Artikel 1 Begripsbepaling
- 1.
Deze verordening verstaat onder:
Ombudsman: degene, die is benoemd in de functie bedoeld in artikel 1
van de Verordening gemeentelijke Ombudsman Groningen.
- 2.
Toekomstige wijzigingen van artikelen van de Arbeidsvoorwaardenregeling
gemeente Groningen (ARG) of andere rechtspositieregelingen van de
gemeente Groningen waarnaar in de onderhavige verordening wordt
verwezen, zijn van overeenkomstige toepassing op de Ombudsman.
Artikel 2 Bericht van aanstelling
Aan de Ombudsman wordt bij aanstelling zo spoedig mogelijk kosteloos een
bericht van aanstelling uitgereikt, welke tenminste vermeldt:
- a.
de naam, voornamen, geboorteplaats en geboortedatum van de
Ombudsman;
- b.
de datum, met ingang waarvan hij tot Ombudsman is benoemd;
- c.
de duur waarvoor de aanstelling geldt;
- d.
de bezoldiging welke de Ombudsman wordt toegekend.
Artikel 3 Bezoldiging
- 1.
De Ombudsman heeft aanspraak op bezoldiging met ingang van de datum
waarop zijn benoeming ingaat.
- 2.
De bezoldiging wordt in maandelijkse termijnen betaalbaar gesteld.
- 3.
De aanspraak op bezoldiging eindigt met ingang van de dag:
- a.
- b.
volgend op die dag waarop de termijn van benoeming is
verstreken;
- c.
volgend op die waarop de Ombudsman is overleden.
- 4.
De Ombudsman wordt ingeschaald in salarisschaal 15 van bijlage IIa van
de CAR, salaristabel gemeenteambtenaren, nieuwe structuur (bijlage 4
ARG), tenzij de Raad anders besluit.
- 5.
De plaatsvervangend ombudsman wordt ingeschaald overeenkomstig de
juridisch (onderzoeks)medewerker bij het bureau van de Ombudsman,
waarbij artikel 23:2:3 ARG van overeenkomstige toepassing is.
- 6.
De plaatsvervangend ombudsman vervangt de Ombudsman daadwerkelijk op een
door de gemeenteraad te bepalen datum zodra mag worden aangenomen, dat
de ombudsman voor langere duur zijn functie niet zal kunnen vervullen.
Hij ontvangt in dat geval een tijdelijke maandelijkse toelage door de
Raad vastgesteld, tot dat de ombudsman zijn werkzaamheden heeft hervat,
dan wel tot dat een nieuwe ombudsman in functie treedt.
Artikel 4 Bezoldiging tijdens afwezigheid
- 1.
Indien de Ombudsman wegens vakantie of afwezigheid verhinderd is zijn
functie te vervullen, behoudt hij gedurende deze verhindering zijn
bezoldiging, voor zover de ARG niet anders bepaalt.
- 2.
Ingeval van ziekte van de Ombudsman is hoofdstuk 7 ARG van
overeenkomstige toepassing.
Artikel 5 Vakantie en vakantietoelage
- a.
Ten aanzien van de vakantie van de Ombudsman zijn de bepalingen van
de artikelen 6:1, 6:1:1, 6:2, 6:2:1, 6:2:2, 6:2:3, 6:2:4, 6:2:6,
6:4:1, 4:2:1, 6:4, 6:4:3 en 6:4:6 ARG van overeenkomstige
toepassing.
- b.
De Ombudsman heeft aanspraak op een vakantietoelage overeenkomstig
de bepalingen van de artikelen 6:3 en 6:3:1 ARG.
Artikel 6 Mededelingsplicht
Indien de Ombudsman wegens ziekte of om andere redenen zijn functie niet kan
vervullen, geeft hij daarvan terstond kennis aan het college. Van ziekte en
herstel doet hij tevens terstond mededeling aan de Arbo-dienst
overeenkomstig het bepaalde in het Concern Verzuimprotocol.
Artikel 7 Aanspraken bij ziekte
- 1.
Hoofdstuk 7 ARG is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van
de artikelen 7:14, eerste lid, en 7:16, eerste lid onder a en b
- 2.
Het Concern Verzuimprotocol is van overeenkomstige toepassing, waarbij
voor werkgever gelezen wordt: de raad
- 3.
De geneeskundige begeleiding van de Ombudsman geschiedt door de
Arbo-dienst op de wijze zoals is aangegeven in artikel 7:2:2, tweede lid
ARG.
