Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heumen

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaatsen in de gemeente Heumen 1992

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeumen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaatsen in de gemeente Heumen 1992
CiteertitelBeheersverordening begraafplaatsen gemeente Heumen 1992
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet op de lijkbezorging, art. 35
  2. Gemeentewet, art. 168
Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

29-12-201015-10-2014Onbekend

19-11-1992

De Verbinding, 21-12-2010

09.07

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaatsen in de gemeente Heumen 1992

De raad van de gemeente Heumen in openbare vergadering bijeen;

Voorgenomen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 oktober

1992, nummer 38.01.12;

Overwegende dat het gewenst is om regels vast te stellen voor het gebruik en beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen;

gelet op artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 168 van de Gemeentewet;

b e s l u i t:

vast te stellen de volgende:

“Verordening op het beheer en het gebruik van de algemene begraafplaatsen in de gemeente Heumen 1992”

 

 

HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 begripsomschrijvingen

De verordening verstaat onder:

Begraafplaats(en): de algemene begraafplaats Malden, gelegen aan de

Groesbeekseweg te Malden;

De algemene begraafplaats Nederasselt, gelegen aan

het Klokstaatje te Nederasselt;

De algemene begraafplaats Overasselt, gelegen aan

de Valkstraat te Overasselt.

Eigen graf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor

aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • -

    het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • -

    het doen verstrooien van as;

Algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een

ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen

begraven van lijken;

Eigen urnengraf: een graf, grafkelder daaronder begrepen, waarvoor

aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • -

    het doen bijzetten en bijgezet houden van

    asbussen met of zonder urnen;

  • -

    het doen verstrooien van as;

Algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in beheer waarin aan een

ieder gelegenheid wordt geboden tot het doen

bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

Eigen urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk of

rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend

tot het doen bijzetten en bijgezet worden van

asbussen met of zonder urnen;

Urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

Asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

Verstrooiingsplaats: een plaats waarop as wordt verstooid;

Grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, een

verstrooiingsplaats of gedenkplaats;

Gedenkplaats: een plaats ingericht om overledenen te gedenken;

Beheerder: de ambtenaar die belast is met de dagelijkse

leiding van de begraafplaats(en) of degene die hem

vervangt;

Rechtshebbende: de rechthebbende op een eigen graf.

Artikel 2 Bestemming

  • 1.

    De algemene gegraafplaatsen te Malden en Nederasselt zijn bestemd voor begraving van lijken van personen in de gemeente overleden en aldaar thuisbehorende.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen het begraven van lijken van andere personen toestaan.

  • 3.

    De algemene begraafplaats te Overasselt is bestemd voor begraving van lijken, van de personen aan wie volgens het besluit van de raad van de voormalige gemeente Overasselt d.d. 13 december 1979, nummer 13.08 –

    tot aankoop van het Nederlands Hervormde kerkje en de daarbij

    behorende begraafplaats te Overasselt – de toezegging is gedaan dat

    zij op deze begraafplaats zouden worden begraven, alsmede voor

    begraving van lijken van personen waarvoor, voordat de begraafplaats

    is gesloten, alsnog schriftelijke bewijsstukken worden overgelegd, dat

    zij enig recht tot begraven op de begraafplaats hebben verworven.

  • 4.

    De algemene begraafplaats te Overasselt zal worden gesloten nadat de

    personen aan wie volgens het derde lid toezeggingen zijn gedaan, zijn

    overleden en begraven.

Artikel 3 Uitbreiding begrippen eigen en algemeen graf

  • 1.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze veroedening bepaalde wordt, voor zover van belang onder “eigen graf” mede verstaan: eigen urnengraf, eigen urnennis, eigen verstooiingsplaats en eigen

    gedenkplaats.

  • 2.

    Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt, voor zover van belang onder “algemeen graf” mede verstaan: algemeen urnengraf.

HOOFDSTUK 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 4 Openstelling begraafplaats(en)

  • 1.

    de begraafplaatsen zijn voor een ieder dagelijks toegankelijk

    gedurende de door burgemeester en wethouders bij nadere regels vast te

    stellen tijden. Zij maken deze tijden openbaar bekend.

  • 2.

    Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de

    toegangen tijdelijk worden gesloten.

  • 3.

    Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het

    bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

Artikel 5 ordemaatregelen

  • 1.

    het is aan steenhouwers, hoveniers en daarmede gelijk te stellen

    personen verboden, anders dan met toestemming van burgemeester en

    wethouders, werkzaamheden voor derden aan grafbedekkingen op de

    begraafplaatsen te verrichten. Deze toestemming dan mondeling worden

    gegeven.

