Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Westland

Algemene subsidieverordening Westland 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Westland
Officiële naam regelingAlgemene subsidieverordening Westland 2005
CiteertitelAlgemene subsidieverordening Westland 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpculturele aangelegenheden; sport en recreatie; stads- en natuurschoon; emancipatie

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Art. 35 bevat een hardheidsclausule en art. 38 bevat een overgangsbepaling.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene wet bestuursrecht
  2. Gemeentewet
  3. Welzijnswet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201001-01-2010intrekking regeling

24-12-2009

Gemeenteblad Westland 2009 nr. 47, d.d. 24-12-2009

besluitenlijst b&w d.d. 3-11-2009, nr. 5B.5.3
31-03-200601-12-200501-01-2010art. 1 onderdeel h en art. 3 lid 1

31-01-2006

Het Hele Westland d.d. 22-3-2006

besluitenlijst b&w d.d. 6-1-2006, nr. 3.1.1
01-01-200531-03-2006nieuwe regeling

26-10-2004

Het hele Westland d.d. 11-11-2004

Besluitenlijst b&w 28 september 2004, nr. 5.7.2

Tekst van de regeling

Intitulé

Algemene subsidieverordening Westland 2005

De raad van de gemeente Westland;

overwegende, dat het gewenst is een nieuwe subsidieverordening vast te stellen;

gelezen de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet en de Welzijnswet;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 september 2004, nr. 5.7.2;

besluit:

vast te stellen de "Algemene subsidieverordening Westland 2005"

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

Deze verordening verstaat onder:

a. gemeente: de gemeente Westland;

b. de raad: de raad van de gemeente Westland;

c. het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Westland;

d. subsidie: de aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan als betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten (Awb 4:21);

e. budgetsubsidie: een subsidie voor de duur van één of meerdere jaren waarbij de gemeente de activiteiten welke met subsidie worden verricht inhoudelijk stuurt op prestaties en resultaten;

f. exploitatiesubsidie: een subsidie op basis van het exploitatieresultaat van een door het college goedgekeurde exploitatiebegroting van de subsidiabele activiteiten;

g. projectsubsidie: een subsidie waarbij de instelling een budget krijgt toegewezen ter uitvoering van een project met een specifieke gemeentelijke beleidsprioriteit. De basis voor een projectsubsidie is een beschikking tot subsidieverlening, eventueel aangevuld met een uitvoeringsovereenkomst;

h. incidentele subsidie: een subsidie om activiteiten van eenmalige, incidentele aard uit te voeren, waaronder de kosten voor aankoop, stichting of verbouwing van accommodaties en de onmiddellijk daarmee verband houdende inrichtingskosten. Het subsidiebedrag is gebaseerd op het activiteitenplan en de daarop gebaseerde begroting, voor zover goedgekeurd door het college;

i. waarderingssubsidie: een subsidie voor activiteiten van een instelling waarbij in beginsel geen verband bestaat tussen de kosten die de instelling maakt en de subsidie die zij ontvangt, bedoeld om een bepaalde activiteit of groep van activiteiten aan te moedigen dan wel waardering daarvoor kenbaar te maken;

j. activiteitenplan: een overzicht dat de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd aangeeft met de daarmee nagestreefde doelstellingen en beoogde effecten en de relatie met het gemeentelijk beleid;

k. uitvoeringsovereenkomst: de overeenkomst die in de zin van Awb 4:36 tussen de instelling en het gemeentebestuur wordt gesloten ter uitwerking van de beschikking tot subsidieverlening;

l. instelling: een organisatie of groepering van personen, die zich de behartiging van belangen van ideële of materiële aard ten doel stelt of mede ten doel stelt en die subsidiabele activiteiten zonder winstoogmerk uitvoert;

m. Awb: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 De aanvrager/rechtspersoonlijkheid
  • 1. Een subsidie wordt slechts verstrekt aan een rechtspersoon naar burgerlijk recht die zich zonder winstoogmerk de behartiging van door het gemeentebestuur erkende belangen als hoofddoel stelt, met uitzondering van openbare lichamen die zijn ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 2. Het college kan in bijzondere gevallen, in afwijking van het gestelde in het eerste lid, subsidie verlenen aan (een groep van) natuurlijke personen.

