Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venlo

Verordening baatbelasting herinrichting Kerkstraat 1992

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening baatbelasting herinrichting Kerkstraat 1992
CiteertitelVerordening baatbelasting herinrichting Kerkstraat 1992
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

07-03-199829-12-2011nieuwe regeling

26-02-1998

Tegelse Courant, 27-02-1998

2151 (gemeentearchief)

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening baatbelasting herinrichting Kerkstraat 1992

Gelet op het bepaalde in de artikelen 272, onderdeel b, en 273a van de Gemeentewet en artikel XV, 4e lid, van Invoeringswet van de wet materiële belastingbepalingen Gemeentewet.

Artikel 1 Aard en voorwerp van de belasting

  • a.

    Onder de “Baatbelasting herinrichting Kerkstraat 1992” wordt van de onroerende zaken, welke op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte tekening gearceerd zijn aangegeven, en die zijn gebaat bij de vanwege de gemeente tot stand gebrachte voorzieningen in het kader van de herinrichting Kerkstraat, een jaarlijkse belasting geheven als bedoeld in artikel 273a van de Gemeentewet, zulks ter verkrijging van een billijke bijdrage in de kosten van deze herinrichting.

  • b.

    De onder letter a van dit artikel bedoelde voorzieningen bestaan uit:

    • 1.

      sierbestrating;

    • 2.

      straatmeubilair;

    • 3.

      verlichting;

    • 4.

      groenvoorzieningen;

    • 5.

      voorzieningen voor fietsenstalling.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting wordt geheven van degene die bij het begin van het belastingjaar van een in artikel 1 bedoelde onroerende zaak het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

  • 2.

    Al genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende is krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.

Artikel 3 Maatstaf

De maatstaf wanneer de belasting wordt geheven is de lengte waarmee de onroerende zaken, zoals op de bij deze verordening behorende tekening aangegeven, belenden aan de Kerkstraat.

Artikel 4 Belastingtarief

De belasting bedraagt per jaar voor elke strekkende meter perceelslengte, vastgesteld volgens artikel 3, ƒ 90,00.

Artikel 5 Heffingsduur

De belasting wordt behoudends in het geval van heffing ineens als bedoeld in artikel 7, geheven voor een termijn van 15 jaar.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar loopt van 1 mei tot en met 30 april, en vangt aan met ingang van 1 mei 1993.

Artikel 7 Heffing ineens

  • 1.

    Op aanvraag van de belastingplichtige wordt de belasting ineens geheven naar een bedrag, dat gelijk is aan de contante waarde van de belastingbedragen, welke geheven zouden zijn - beoordeeld naar de omstandigheden bij het begin van het belastingjaar, waarin het verzoek wordt gedaan - voor elk van de nog aan te vangen belastingjaren.

  • 2.

    De contante waarde, bedoeld in het vorige lid, wordt berekend naar een rentevoet van 8% per jaar.

  • 3.

    Een aanvraag, als in het 1e lid bedoeld, moet vóór 1 juli van het belastingjaar schriftelijk bij de in artikel 231, 2e lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeente-ambtenaar worden ingediend.

Artikel 8 Wijze van heffing

Het belastingjaar wordt geheven bij wege van aanslag.

Artikel 9 Termijnen van betaling

De aanslag moet worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede 2 maanden later.

Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van baatbelasting.

Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening baatbelasting herinrichting Kerkstraat 1992” van 20 november 1997 wordt ingetrokken met ingang van de in 3e lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 1998.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening baatbelasting herinrichting Kerkstraat 1992”.