Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zaanstad

Verordening premiebeleid en vrijlating van inkomsten

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZaanstad
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening premiebeleid en vrijlating van inkomsten
CiteertitelVerordening premiebeleid en vrijlating van inkomsten Zaanstad
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 149
  2. ABW
  3. IOAW
  4. IOAZ

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

18-10-199701-10-199701-01-2004nieuwe regeling

09-10-1997

-

1997 nr.185

Tekst van de regeling

Intitulé

VERORDENING PREMIEBELEID EN VRIJLATING VAN INKOMSTEN

 

 

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

Deze verordening verstaat onder

Burgemeester en wethouders:

het College van Burgemeester en wethouders van Zaanstad.

Uitkeringsgerechtigde:

degene die algemene periodieke bijstand ontvangt ingevolge de Algemene bijstandswet (Abw), de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) of de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz).

Dienstbetrekking:

een arbeidsovereenkomst ingevolge het Burgerlijk wetboek, met uitzondering van de Banenpoolregeling en de Jeugdwerkgarantiewet.

Deeltijdwerk:

een dienstbetrekking of werk als zelfstandige of free lancer van minder dan 36 uur per week.

Onbetaald werk:

werk dat voor tenminste 10 uur per week wordt verricht bij een niet-commerciële instelling. De instelling moet geregistreerd zijn bij de Kamer van Koophandel, kerkgenootschap of anderszins.

Premie:

een financiële beloning wegens het aanvaarden of behouden van deeltijdwerk of onbetaald werk.

Arbeidsmarktfase:

de afstand die de uitkeringsgerechtigde naar het oordeel van Arbeidsvoorziening heeft tot de arbeidsmarkt. Uitkeringsgerechtigden die zijn ingedeeld in fase 3 of 4 zijn tenminste drie jaar werkloos en moeilijk tot zeer moeilijk bemiddelbaar.

Hoofdstuk 2 Voorwaarden voor het recht op premie

Artikel 2 Premie deeltijdwerk

  • 1.

    De uitkeringsgerechtigde die tot arbeidsmarktfase 3 of 4 behoort en die geen aanpsraak kan maken op de bij wet of verordening geregelde vrijlating van inkomsten uit deeltijdwerk en die een dienstbetrekking in deeltijd aanvaardt of behoudt, waarmee een netto-inkomen wordt verworven dat minder bedraagt dan het op de uitkeringsgerechtigde van toepassing zijnde bijstandsnorm, wordt een premie toegekend.

  • 2.

    De premie wordt berekend overeenkomstig de bepalingen m.b.t. de vrijlating van inkomsten op grond van artikel 42 Algemene bijstandswet.

  • 3.

    De premie wordt gedurende maximaal 24 uitkeringsmaanden toegekend.

  • 4.

    Na afloop van de in het derde lid genoemde termijn wordt de premieregeling voortgezet als de uitkeringsgerechtigde tot arbeidsmarktfase 3 of 4 behoort en tenminste 12 premieloze maanden zijn verstreken.

Artikel 3 Premie onbetaald werk

  • 1.

    De uitkeringsgerechtigde die tot arbeidsmarktfase 3 of 4 behoort en die onbetaald werk verricht voor tenminste 10 uur per week wordt een premie toegekend. Onbetaald werk kan uitsluitend verricht worden bij een niet-commerciële instelling. De instelling moet geregistreerd zijn bij de Kamer van Koophandel of anderszins. De premie kan slechts verstrekt worden voorzover de uitkeringsgerechtigde geen betaling of onkostenvergoeding ontvangt van de instelling waarvoor het onbetaalde werk wordt verricht.

  • 2.

    De premie komt overeen met het door de Belastingdienst vrijgelaten bedrag aan vergoedingen voor onbetaald werk.

  • 3.

    De premie wordt gedurende maximaal 24 maanden toegekend.

  • 4.

    Na afloop van de in het derde lid genoemde termijn wordt de premie voortgezet als de uitkeringsgerechtigde dan nog tot arbeidsmarktfase 3 of 4 behoort en aan tenminste één van de volgende voorwaarden voldoet:

    • a.

      alleenstaande ouder is waarvan het jongste kind de leeftijd van 12 jaar nog niet heeft bereikt;

    • b.

      bij het bereiken van de maximum premietermijn de leeftijd van 55 jaar of ouder heeft bereikt;

    • c.

      op grond van een medische verklaring gedeeltelijk arbeidsongeschikt geacht moet worden;

    • d.

      tenminste 12 premieloze maanden zijn verstreken.

Artikel 4 Samenloop premies en inkomstenvrijlating gehuwden en samenwonenden

  • 1.

    Gehuwden en samenwonenden kunnen, elk apart, aanspraak maken op een premie of inkomenstenvrijlating als bedoeld in artikel 2, 3 en 6.

  • 2.

    Het totaal van de premies of inkomstenvrijlatingen per echtpaar of samenwonend paar kan echter de in art. 43 Abw genoemde maximum bedragen niet te boven gaan.