Artikel 3 Reikwijdte
  • 1. Deze verordening is van toepassing op subsidies voor activiteiten op beleidsgebieden die het belang van de gemeente en diens inwoners dienen, waaronder in ieder geval de volgende beleidsterreinen: welzijn, educatie, sport en recreatie, kunst en cultuur, belangenbehartiging, jeugd- en jongerenwerk, kinderopvang, emancipatie, maatschappelijke dienstverlening, volksgezondheid, ouderenwerk, evenementen, gemeentelijke promotie en toerisme, internationale samenwerking, natuur en milieu.

  • 2. De raad stelt de beleidsgebieden, die voor subsidie in aanmerking komen, vast.

  • 3. Het collegestelt voor de in lid 1 bedoelde beleidsterreinen beleidsregels vast, waarin het subsidiebeleid ten aanzien van deze terreinen wordt omschreven.

  • 4. Het college bepaalt welke activiteiten het belang als bedoeld in het eerste lid dienen.

  • 5. De beleidsregels voor de onderscheiden beleidsterreinen omvatten ten minste een omschrijving van de volgende zaken:

    a. de beleidsdoelen die op het beleidsterrein worden nagestreefd;

    b. de grondslag voor subsidiëring;

    c. de subsidiabele activiteiten, producten of prestaties;

    d. de van toepassing zijnde subsidievorm(en).

Artikel 4 Subsidieplafond
  • 1. De raad kan jaarlijks, al dan niet per beleidsterrein, het subsidieplafond vaststellen.

  • 2. Het college bepaalt hoe het beschikbare budget wordt verdeeld.

Artikel 5 Weigeringsgronden
  • 1. De subsidieverstrekking kan naast de in 4:25 Awb en 4:35 Awb genoemde gronden geweigerd worden indien er reden bestaat aan te nemen dat:

    a. de activiteiten zich niet in hoofdzaak richten op de gemeente en haar ingezetenen, dan wel niet ten goede komen aan de gemeente en haar ingezetenen;

    b. het budget niet of in onvoldoende mate besteed zal worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld;

    c. de activiteiten een partijpolitieke, godsdienstig of levensbeschouwelijk karakter hebben;

    d. de activiteiten in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde;

    e. de aanvrager ook zonder subsidieverstrekking over voldoende gelden kan beschikken, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, om de kosten van de activiteiten te dekken;

    f. de activiteiten niet passen in het gemeentelijk beleid;

    g. in het beoogde doel of de voorgenomen activiteiten al op andere wijze in belangrijke mate is voorzien.

  • 2. Aan regionaal, provinciaal of landelijk werkende instellingen kan een subsidie worden verleend afhankelijk of naar rato van de ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente te ontwikkelen activiteiten en te maken kosten.

Artikel 6 Stopzetting of vermindering structurele subsidie
  • 1. De structurele subsidie aan een instelling kan op grond van algemene financiële en/of beleidsinhoudelijke overwegingen worden beëindigd of verminderd.

  • 2. Het college stelt de instelling ten minste negen maanden voorafgaand aan het jaar waarop de stopzetting of vermindering betrekking heeft, schriftelijk op de hoogte van dit voornemen. Een besluit tot stopzetting of vermindering bevat tevens een regeling over de gevolgen van stopzetting of vermindering en een regeling om de instelling de mogelijkheid te bieden de reeds aangegane en redelijke verplichtingen na te doen komen.

Artikel 7 Begrotingsvoorbehoud
  • 1. Subsidie wordt slechts verstrekt voor zover de raad de benodigde gelden ter beschikking heeft gesteld. Het begrotingsvoorbehoud zoals genoemd in 4:34 Awb is daarbij van toepassing.

  • 2. Van deze voorwaarde wordt melding gemaakt bij de beschikking tot subsidieverlening.

Artikel 8 Indexering
  • 1. Een subsidie of subsidiecomponent kan jaarlijks worden bijgesteld op basis van een door het college vast te stellen indexering.

  • 2. Het college kan nadere richtlijnen vaststellen over de te hanteren compensatiemethodiek voor de vaststelling van de in lid 1 bedoeld indexering.

