Een verzoek, zoals in het eerste lid wordt bedoeld, moet schriftelijk bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar worden ingediend.
De belasting wordt niet geheven ter zake van:
onroerende zaken welke in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor openbare bijeenkomsten van rechtspersoonlijkheid bezittende genootschappen op geestelijke grondslag, andere dan kerkgenootschappen, voor het gezamenlijk beleven en zich bezinnen op de aan die genootschappen ten grondslag liggende levensovertuiging.
Met de belastingheffing worden verrekend de bijdragen in de in artikel 1 bedoelde kosten, welke reeds door de belastingplichtige uit andere hoofde zijn voldaan.
Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van de baatbelastingen.