Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venlo

Verordening adviesorganen Venlo 2010

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening adviesorganen Venlo 2010
CiteertitelVerordening adviesorganen Venlo 2010
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 160 
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81 

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2013nieuwe regeling

04-01-2010

E3-journaal, 06-01-2010

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening adviesorganen Venlo 2010

De raad van de gemeente Venlo;

gezien het voorstel van het projectcollege van 10 maart 2009;

gehoord de herindelingscommissie van 18 maart 2009;

gelet op het belang van een actieve betrokkenheid van (vertegenwoordigers van) doelgroepen bij de gemeentelijke beleidsvorming en de behoefte aan een basisregeling voor wat betreft de relatie tussen de gemeente en particuliere adviesorganen;

gelet op artikel 160 van de Gemeentewet en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

mede gelet op de Wet samenvoeging gemeenten Arcen en Velden en Venlo;

besluit

vast te stellen de navolgende Verordening adviesorganen Venlo 2010;

Artikel 1 Adviesorgaan

  • 1.

    Een adviesorgaan in de zin van deze verordening is een orgaan bestaande uit vertegen-woordigers van organisaties en/of personen die het belang van een bepaalde categorie uit de bevolking vertegenwoordigen en een deskundigheid hebben op het voor deze groep relevante beleidsterrein.

  • 2.

    Bij een verzoek tot erkenning worden statuten en/of reglement overlegd, evenals een overzicht van de personele samenstelling.

  • 3.

    Indien de instelling van een adviesorgaan wettelijk is voorgeschreven wordt het reglement vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Erkenning via beleidsregel

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders kan middels vaststelling van een beleids-regel besluiten tot erkenning van een adviesorgaan.

  • 2.

    Het college motiveert zijn besluit en brengt het adviesorgaan hiervan op de hoogte.

  • 3.

    In een beleidsregel worden nadere afspraken vastgelegd die op het specifieke advies-orgaan betrekking hebben.

  • 4.

    Over de inhoud van de beleidsregel bestaat overeenstemming tussen het college en het adviesorgaan.

  • 5.

    Het college informeert de raad over zijn besluiten tot erkenning van adviesorganen.

  • 6.

    Het college kan het besluit tot erkenning intrekken indien het college van oordeel is dat het adviesorgaan niet meer voldoet aan de criteria zoals vermeld in artikel 3.

Artikel 3 Criteria erkenning adviesorgaan

Erkenning van een adviesorgaan geschiedt op basis van volgende criteria:

  • 1.

    Het adviesorgaan dient representatief te zijn voor de relevante doelgroep en/of over aantoonbare deskundigheid te beschikken op het specifieke beleidsterrein.

  • 2.

    Men moet onafhankelijk van de gemeente kunnen opereren.

  • 3.

    Het adviesorgaan moet passen binnen het geheel van gemeentelijke adviesorganen.

  • 4.

    Het college moet overtuigd zijn van de werkbaarheid en continuïteit van het advies-orgaan.

Artikel 4 Proces van advisering

  • 1.

    Een adviesorgaan is bevoegd het college gevraagd of ongevraagd te adviseren over zaken betreffende het aandachtsgebied zoals in de beleidsregel beschreven.

  • 2.

    Door het college worden alle ontwerp beleidsnota’s of -verordeningen voor advies voorgelegd aan het relevante adviesorgaan. Dit gebeurt in een zodanig stadium dat het advies van invloed kan zijn op de besluitvorming.

  • 3.

    In principe worden adviesorganen reeds in de oriëntatiefase bij de beleidsvorming betrokken.

  • 4.

    Als door het college een zaak aan het adviesorgaan wordt voorgelegd dient in zijn algemeenheid binnen 6 weken advies te worden uitgebracht.

  • 5.

    Het college kan gemotiveerd een andere adviestermijn bepalen.

  • 6.

    Een adviesorgaan kan het college gemotiveerd tot uitstel verzoeken.

  • 7.

    Het college deelt het adviesorgaan binnen een termijn van twee maanden mee op welke wijze in het gemeentelijk beleid met het uitgebrachte advies rekening wordt gehouden.

  • 8.

    Mocht binnen deze periode geen besluitvorming plaats vinden dan wordt meegedeeld welke verdere procedure de behandeling van het advies zal ondergaan.

  • 9.

    Door het adviesorgaan wordt geaccepteerd dat door het gemeentebestuur uiteindelijk een brede afweging van soms strijdige belangen moet worden gemaakt.

Artikel 5 Overleg en evaluatie

  • 1.

    Minimaal eenmaal per jaar heeft de betreffende portefeuillehouder een overleg met het adviesorgaan over de algemene gang van zaken en over actuele onderwerpen.

  • 2.

    Elke drie jaar werkt het adviesorgaan mee aan een evaluatie waarin de in de artikelen 3 en 4 genoemde aspecten worden getoetst, evenals de effectiviteit van het adviesorgaan.

  • 3.

    Een evaluatie kan ook tussentijds plaats vinden als het college van oordeel is dat daartoe aanleiding bestaat.

Artikel 6 Faciliteiten

  • 1.

    Een erkend adviesorgaan kan aanspraak maken op een vergoeding van de kosten die direct verband houden met het advieswerk, zoals: administratie- en vergaderkosten, deskundigheidsbevordering en kosten die te maken hebben met het consulteren van de achterban.

  • 2.

    Voor de dekking van de hiervoor genoemde kosten wordt door het college elke vier jaar, ingaande 2006, per adviesorgaan een vast taakstellend bedrag per jaar bepaald, onverlet het budgetrecht van de raad.

  • 3.

    Bij de subsidiëring is de ‘subsidieverordening onderwijs, welzijn, sport en cultuur’ van toepassing, te weten de hoofdstukken 1 en 3.

Artikel 7 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking per 1 januari 2010.

  • 2.

    Op dit tijdstip vervalt de Verordening adviesraden Venlo, vastgesteld door de raad gemeente Venlo d.d. 6 juli 2005.

  • 3.

    In die gevallen waarin deze verordening of de specifieke beleidsregels niet voorzien, beslist het college van burgemeester en wethouders.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening adviesorganen Venlo 2010”.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 4 januari 2010.

De griffier De voorzitter