Hoofdstuk 2 Subsidies

Artikel 9 Algemene bepalingen
  • 1. Deze verordening onderscheidt vijf soorten subsidies, te weten budgetsubsidies, exploitatiesubsidies, projectsubsidies, incidentele subsidies en waarderingssubsidies.

  • 2. Afdeling 4.2.8 van de Awb is van toepassing op budgetsubsidies, exploitatiesubsidies en projectsubsidies.

Artikel 10 Subsidiegrondslag
  • 1. Een budgetsubsidie wordt verleend op grondslag van prestatie-eenheden. Een exploitatiesubsidie wordt verleend op grondslag van kosten. Een projectsubsidie kan zowel op grondslag van prestatie-eenheden als op grondslag van kosten worden verleend.

Hoofdstuk 2.1 Subsidieaanvraag

Artikel 11 Subsidieaanvraag budget-, exploitatie-, project- en waarderingssubsidie
  • 1. Een aanvraag voor een budget-, exploitatie-, project- en waarderingssubsidie wordt bij het college ingediend voor 1 april voorafgaand aan het subsidiejaar.

  • 2. De aanvraag bevat in ieder geval de volgende gegevens: (4:2 Awb)

    a. naam en adres van de aanvrager;

    b. de dagtekening;

    c. een aanduiding van de beschikking die wordt gevraagd.

  • 3. Bij de aanvraag worden in ieder geval de stukken overgelegd, zoals gesteld in 4:61 Awb:

    a. een activiteitenplan, zoals bedoeld in 4:62 Awb;

    b. begroting, zoals bedoeld in 4:63 Awb.

  • 4. Bij een eerste aanvraag worden tevens de volgende stukken overgelegd: (4:64 Awb)

    a. de oprichtings- of stichtingsakte;

    b. een exemplaar van de statuten;

    c. een overzicht van de financiële situatie op het moment van de aanvraag, indien mogelijk in de vorm van een jaarrekening over het voorafgaande boekjaar.

  • 5. Het college kan binnen een door hen te bepalen termijn overlegging van andere stukken of anderszins verstrekking van nadere informatie verlangen, indien zij dit ter beoordeling van de aanvraag nodig acht.

  • 6. Het college kan bepalen dat een of meer van de in dit artikel genoemde stukken niet overgelegd behoeven te worden, indien daarmee geen aantoonbaar belang is gediend of indien dit redelijkerwijs niet van de aanvrager verlangd kan worden.

Artikel 12 Aanvraag incidentele subsidie
  • 1. Een aanvraag voor een incidentele subsidie wordt ten minste twaalf weken voor aanvang van de activiteiten aangevraagd.

  • 2. Artikel 11, leden 2 t/m 6 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Hersteltermijn subsidieaanvraag

Indien de aanvraag niet voldoet aan de vereisten zoals die gesteld zijn in deze verordening bepaalt het college binnen welke termijn de gegevens aangevuld kunnen worden.

Hoofdstuk 2.2 Subsidieverlening

Artikel 14 Beslistermijn budget-, exploitatie-, project- en waarderingssubsidie
  • 1. Het college beslist uiterlijk 1 december voorafgaand aan het subsidiejaar op de aanvraag.

  • 2. In de beschikking tot subsidieverlening wordt in ieder geval aangegeven:

    a. een omschrijving van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend (4:30 Awb);

    b. het bedrag van de subsidie (4:31 Awb);

    c. het tijdvak waarop de subsidie de betrekking heeft;

    d. de te verstrekken voorschotten;

    e. het begrotingsvoorbehoud als bedoeld in artikel 7 van deze verordening;

    f. de mogelijkheid in bezwaar te gaan tegen de beslissing.

Artikel 15 Beslistermijn incidentele subsidies
  • 1. Het college beschikt op een aanvraag voor een incidentele subsidie binnen acht weken nadat de aanvraag met de benodigde bescheiden is ontvangen.

  • 2. Artikel 13 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16 Overleg bij budgetsubsidies
  • 1. Het college treedt in overleg met de aanvrager om tot overeenstemming te komen over de gewenste activiteiten en prestaties en de te verstrekken subsidie.