  • 2.

    Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

    • a.

      elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen anders van voor een begrafenis of voor het vervoeren van materialen;

    • b.

      sneller dan 10 km. per uur;

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van lid 2:

  • 4.

    Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die

    werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn

    verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden

    aan de aanwijzingen van de beheerder;

  • 5.

    Degenen die zich niet aan de in het vierde lid bedoelde aanwijzing

    houden, moeten zich op eerste aanzegging van de beheerder van de

    begraafplaats verwijderen.

Artikel 6
  • 1.

    Dodenherdenkingen, onthullingen van gedenktekens en dergelijke

    plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden

    gemeld aan de beheerder onder opgave van datum en uur van de

    plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal plaatsvinden.

  • 2.

    De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid moeten

    zich in het belang van de orde, rust en netheid houden aan de

    aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 7 Opgravingen en ruimen

Het opgraven van lijken en het ruimen van graven is slechts toegestaan

indien daarbij geen andere personen aanwezig zijn dan degenen die met

deze werkzaamheden zijn belast.

HOOFDSTUK 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 8 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van

het graf

  • 1.

    Degene, die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen

    verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag

    voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing

    zal plaatsvinden, schriftelijk kennis aan de beheerder. De zaterdag

    geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Indien de

    burgemeester toestemming heeft gegeven om het lijk binnen 36 uur na

    het overlijden te begraven, moet de kennisgeving aan de beheerder zo

    tijdig mogelijk worden gedaan.

  • 2.

    Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn moeten zijn voorzien van een duurzaam identiteitskenmerk. De gegevens van het kenmerk moeten overeenstemmen met de administratie van de begraafplaats.

  • 3.

    Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as, en het daarna sluiten van een graf, alsmede het bedienen van de

    hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de

    begraafplaats op aanwijzing en onder toezicht van de beheerder. De

    nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de beheerder

    geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe

    uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of

    schriftelijk aan de beheerder hebben kenbaar gemaakt. De zaterdag

    geldt voor de toepassing van deze bepaling niet als werkdag. Zijn

    dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

Artikel 9 Gebouwen en muziekinstallatie

  • 1.

    Het gebruik van de ontvangstruimten, de aula, alsmede van de

    muziekinstallatie moet uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag

    voorafgaande aan de dag waarop van de ruimte of de aula gebruik zal

    worden gemaakt, worden aangevraagd bij de beheerder.

  • 2.

    De ruimten en de muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid

    gedurende een per keer vooraf te bepalen tijdsduur ter beschikking van de aanvrager.

Artikel 10 Over te leggen stukken

  • 1.

    Begraving mag slechts geschieden indien van tevoren het verlof tot

    gegraven of de bezorging van as is overlegd aan de beheerder.

  • 2.

    Indien de begraving of de bezorging van as in een eigen graf zal

    plaatsvinden, dient een machtiging daartoe aan de beheerder te worden

    overgelegd ondertekend door de rechthebbende of, indien deze is

    overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

  • 3.

    Begraving of bij zetting in een eigen graf waarvan de uitgiftetermijn

    binnen de wettelijke minimum grafrusttermijn afloopt, kan alleen

    plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met

    een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten

    minste gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn. De

    verlenging dient te worden aangevraagd door de rechthebbende of,

    indien deze is overleden, door een van de andere personen, genoemd in artikel 18, tweede lid.

  • 4.

    De in het vorige lid bedoelde periode van verlenging wordt naar boven toe afgerond op gehele jaren.

  • 5.

    De beheerder onderzoekt de genoegdzaamheid van de overgelegde stukken.

Artikel 11 Tijden van begraven en asbezorging

  • 1.

    De tijd van begraven en het bezorgen van as is:

    Op werkdagen van 10.00 tot 12.30 uur en van 14.00 tot 17.00 uur;

    Op zaterdag en zondag van 10.00 tot 12.30 uur

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen van deze

    tijden afwijken.

HOOFDSTUK 4 INDELING EN UITGIFTE DER GRAVEN

Artikel 12 Indeling graven en asbezorging

  • 1.