Artikel 8 Verplaatsingskosten
Hoofdstuk 18 van de ARG en de krachtens deze paragraaf vastgestelde
regelingen zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 9 Ambtsjubileum en eindejaarsuitkering
Artikelen 3:5 en 3:5:1 ARG inzake gratificatie wegens 25-, 40- of 50-jarige
dienstvervulling en de daaruit voortvloeiende regelgeving alsmede artikel 3:
6 ARG inzake eindejaarsuitkering zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 10 Reis- en verblijfskosten
De Ombudsman heeft aanspraak op vergoeding van reis- en verblijfskosten
overeenkomstig de Reisregeling 1996.
Artikel 11 Ontslaguitkeringen
- 1.
Naast de wettelijke ontslaggronden zijn de ontslaggronden opgenomen in
artikel 2 van de Verordening gemeentelijke Ombudsman Groningen.
- 2.
Indien de Ombudsman wordt ontslagen wegens opheffing van de functie van
gemeentelijke Ombudsman, dan wel op grond van artikel 81q lid 3f van de
Gemeentewet of indien hij na afloop van de termijn waarvoor zijn
benoeming geldt niet wordt herbenoemd, anders dan op eigen verzoek, zijn
de bepalingen van hoofdstuk 10A van de ARG van overeenkomstige
toepassing, inclusief paragraaf 3 (Aansluitende uitkering).
- 3.
Indien de Ombudsman wordt ontslagen wegens ziekte of gebreken, is
hoofdstuk 11A van de ARG van overeenkomstige toepassing.
- 4.
Indien de Ombudsman wordt ontslagen op een grond als bedoeld in artikel
81q lid 3c Gemeentewet of artikel 2, vierde lid, sub b van de
Verordening gemeentelijke Ombudsman Groningen, is hoofdstuk 10A van de
ARG van toepassing, met dien verstande dat het betreffende ontslag
gelijk gesteld wordt met een ontslag op grond van artikel 8:12 ARG.
- 5.
Behoudens bijzondere omstandigheden wordt ongevraagd ontslag niet
verleend of blijft herbenoeming niet achterwege dan nadat de Ombudsman
in de gelegenheid is gesteld, desgewenst bijgestaan door een raadsman,
door of vanwege de gemeenteraad te worden gehoord.
Artikel 12 Ordemaatregel: schorsing
- 1.
De Ombudsman kan door de gemeenteraad worden geschorst indien het
voornemen bestaat hem ontslag te verlenen op een grond genoemd in
artikel 5, lid 4 van de Verordening gemeentelijke Ombudsman
Groningen.
- 2.
De Ombudsman kan voorts door de gemeenteraad worden geschorst
indien:
- a.
tegen hem een bevel tot inverzekeringstelling of voorlopige
hechtenis ten uitvoer wordt gelegd;
- b.
tegen hem een strafrechtelijk onderzoek ter zake van een
misdrijf wordt ingesteld.
- 3.
Indien de Ombudsman geschorst is, kan de gemeenteraad bepalen dat zijn
bezoldiging wordt ingehouden volgens het bepaalde in artikel 8:15:2
ARG.
Artikel 13 Straffen
Disciplinaire straffen worden de Ombudsman niet opgelegd.
Artikel 14 Nagelaten betrekkingen
Ten aanzien van de nabestaanden van de Ombudsman respectievelijk gewezen
Ombudsman vinden artikel 8:16:2 respectievelijk artikel 7:6 ARG
overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de gewezen Ombudsman
geacht wordt ambtenaar in vaste dienst te zijn geweest.
Artikel 15 Uitwisselen van arbeidsvoorwaarden
Hoofdstuk 4A ARG is, voor zoveel mogelijk, van overeenkomstige toepassing op
de Ombudsman.
Artikel 16 FPU-gemeenten
Hoofdstuk 5A ARG is, voor zoveel mogelijk, van overeenkomstige toepassing op
de Ombudsman.
Artikel 17 De rechtspositionele erkenning van alternatieve samenlevingsvormen
Hoofdstuk 21 ARG is van overeenkomstige toepassing op de Ombudsman.
Artikel 18 Secundaire arbeidsvoorwaarden
De secundaire arbeidsvoorwaarden van de gemeente Groningen zijn, voor zoveel
mogelijk, van overeenkomstige toepassing op de Ombudsman.
Artikel 19
In gevallen waarin deze verordening niet of niet genoegzaam voorziet,
beslist de gemeenteraad.
Artikel 20
- 1.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie
gemeentelijke Ombudsman Groningen.
- 2.
Zij treedt in werking op 1 januari 2006.