Artikel 5 Gevolgen herziening fase-indeling

De uitkeringsgerechtigde die een premie ontvangt als bedoeld in artikel 2 en 3 behoudt deze ook als hij tijdens de premietermijn in een andere arbeidsmarktfase dan fase 3 of 4 wordt ingedeeld.

Hoofdstuk 3 Voorwaarden voor het recht op inkomstenvrijlating o.g.v. art. 43 Abw, 2e lid onder m

Artikel 6 Inkomstenvrijlating

Op de uitkering van de uitkeringsgerechtigde die:

  • a.

    alleenstaande ouder is met een of meer kinderen in de leeftijd van 5 tot 12 jaar en tot arbeidsmarktfase 3 of 4 behoort;

  • b.

    tot arbeidsmarktfase 3 of 4 behoort en beperkingen heeft van medische en/ of sociale aard. Medische beperkingen dienen te blijken uit een medische verklaring. Onder sociale beperkingen worden mede verstaan beperkingen van psychosociale aard, verzorging van een behoeftig gezinslid, onaangepast sociaal gedrag en andere naar het oordeel van Burgemeester en wethouders meer individueel bepaalde sociale beperkingen;

  • c.

    tot arbeidsmarktfase 3 of 4 behoort en 55 jaar of ouder is maar de leeftijd van 57,5 jaar nog niet heeft bereikt;

    en die een dienstbetrekking in deeltijd heeft of aanvaardt, waarmee een inkomen wordt verworven dat minder bedraagt dan de voor hem geldende bijstandsnorm, worden inkomsten uit arbeid, in afwijking van artikel 26, tweede lid Abw, tot de in art. 43 genoemde maximum bedragen niet in mindering gebracht op de uitkering.

Hoofdstuk 4 Uitbetaling van de premie

Artikel 7 Betaalbaarstelling

  • 1.

    De premie wordt aangevraagd door indiening van een volledig ingevuld en eigenhandig ondertekend, door Burgemeester en wethouders vastgesteld formulier.

  • 2.

    Op de aanvraag om premie wordt door Burgemeester en wethouders binnen een periode van acht weken beslist.

  • 3.

    Uitbetaling dient te geschieden binnen vier weken na nemen besluit.

  • 4.

    De uitkeringsgerechtigde is verplicht Burgemeester en wethouders onverwijld mededeling te doen van de feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de uitvoering van deze verordening onder overlegging van bewijsstukken.

Hoofdstuk 5 Slotbepalingen

Artikel 8 Weigerings- en intrekkingsgronden

Geen recht op premie heeft:

  • 1.

    De uitkeringsgerechtigde op wie de gemeente Zaanstad een vordering heeft in verband met schending van de informatieplicht ingevolge de Algemene bijstandswet, de Ioaw en de Ioaz.

  • 2.

    Degene die over de maand, waarover de premie wordt berekend geen recht heeft op algemene bijstand ingevolge de Algemene bijstandswet of uitkering krachtens de Ioaw of Ioaz of van wie het recht niet kan worden vastgesteld.

  • 3.

    Degene die zijn mededelings- en informatieplicht, waaronder mede wordt verstaan de plicht om zich te identificeren niet of niet behoorlijk nakomt.

  • 4.

    De uitkeringsgerechtigde die, hoewel het dienstverband voortduurt, uitsluitend een uitkering geniet vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid.

Artikel 9 Gronden voor terugvordering van uitgekeerde premies

Burgemeester en wethouders vorderen verstrekte premies terug als blijkt dat deze op grond van onjuiste of onvolledige informatie zijn uitgekeerd.

Artikel 10 Brutering van premiebedragen

De ingevolge artikel 2 en 3 vastgestelde netto premie wordt door Burgemeester en wethouders omgerekend naar een bruto bedrag waarop vervolgens de verschuldigde loonheffing en premies volksverzekeringen in mindering worden gebracht.

Artikel 11 Aanpassing bedragen

  • 1.

    Burgemeester en wethouders herzien de ingevolge de verordening voor premies deeltijdwerk geldende bedragen overeenkomstig de ingevolge art. 56, tweede lid Abw door de Minister van SZW periodiek herziene bedragen voor inkomstenvrijlating.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders herzien de premie onbetaald werk overeenkomstig de indexering die de Belastingdienst periodiek toepast.

Artikel 12 Verslaglegging

Burgemeester en wethouders brengen jaarlijks verslag uit aan de raad inzake de uitvoering van de verordening.

Artikel 14 Hardheidsclausule

Ingeval onverkorte toepassing van de bepalingen van deze verordening zou leiden tot een klaarblijkelijke hardheid op grond van specifieke individuele situaties, kunnen Burgemeester en wethouders gemotiveerd afwijken van een of meer bepalingen van deze verordening.

Artikel 15 Slotbepalingen

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening premiebeleid en vrijlating van inkomsten Zaanstad.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 oktober 1997.

  • 3.

    Bij de inwerkingtreding van deze verordening vervalt de "Verordening premieregeling bij deeltijdwerkaanvaarding en bij vrijwilligerswerk uitkeringsgerechtigden", vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 14 september 1995.

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 9 oktober 1997.

secretaris

voorzitter