    Op de begraafplaats(en) kunnen worden uitgegeven:

    • a.

      eigen graven en eigen urnengraven;

    • b.

      eigen urnennissen;

    • c.

      eigen verstrooiingsplaatsen

    • d.

      eigen gedenkplaatsen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen bij nader vast te stellen regels hoeveel lijken en hoeveel asbussen met of zonder urnen er kunnen

    worden bijgezet in de eigen graven en hoeveel verstrooiingen van as er

    op of in de eigen graven kunnen plaats hebben. Zijn bepalen tevens de

    afmetingen en de uitgifteduur van de eigen graven. De uitgifteduur kan

    niet korter zijn dan de minimumtermijn vastgesteld in de Wet op de

    lijkbezorging.

Artikel 13 Aantal overledenen in algemene graven

  • 1.

    In de algemene graven kan een door burgemeester en wethouders te

    bepalen aantal lijken worden begraven.

  • 2.

    In de algemene urnengraven kan een door burgemeester en wethouders tebepalen aantal asbussen met of zonder urn worden bijgezet.

Artikel 14 Volgorde van uitgifte

  • 1.

    De eigen graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde

    van ligging uitgegeven.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen een eigen graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, indien dit wegens de situatie op de begraafplaats(en) niet bezwaarlijk is.

Artikel 15 Categorieën

Burgemeester en wethouders kunnen bij nader vast te stellen regels de

algemene eigen graven onderverdelen in categorieën. Zij bepalen voor de

verschillende categorieën de situering en de oppervlakte.

Artikel 16 Termijnen eigen graven

  • 1.

    Burgemeester en wethouders verlenen, voor zover de daartoe bestemde

    ruimte van de begraafplaats(en) zulks toelaat, op een daartoe bij hen

    schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van twintig of dertig

    jaar het recht op een eigen graf. De termijn begint te lopen op de

    datum waarop het eigen graf is uitgegeven.

Artikel 17 Grafkelder

Burgemeester en wethouders kunnen aan de rechthebbende op een eigen graf vergunning verlenen tot het daarin voor eigen rekening doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door hen te stellen voorwaarden.

Artikel 18 Overschrijving van verleende rechten

  • 1.

    Het recht op eigen graf kan op schriftelijk verzoek van de

    rechthebbende worden overgeschreven ten name van de echtgenoot of

    levenspartner dan wel een bloedverwant tot en met de derde graad.

    Overschrijving op verzoek van de rechthebbende ten name van een ander

    dan de vorengenoemde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor

    gewichtige redenen bestaan.

  • 2.

    Na het overlijden van de rechthebbende kan het eigen graf worden

    overgeschreven op naam van de echtgenoot of levenspartner dan wel een

    bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, mits het verzoek

    hiertoe schriftelijk wordt gedaan binnen één jaar na het overlijden

    van de rechthebbende. Overschrijving ten name van een ander dan de in

    de vorige zin bedoelde personen is slechts mogelijk, indien daarvoor

    gewichtige redenen bestaan.

  • 3.

    Indien na het overlijden van de rechthebbende het schriftelijk verzoek tot overschrijving aan burgemeester en wethouders niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het recht op het graf te doen

    vervallen.

  • 4.

    Na het verstrijken van de in het tweede lid genoemde termijn van een

    jaar kunnen burgemeester en wethouders het eigen graf alsnog op naam

    stellen van een nieuwe rechthebbende, tenzij dit recht betrekking

    heeft op een eigen graf dat inmiddels is geruimd.

 

Artikel 19 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende

schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op

het eigen graf. Van de ontvangst van zodanige verklaring doen

burgemeester en wethouders schriftelijk mededeling aan de rechthebbende.

Artikel 20 Sluiting van graven

  • 1.

    Op schriftelijk verzoek van de rechthebbende kunnen burgemeester en

    wethouders een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf

    gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst en

    mag daarin geen andere begraving plaats hebben, of asbus worden

    bijgezet, dan wel as worden verstrooid dan die van de stoffelijke

    overschotten van de personen die de rechthebbende in zijn verzoek met

    name heeft genoemd.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders bepalen in overleg met de rechthebbende de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal

    geschieden. Zijn stellen de bijzondere voorwaarden vest, waaraan moet

    zijn voldaan alvorens het graf gesloten wordt verklaard.

HOOFDSTUK 5 GRAFBEDEKKING

Artikel 21 Vergunning grafbedekking

  • 1.

    Voor het hebben van een grafbedekking is de schriftelijke vergunning

    nodig van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Omtrent de wijze van aanvragen van de vergunning, de aard en de

    afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen kunnen

    burgemeester en wethouders nadere regels vaststellen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de door hen vastgestelde nadere regels.