  • 2. Indien het overleg tot overeenstemming heeft geleid, kan een uitvoeringsovereenkomst worden gesloten ter uitwerking van de subsidiebeschikking.

Artikel 17 Meerjarige budgetsubsidies
  • 1. Subsidieverlening voor een langere periode dan een jaar geschiedt door de raad.

  • 2. De periode waarvoor subsidie wordt verleend, bedraagt maximaal vier jaar.

  • 3. In de beschikking voor de subsidieverlening wordt aangegeven op welk bedrag de aanvrager jaarlijks recht heeft, dan wel op welke wijze het toegekende bedrag jaarlijks geïndexeerd wordt.

  • 4. Indien er sprake is van indexering, past het college jaarlijks het subsidiebedrag aan.

Hoofdstuk 2.3 Verplichtingen van de subsidieontvanger

Artikel 18 Uitvoering van activiteiten

De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten uit te voeren die in de beschikking tot subsidieverlening vermeld staan.

Artikel 19 Tussentijdse rapportage
  • 1. Ieder half jaar doet de subsidieontvanger van budget-, exploitatie- of projectsubsidie verslag van de voortgang van de activiteiten. Indien de realisatie van de prestaties niet correspondeert met de planning, geeft de subsidieontvanger aan of en op welke wijze realisatie van het activiteitenplan alsnog bereikt zal worden.

  • 2. Het college geeft aan op welke wijze de rapportage als bedoeld in het eerste lid dient plaats te vinden.

  • 3. Artikel 4:70 Awb is van toepassing.

Artikel 20 Informatieverstrekking

De subsidieontvanger is verplicht het college tijdig te informeren over feiten en ontwikkelingen die voor de subsidieverlening relevant kunnen zijn.

Artikel 21 Inzage in administratie
  • 1. De subsidieontvanger verleent op verzoek van het college inzage in de administratie.

  • 2. De subsidieontvanger volgt de aanwijzingen op die het college geeft in het belang van een doelmatig beheer en een goede administratie.

Artikel 22 Informatieplicht ontbinding en liquidatie
  • 1. De instelling brengt het voornemen tot ontbinding van die instelling onverwijld ter kennis van het college. Hetzelfde geldt ingeval van het geheel of gedeeltelijk staken van gesubsidieerde activiteiten.

  • 2. Bij liquidatie zijn de voorschriften met betrekking tot rekening en verantwoording, alsmede die betreffende vaststelling van de subsidie en de verrekening van voorschotten, van toepassing.

  • 3. Het batig saldo van de liquiditeitsrekening krijgt, voor zoveel daarin gemeentelijke subsidie is begrepen, onder goedkeuring van het college een bestemming die zoveel mogelijk overeenkomt met het doel en de werkzaamheden van de instelling.

Artikel 23 Verzekering
  • 1. De subsidieontvanger is verplicht:

    a. zijn roerende en onroerende zaken behoorlijk te verzekeren en verzekerd te houden;

    b. zijn wettelijke aansprakelijkheid ten opzichte van derden te dekken door afsluiting van een verzekering voor de onder zijn verantwoordelijkheid werkende vrijwilligers en in dienst zijnde personeel;

    c. zich in voorkomende gevallen te verzekeren tegen andere risico's, een en ander ter beoordeling van het college.

  • 2. Het college kan ontheffing verlenen aan het in het eerste lid bepaalde, indien naleving daarvan redelijkerwijs niet kan worden gevergd.

Artikel 24 Vergoeding bij vermogensvorming
  • 1. In geval van vermogensvorming door de subsidieontvanger, zoals bedoeld in artikel 4:41 Awb, is het college bevoegd een vergoeding vast te stellen en deze aan subsidieontvanger op te leggen.

  • 2. Voor het bepalen van de hoogte van de vergoeding, als bedoeld in lid 1 stelt het college nadere regels vast.

Artikel 25 Egalisatiereserve
  • 1. Het college kan de subsidieontvanger verplichten een egalisatiereserve te vormen.

  • 2. Het verschil tussen het vastgestelde subsidiebedrag en de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie wordt verleend, komt ten gunste of ten laste van de egalisatiereserve.

  • 3. Het college kan voor een te vormen egalisatiereserve nadere richtlijnen vaststellen.

