Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voorziening gehandicapten gemeente Zaanstad |
Citeertitel | Verordening voorziening gehandicapten gemeente Zaanstad |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Geen.
Wet voorzieningen gehandicapten
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-02-2001 | 13-04-2005 | nieuwe regeling | 21-12-2000 gemeenteblad 2001 nr 1 dd. 15-01-2001 | 2000 nr. 22 |
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
het gezamenlijk bruto-inkomen, inclusief de overhevelingstoeslag, van de gehandicapte en zijn echtgenoot, indien de gehandicapte een echtgenoot heeft in de zin van artikel 1 lid 2 t/m 6 Wvg, verminderd met de over het bruto-inkomen verschuldigde belasting, sociale verzekeringspremies en pensioenpremies, met uitzondering van de procentuele premie voor de verplichte ziekenfondsverzekering;
de woonruimte waar de gehandicapte zijn vaste woon- en verblijfplaats heeft en welke bestemd en geschikt is voor permanente bewoning en op welk adres de gehandicapte in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens staat ingeschreven, dan wel zal staan ingeschreven, dan wel het feitelijk woonadres indien de gehandicapte met een postadres is, dan wel zal staan ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie;
Paragraaf 3 Voorwaarden bij verlening van voorzieningen
Artikel 2.5 Aard van de materialen
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming ten behoeve van ingrepen van bouwkundige of woontechnische aard voorzover de ondervonden ergonomische beperkingen niet voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen of uit de bouwkundige staat van de woning.
Artikel 2.6 Verzekering van de voorzieningen
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming, indien de getroffen voorzieningen toereikend zijn verzekerd.
Artikel 2.8 Aanvang werkzaamheden en inzicht in de woning
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming, indien:
Artikel 2.11 Duidelijkheid over financiering van het niet-gesubsidieerde deel van de kosten
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder b en c, indien in de financiering van het niet door subsidie gedekte deel van de voorziening is voorzien.
Paragraaf 4 Beperking in de verlening van woonvoorzieningen
Artikel 2.12 Het verwerven van grond
Voorzover het treffen van voorzieningen, als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder b, betreft het uitbreiden van bestaande woningen dan wel het groter bouwen van een nieuw te bouwen woning dan zonder de voorzieningen nodig zou zijn, kunnen burgemeester en wethouders een bijdrage verlenen voor de extra te verwerven grond die ten hoogste overeenkomt met de bijdrage voor het aantal vierkante meters per vertrek en een gedeelte van de buitenruimte bij de woning, zoals toegelicht in het verstrekkingenboek.
Artikel 2.13 Woningaanpassingen van gemeenschappelijke ruimten
Burgemeester en wethouders kunnen een financiële tegemoetkoming verlenen voor het treffen van de volgende voorzieningen aan een gemeenschappelijke ruimte, indien zonder deze woningaanpassing de woonruimte voor de gehandicapte ontoegankelijk blijft:
Paragraaf 5 Verhuis- en (her)inrichtingskosten
Artikel 2.14 Verhuis- en (her)inrichtingskosten
Burgemeester en wethouders verlenen slechts een financiële tegemoetkoming, bedoeld in het eerste lid onder b, indien het een woonruimte betreft, waaraan met toepassing van deze verordening, dan wel de Beschikking geldelijke steun gehandicapten of de Regeling geldelijke steun huisvesting gehandicapten een aanpassing is verricht waarvan de aanvaarde kosten ten minste f 15.000,-/€ 6.806,70 hebben bedragen.
Paragraaf 6 Facultatieve woonvoorzieningen
Artikel 2.16 Kosten in verband met tijdelijke dubbele woonlasten
De hoogte van de financiële tegemoetkoming is gebaseerd op de kale huur en servicekosten, doch zal niet meer bedragen dan de werkelijk gemaakte kosten met een maximum van een bedrag gelijk aan de huurprijsgrens of het normbedrag dat geldt bij flankerend beleidopname, ter tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in het vierde lid onder b.
Artikel 2.17 Kosten in verband met huurderving
In geval van huurbeëindiging van een aangepaste woonruimte, die voor meer dan f 15.000,-/€ 6.806,70 is aangepast, kunnen burgemeester en wethouders een financiële tegemoetkoming verlenen aan de eigenaar van woning in verband met derving van huurinkomsten van maximaal 6 maanden, waarbij de eerste maand huurderving niet voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt.
Artikel 2.18 Restitutie meerwaarde bij verkoop
De eigenaar-bewoner, die krachtens deze verordening een financiële tegemoetkoming in de kosten voor het treffen van een woonvoorziening heeft ontvangen en die binnen een periode van vijf jaar na de datum van gereedmelding van de werkzaamheden de woning verkoopt, is gehouden om binnen een week na het passeren van de akte burgemeester en wethouders hiervan schriftelijk op de hoogte te stellen. De meerwaarde die door het treffen van de voorziening is ontstaan, dient gedeeltelijk aan de gemeente te worden teruggestort. Voor de toepassing van deze verordening staat de meerwaarde gelijk aan 80 % van de verleende subsidie.