  • 4.

    Door de gemeente wordt aan de voet van ieder graf op de algemene

    begraafplaats een stenen gedenkplaatje geplaatst, vermeldende de naam

    van de begravene, diens geboortejaar en jaar van overlijden.

  • 5.

    Indien door de rechthebbende of door hen, die voor de begrafenis

    hebben zorg te dragen, een graf- of gedenkteken op het graf is

    aangebracht, wordt het in lid 4 van dit artikel geplaatste

    gedenkplaatje verwijderd.

  • 6.

    Burgemeester en wethouders kunnen de vergunningen weigeren indien:

    • a.

      niet voldaan wordt aan de door hen vastgestelde nadere regels;

    • b.

      de grafbedekking afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

    • c.

      de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

    • d.

      de constructie van de grafbedekking ondeugdelijk is.

Artikel 22 Grafbeplanting

Niet-blijvende beplantingen op een graf die in een verwaarloosde staat

verkeren kunnen door de beheerder worden verwijderd zonder dat aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke kunnen, wanneer zijn verwelkt zijn, door de beheerder worden verwijderd. Linten, siervazen en dergelijk voorwerpen worden gedurende drie maanden ter beschikking gehouden van de rechthebbende indien deze daartoe tevoren een mondeling of schriftelijk verzoek heeft gedaan bij de beheerder.

Artikel 23 Verwijdering grafbedekking

  • 1.

    De grafbedekking kan na het verstrijken van de graftermijn door

    burgemeester en wethouders worden verwijderd.

  • 2.

    Het voornemen tot verwijdering van de grafbedekking wordt gedurende

    ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de

    grafbedekking zal worden verwijderd op een op het te ruimten graf te

    plaatsen bordje door burgemeester en wethouders bekend gemaakt, tenzij

    het adres van de rechthebbende bij burgemeester en wethouders bekend

    is. In dat geval stellen zijn hem uiterlijk een jaar voor het genoemde

    tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.

  • 3.

    Op grond van een daartoe door de rechthebbende bij burgemeester en

    wethouders ingediend schriftelijk verzoek, blijft de grafbedekking na

    verwijdering nog gedurende drie maanden ter beschikking van degene aan

    wie een vergunning als bedoeld in artikel 21 was verleend. Het

    schriftelijk verzoek kan worden ingediend gedurende de in het tweede

    lid genoemde termijn.

  • 4.

    De grafbedekking vervalt aan de gemeente indien:

    • -

      geen verzoek op grond van het derde lid is ingediend en de termijn waarbinnen dit verzoek had kunnen worden ingediend is verstreken;

      -de grafbedekking niet binnen drie maanden nadat deze van het graf

      is verwijderd, is afgehaald.

Artikel 24 Onderhoud door de rechthebbende

  • 1.

    De rechthebbende is verplicht de grafbedekking behoorlijk te

    onderhouden of te herstellen

  • 2.

    Indien hij nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te

    herstellen, kunnen burgemeester en wethouders de hiervoor in

    aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen

    verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter

    beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente,

    zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

  • 3.

    De verwijdering vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende

    behoorlijk per brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de

    toestand van de grafbedekking. De oproeping geschiedt door mededeling

    op het mededelingenbord op de begraafplaats als het adres van de

    rechthebbende niet bekend is. Bij het graf wordt een verwijzing naar

    de mededeling aangebracht.

Artikel 25 Onderhoud door de gemeente

  • 1.

    Burgemeester en wethouders voorzien in het schoonhouden en het na

    verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken en in de zorg voor de

    winterharde beplantingen.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in lid 1 moet de rechthebbende voorzien in het onderhoud van een eigen graf inclusief grafbedekkingen en beplanting van de algemene begraafplaatsen in Nederasselt en

    Overasselt.

HOOFDSTUK 6 RUIMING VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 26 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

  • 1.

    Het voornemen van burgemeester en wethouders om een graf te ruimen

    wordt gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip

    waarop het graf geruimd zal worden op een bij het te ruimten graf te

    plaatsen bordje ter kennis van de belanghebbenden gebracht, tenzij het

    adres van de rechthebbende op het graf aan hen bekend is. In dat geval

    stellen zijn hem uiterlijk een jaar voorafgaande aan het bedoelde

    tijdstip per brief van hun voornemen in kennis.

  • 2.

    De bij de ruiming van het graf nog aanwezige overblijfselen van lijken worden begraven en de as wordt verstrooid op een van de daartoe

    bestemde, afgesloten gedeelten van de begraafplaats(en).

