Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening adviesorganen |
Citeertitel | Verordening adviesorganen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | onderwijs |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-08-2005 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 06-07-2005 E3-journaal | onbekend |
Artikel 3 Criteria erkenning adviesorgaan
Erkenning van een adviesorgaan geschiedt op basis van volgende criteria:
In het besturingsmodel van de gemeente Venlo komt het streven naar interactieve beleidsvorming prominent naar voren. Kort gezegd houdt dit in dat gemeentelijk beleid wordt ontwikkeld en getoetst in nauw contact en overleg met de mensen waarop dit beleid betrekking heeft. In het coalitieprogramma 2001-2006 wordt groot belang gehecht aan de relatie burger - bestuur. Het gaat om transparantie, participatie en communicatie, uitgaande van de mondigheid en verantwoordelijkheid van burgers. Het betrekken van burgers bij gemeentelijk beleid krijgt op uiteenlopende wijze gestalte zoals via de wijkgerichte aanpak, themabijeenkomsten en -debatten, inspraakprocessen bij specifieke plannen en enquêtes onder de bevolking. In dit kader vervullen ook particuliere adviesorganen een rol.
Voor een aantal beleidsterreinen bestaan particuliere adviesorganen die gevraagd of ongevraagd het gemeentebestuur van advies dienen. Sommigen hebben reeds een lange traditie, anderen zijn van recenter datum. De autoriteit van deze organen is gebaseerd op de aanwezige kennis en kunde van het beleidsveld en van de situatie, problemen en wensen van bepaalde groepen uit de bevolking. De informatie die hieruit naar voren komt kan een belangrijke toegevoegde waarde hebben voor de gemeentelijke beleidsvorming.
Sinds de gemeentelijke herindeling is behoefte ontstaan aan een algemene formele regeling van de relatie tussen de gemeente en de betreffende adviesorganen. Het is van belang dat de verwachtingen wederzijds met elkaar sporen en dat discussies worden geconcentreerd op de inhoud en niet op procedures. Met deze verordening wordt hieraan gestalte gegeven. Eind 2001 heeft het college een notitie uitgebracht met enkele hoofdlijnen t.a.v. de relatie gemeente-adviesorganen Tot nog toe is deze als algemene leidraad gehanteerd. Tot op heden heeft een formalisering niet plaats gehad vanwege de aanvankelijke onduidelijkheid over de gevolgen van de dualisering en omdat het verstandig leek om na de herindeling eerst ervaring met de bestaande adviesorganen op te doen alvorens een uniforme basisregeling vast te leggen.
Voor enkele adviesorganen bestaan reeds regelingen en afspraken die op wisselende manieren zijn beschreven. Deze zijn in de nieuwe algemene regeling ingebed, zonodig aangepast. Voor ogen staat een uniforme basisregeling (verordening), waarbij op maat aanvullende afspraken worden vastgelegd c.q. bestaande afspraken worden bevestigd of aangepast. In verband hiermee zal door het college voor elk adviesorgaan een afzonderlijke beleidsregel worden vastgelegd.
De onderhavige verordening heeft niet automatisch betrekking op alle adviesorganen van de gemeente. Daar waar zaken op een andere manier goed zijn geregeld heeft deze verordening geen functie. Waar dat niet het geval is kan deze verordening als instrument worden gebruikt.
De praktijk heeft laten zien dat sommige adviesorganen een bredere taak hebben dat enkel het adviseren van het gemeentebestuur. Op zich geen probleem, maar het leidt wel tot het risico dat een en ander met elkaar wordt verweven. Met deze verordening wordt de focus op de kerntaak gericht, te weten: advisering van het college op basis van deskundigheid en kennis van het specifieke beleidsveld. Indien door een adviesorgaan voor andere activiteiten subsidie wordt gevraagd wordt dit afzonderlijk beoordeeld.
Een besluit tot erkenning op basis van deze verordening is in een aantal gevallen een bevestiging van de huidige situatie. Over de beleidsregel is overeenstemming nodig omdat zonder overeenstemming geen sprake kan zijn van een effectieve advisering gericht op kwaliteitsverbetering van de gemeentelijke beleidsvorming. Om deze reden is ook geen formeel bezwaar mogelijk indien het college niet tot erkenning besluit of een erkenningsbesluit intrekt. Deze verordening adviesorganen is niet bedoeld om een officiële status te verlenen aan groepen van pure belangenbehartiging c.q. actiegroepen. Deze zijn uiteraard wel van maatschappelijk belang, maar hebben doorgaans minder boodschap aan de gemeentelijke regie van beleidsprocessen.
Het is evident dat een adviesorgaan onafhankelijk van de gemeente moet kunnen opereren. Dit betekent ondermeer dat college- of raadsleden geen deel uit kunnen maken van een adviesorgaan
Adviesorganen behartigen weliswaar belangen van specifieke doelgroepen, maar zij doen dit binnen gemeentelijke structuren en processen. Zij zijn gericht op een structurele bijdrage en niet op ad hoc interventies. Adviesorganen zijn zich bewust van de brede afwegingskaders waar de gemeente mee te maken heeft, waarbij vaak vele en soms tegengestelde belangen een rol kunnen spelen. Adviesorganen helpen mee om binnen dat geheel oplossingen te vinden die het belang van de betreffende doelgroep dienen, evenwel zodanig dat in zijn geheel een evenwichtig en verantwoord gemeentelijk beleid tot stand komt. Een goede informatieuitwisseling, wederzijdse openheid en communicatie dragen hieraan bij.
De geboden faciliteiten zijn gericht op het adequaat kunnen functioneren als gemeentelijk adviesorgaan. Vanwege de verscheidenheid van adviesorganen worden de faciliteiten door het college op maat bepaald. Gestreefd wordt naar 4-jarige subsidiebeschikkingen, zodat administratieve lasten worden beperkt en de subsidieontvanger meerjarige zekerheid wordt geboden. De verleende subsidies zijn taakstellend. De ambities van het adviesorgaan worden hierop afgestemd.
Erkenning van een adviesorgaan schept ook verplichtingen voor de gemeente. Bij relevante beleidsprocessen zal de rol van een adviesorgaan vooraf goed moeten worden ingebed. Ook in de tijdsplanning zal hiermee rekening gehouden moeten worden. Waar mogelijk worden adviesgroepen ook betrokken in de oriëntatiefase van een beleidsproces. Verder is steeds een gemotiveerde terugkoppeling van de uitgebrachte adviezen van belang. Voor een goede communicatie tussen de gemeente en het adviesorgaan zal per adviesorgaan een contactambtenaar worden aangewezen. Hij/zij is het eerste aanspreekpunt, zowel intern als extern, maar ook andere beleidsmedewerkers zullen rechtstreeks met een adviesorgaan in contact treden als advisering over hun beleidsproject aan de orde is. Minimaal eenmaal per jaar vindt bestuurlijk overleg plaats. In de beleidsregel kan een en ander nader worden uitgewerkt.