Hoofdstuk 3 Vervoersvoorzieningen
Artikel 3.2 Het recht op een vervoersvoorziening
Voor de bij artikel 3.1.1.b, artikel 3.1.2 sub b, c en d en artikel 3.1.3 sub a tot en met e genoemde voorzieningen geldt, in uitzondering op het gestelde in het vorige lid onder b, dat zij ook in aanvulling op het gebruik van een collectief vervoersysteem als bedoeld in artikel 3.1.1.a verstrekt kunnen worden, indien er door toekenning een substantiële vervoersbehoefte mee gedekt wordt.
Bij het vaststellen van de hoogte van de vervoerskostenvergoeding, als bedoeld in artikel 3.1.3 sub b, c en d kan rekening worden gehouden met de individuele vervoersbehoefte van de gehandicapte en de mate waarin een collectief vervoersysteem als bedoeld in artikel 3.1.1 in die vervoersbehoefte kan voorzien.
Artikel 4.1 Algemene omschrijving
De door burgemeester en wethouders te verstrekken rolstoelvoorziening kan bestaan uit:
Artikel 4.2 Het recht op een rolstoel
Een gehandicapte kan voor een rolstoel in aanmerking worden gebracht wanneer de aantoonbare beperkingen op grond van ziekte of gebrek in belangrijke mate zittend verplaatsen in en om de woning noodzakelijk maken en hulpmiddelen die verstrekt worden op grond van de Algemene wet bijzondere ziektekosten een onvoldoende oplossing bieden.
Hoofdstuk 5 Gemaximeerde en forfaitaire vergoedingen, collectief systeem van aanvullend openbaar vervoer en inkomensgrenzen
Artikel 5.1 Gemaximeerde vervoerskostenvergoedingen
Met inachtneming van hetgeen hiertoe in artikel 3.2 lid 4 is bepaald, wordt bij de vaststelling van de hoogte van de vervoerskostenvergoeding voor auto- en taxikosten als bedoeld in artikel 3.1.3 sub b t/m d uitgegaan van de normbedragen zoals vermeld in het Besluit financiële tegemoetkoming voorzieningen gehandicapten, waarbij:
Hoofdstuk 6 Het verkrijgen van een voorziening
Artikel 6.2 Gronden voor weigering
Burgemeester en wethouders kunnen de gevraagde voorzieningen in ieder geval weigeren:
indien een middel als waarop de aanvraag betrekking heeft reeds eerder krachtens deze verordening is vergoed of verstrekt en de normale afschrijvingsduur voor dat middel nog niet is verstreken, tenzij het eerder vergoede of verstrekte middel geheel of gedeeltelijk verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de aanvrager zijn toe te rekenen.
Hoofdstuk 7 Verplichtingen en bevoegdheden van rechthebbende en het college van burgemeester en wethouders
Artikel 7.1 Inlichtingen, onderzoek, advies
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om, voorzover dit van belang kan zijn voor de beoordeling van het recht op een voorziening, degene door wie een aanvraag is ingediend op te roepen in persoon te verschijnen op een nader te bepalen plaats en tijdstip en deze persoon te laten ondervragen of onderzoeken;
Artikel 7.2 Wijzigingen in de situatie
Degene aan wie krachtens deze verordening een voorziening is verstrekt, is verplicht aan het RIO Zaanstreek mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
Artikel 8.1 Afwijken van bepalingen, hardheidsclausule
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen ten gunste van de gehandicapte of de woningeigenaar afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 8.2 Beslissing burgemeester en wethouders in gevallen waarin de verordening niet voorziet
Burgemeester en wethouders kunnen jaarlijks per 1 januari de in het kader van deze verordening geldende bedragen en de bedragen vermeld in het Besluit financiële tegemoetkoming voorzieningen gehandicapten verhogen of verlagen conform de ontwikkelingen van de prijsindex volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek en de landelijke Wvg-normen.
Artikel 8.4 Periodieke evaluatie gemeentelijk beleid en bijstelling verordening
Het door de gemeente gevoerde beleid wordt eenmaal per jaar geëvalueerd. Indien deze evaluatie daar aanleiding toe geeft, wordt de verordening aangepast.
Burgemeester en wethouders zenden hiertoe binnen een jaar en vervolgens telkens na 6 maanden na de inwerkingtreding van de verordening aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de verordening in de praktijk.
Deze verordening zal worden bekend gemaakt in januari 2001 door het plaatsen van de verordening in het Gemeenteblad 2001 nummer 1. Tevens zal deze verordening dan worden opgenomen in de algemeen verkrijgbare uitgave die is getiteld ‘Verzameling gemeentelijke verordeningen, besluiten en beleidsregels Zaanstad’.