  • 3.

    Nabestaanden van een overledenen die begraven is in een algemeen graf kunnen gedurende de in het eerst lid bedoelde termijn de beheerder

    schriftelijk verzoeken bij ruiming de overblijfselen, indien mogelijk,

    bijeen te doen brengen voor herbegraving elders.

    Nabestaanden van een overledene waarvan een asbus al of niet met een

    urn is bijgezet in een algemeen graf kunnen de beheerder vragen om

    deze ter beschikking te houden voor herbegraving of verstrooiing

    elders.

  • 4.

    De rechthebbende op een eigen graf, kan de beheerder schriftelijk

    verzoeken om de overblijfselen te doen verzamelen om deze weder in

    dezelfde grafruimte te doen plaatsen dan wel om deze elders opnieuw te

    doen begraven.

    De rechthebbende op een eigen urnengraf of urnennis kan de beheerder

    vragen deze ter beschikking te houden om elders bij te zetten of te

    doen verstrooien.

HOOFDSTUK 7 GEDEELTE VOOR KERKGENOOTSCHAP

Artikel 27 Afwijkende regels en kennisgeving onderhoudsbehoefte van

graven.

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen na overleg met het bestuur van het

    kerkgenootschap ten aanzien van de openstelling van het gedeelte, de

    indeling van graven, de onderverdeling van graven in categorieën en de

    eisen voor de grafbedekking op het ter beschikking van het

    kerkgenootschap gestelde deel van de begraafplaats nadere regels

    stellen die afwijken van de regels krachtens de artikelen 4, eerste

    lid, 12, tweede lid, 15 en 21, tweede lid van deze verordening.

  • 2.

    Het bestuur van het kerkgenootschap kan burgemeester en wethouders

    schriftelijk verzoeken hem er schriftelijk van in kennis te stellen

    dat er onderhoud of herstel door de rechthebbende nodig is van de

    grafbedekking op een of meer graven op het deel van de begraafplaats

    dat aan het kerkgenootschap ter beschikking is gesteld.

  • 3.

    Op grond van het in het tweede lid genoemde verzoek stellen

    burgemeester en wethouders het bestuur van het kerkgenootschap

    schriftelijk in kennis dat de grafbedekking van een of meer graven

    onderhoud en herstel behoeft. De kennisgeving lat de bevoegdheid van

    burgemeester en wethouders onverlet om de rechthebbende op de graven

    ervan in kennis te stellen dat de grafbedekking moet worden

    onderhouden of hersteld.

HOOFDSTUK 8 IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 28 Lijst

  • 1.

    Burgemeester en wethouders houden een lijst bij van de graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

  • 2.

    Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoeken burgemeester en wethouders of er graven zijn die in aanmerking komen

    om op de lijst te worden bijgeschreven.

  • 3.

    De gemeenteraad beslist over het ruimten van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

HOOFDSTUK 9 INRICHTING REGISTER

Artikel 29 Voorschriften

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen voorschriften vast voor het

    register van de begraven lijken en de bezorgde door de beheerder.

  • 2.

    Het register wordt bijgehouden door de beheerder.

HOOFDSTUK 10 KLACHTEN

Artikel 30 Indiening, behandeling en beslissing

  • 1.

    Ingezetene en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en

    rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten

    van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij

    burgemeester en wethouders een schriftelijke klacht indienen.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders beslissen dertig dagen na ontvangst van de klacht. Zijn kunnen deze termijn met ten hoogste dertig dagen

    verlengen.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders brengen de beslissing omtrent de klacht

    terstond ter kennis van de klager en de gemeenteraad.

HOOFDSTUK 11 SLOTBEPALINGEN

Artikel 30 Overgangsbepaling

De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die

voortvloeien uit de ingevolgde artikel 32 ingetrokken verordening, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 31 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met de artikelen 4, 5 en 6 wordt gestraft met

een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 32 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt op en nader door burgemeester en wethouders te

bepalen dag in werking, met ingang van welke datum de bestaande

verordening “Verordening op het gebruik en het beheer van de algemene

begraafplaatsen” van 26 februari 1981, nummer 02.05 vervalt.

Artikel 33 Citeerartikel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Beheersverordening

begraafplaatsen gemeente Heumen 1992”.

AZ/DZ Malden, 19 november 1992

DE RAAD VOORNOEMD;

De secretaris, De voorzitter,

W.E. Keurntjes F.C.W. Grienberger.