Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en invordering van zeehavengeld 2006 |
Citeertitel | Verordening Zeehavengeld 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | belastingen, retributies en heffingen |
De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2006.
Gemeentewet, art. 229, lid 1
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-12-2005 | 27-01-2006 | nieuwe regeling | 11-11-2005 Gemeenteblad 2005 nr. 54, dd. 30-11-2005 | raadsvoorstel 2005, nr. 86 |
Artikel 1 Aard van de heffing; belastbaar feit
Onder de naam “Zeehavengeld” wordt een recht geheven ter zake van het gebruik met een zeeschip overeenkomstig de bestemming van voor de openbare dienst bestemde waterwegen die bij de gemeente in beheer of onderhoud zijn.
Belastingplichtig is degene die van de haven gebruik maakt of degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht, daaronder te verstaan de kapitein, de reder, de eigenaar van het schip, degene die het schip heeft gecharterd of degene die als vertegenwoordiger van één van dezen optreedt.
Het zeehavengeld wordt geheven naar de tarieven, opgenomen in de tarieventabel behorende bij deze verordening, zulks met inachtneming van de daarin genoemde bijzondere bepalingen en met het bepaalde in artikel 6.
Bij de toepassing van de tarieven wordt:
ter bepaling van de duur van het gebruik als bedoeld in artikel 1, niet in aanmerking genomen de tijd, nodig voor het dokken of het herstellen van het zeeschip door een in de gemeente of in het havengebied van Amsterdam gelegen scheepsreparatie-inrichting, mits:
vooraf van het voornemen tot het dokken of het uitvoeren van de herstelling en onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden hiervan aan de havenmeester en aan de gemeenteambtenaar, belast met de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen, ingevolge artikel 231, tweede lid, onderdelen a en b, van de Gemeentewet, schriftelijk kennis is gegeven; de laatste kennisgeving dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven schriftelijke verklaring welke de inhoud van de kennisgeving bevestigt;
de werkzaamheden de tijdsduur van twee manden niet te boven gaan, tenzij de werkzaamheden plaatsvinden in een gedeelte van het gebied binnen de gemeente dat geen eigendom is van de gemeente, dan wel voor het gebruik waarvan de onderneming welke de werkzaamheden uitvoert, aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd;
Zeehavengeld wordt niet geheven ter zake van het gebruik als bedoeld in artikel 1, met:
een zeeschip dat in de gemeente of in het havengebied van Amsterdam te water wordt gelaten, ook indien dit schip na het volbrengen van de technische proefvaart of de overdrachtsproefvaart terugkeert, mits geen lading wordt ingenomen en geen ander gebruik wordt gemaakt van enig ten gerieve van de scheepvaart dienend werk dat bij de gemeente in beheer of in onderhoud is dan om het schip voor de eerste reis uit te rusten;
een zeeschip dat de gemeente aandoet uitsluitend om te dokken, een herstelling te ondergaan door een in de gemeente of in het havengebied van Amsterdam gelegen scheepsreparatie-inrichting, gasvrij te worden gemaakt, van bemanning te wisselen, zieken of doden aan land te zetten of kompassen te stellen mits:
onmiddellijk na afloop van de werkzaamheden of handelingen schriftelijk aan de havenmeester en aan de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen a en b, van de Gemeentewet, wordt kennis gegeven; de kennisgeving ten aanzien van het dokken of de herstelling dient vergezeld te gaan van een door de beheerder van de betrokken scheepsreparatie-inrichting afgegeven schriftelijke verklaring welke de inhoud van de kennisgeving bevestigd;
onverminderd het bepaalde onder 3., de werkzaamheden de tijdsduur van één maand niet te boeven gaan, tenzij de werkzaamheden plaatsvinden in een gedeelte van het gebied binnen de gemeente dat geen eigendom is van de gemeente dan wel voor het gebruik waarvan de onderneming welke de werkzaamheden uitvoert, aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd;
een zeeschip dat in de gemeente komt uitsluitend om te worden gesloopt, mits vooraf van het voornemen tot slopen schriftelijk aan de havenmeester en aan de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen a en b, van de Gemeentewet, wordt kennis gegeven, het schip rechtstreeks naar de plaats van de sloopwerkzaamheden wordt gebracht en de sloopwerkzaamheden plaatsvinden in een gedeelte van het gebied binnen de gemeente, dat geen eigendom is van de gemeente, dan wel voor het gebruik waarvan de onderneming welke de sloopwerkzaamheden uitvoert, aan de gemeente huur of erfpachtcanon is verschuldigd;
een zeeschip, bestemd voor elders, dat in de gemeente komt uitsluitend ten behoeve van de in- of uitklaring of ter vervulling van de vereiste douaneformaliteiten, mits daarvan onmiddellijk bij aankomst schriftelijk aan de havenmeester en aan de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdelen a en b, van de Gemeentewet, kennis wordt gegeven, geen andere ligplaats wordt ingenomen dan die welke daartoe door de havenmeester wordt aangewezen en in de gemeente niet langer verblijft dan vier uren.
Het zeehavengeld wordt geheven door middel van een gedagtekende nota of andere schriftuur waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels gegeven met betrekking tot de heffing en invordering van het Zeehavengeld.
Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel
De Verordening Zeehavengeld 2005 vastgesteld door de raad in de openbare vergadering van 12 november 2004, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van zeehavengeld in die periode plaatsvindt.
Deze verordening zal worden bekendgemaakt door het plaatsen van de verordening in een algemeen verkrijgbaar gemeenteblad.
In een huis-aan-huisblad wordt meegedeeld dat de verordening voor een ieder kosteloos ter inzage ligt in het gemeentehuis. Daarnaast zal de geconsolideerde tekst van de Verordening worden geplaatst op de website van de gemeente.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 11 november 2005,
TARIEVENTABEL BEHORENDE BIJ DE VERORDENING ZEEHAVENGELD 2006