  • 4. De subsidieontvanger is ter zake van de egalisatiereserve tegenover de gemeente vergoedingsplichtig naar evenredigheid van de mate waarin de subsidie aan de egalisatiereserve heeft bijgedragen, indien:

    a. De gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd;

    b. De subsidieverlening of de subsidievaststelling wordt ingetrokken of de subsidierelatie wordt beëindigd;

    c. De rechtspersoon, die de subsidie ontving, wordt ontbonden.

  • 5. De vergoeding als bedoeld in het vierde lid wordt vastgesteld binnen een jaar nadat het college op de hoogte is gekomen of kon zijn van de gebeurtenis die het recht op vergoeding deed ontstaan, doch in ieder geval binnen vijf jaar na de bekendmaking van de laatste beschikking tot subsidievaststelling.

Artikel 26 Bestemmingsreserve
  • 1. Het college kan de subsidieontvanger verplichten bestemmingsreserves te vormen.

  • 2. De bestemmingsreserves worden opgenomen in de begroting, de jaarrekening en de balans van de subsidieontvanger.

  • 3. De vorming en voeding van bestemmingsreserves met subsidie van de gemeente op initiatief van de subsidieontvanger behoeft de goedkeuring van het college. Lid 2 is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 27 Overige verplichtingen van de subsidieontvanger
  • 1. Het college kan naast de verplichtingen genoemd in 4:37 Awb aan de subsidieontvanger ook verplichtingen opleggen met betrekking tot

    a. het democratisch functioneren van de instelling;

    b. het werken met vrijwilligers;

    c. de toegankelijkheid van de accommodaties;

    d. het instellen van een klachtenregeling;

    e. het instellen van een antidiscriminatiebepaling.

  • 2. Het college kan tevens bij de subsidieverlening verplichtingen opleggen indien regelingen van het Rijk dan wel van de provincie deze voorschrijven.

Hoofdstuk 2.4 Subsidievaststelling

Artikel 28 Aanvraag subsidievaststelling
  • 1. De subsidieontvanger dient binnen vijf maanden na het einde van de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt een aanvraag tot subsidievaststelling in te dienen.

  • 2. De aanvraag tot subsidievaststelling bevat in ieder geval de volgende gegevens (4:45 Awb):

    a. een door het bestuur gewaarmerkt inhoudelijk verslag aangaande de gesubsidieerde activiteiten waarin in ieder geval de volgende onderdelen:

    · beschrijving van de aard en omvang van de activiteiten

    · vergelijking van de nagestreefde en gerealiseerde doelstellingen

    · een toelichting op de eventuele verschillen;

    b. een door het bestuur gewaarmerkte rekening van baten en lasten en een balans met een toelichting daarop;

    c. indien zulks naar het oordeel van het college nodig is, legt de subsidieontvanger naast de onder a en b van dit lid genoemde gegevens tevens een verklaring van een accountant over (4:78 lid 3 Awb).

  • 3. Het college kan vrijstelling verlenen van een of meer onderdelen van het tweede lid indien naleving daarvan redelijkerwijs niet verlangd kan worden of indien daarmee geen aantoonbaar belang is gediend.

Artikel 29 Hersteltermijn aanvraag subsidievaststelling

Indien de aanvraag niet voldoet aan de vereisten zoals die gesteld zijn in deze verordening bepaalt het college binnen welke termijn de gegevens aangevuld kunnen worden.

Artikel 30 Beschikking tot vaststelling van budget- , exploitatie- en projectsubsidie
  • 1. Het college beschikt op een aanvraag tot vaststelling van een budget-, exploitatie- en projectsubsidie binnen drie maanden nadat de aanvraag met de benodigde bescheiden is ontvangen.

  • 2. De subsidie kan geheel of gedeeltelijk ambtshalve worden vastgesteld indien na afloop van de hersteltermijn de aanvraag tot vaststelling niet voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 28.

Artikel 31 Beschikking tot vaststelling van incidentele subsidie
  • 1. Het college beschikt op een aanvraag tot vaststelling van een incidentele subsidie binnen acht weken nadat de aanvraag met de benodigde bescheiden is ontvangen.

  • 2. De subsidie kan geheel of gedeeltelijk ambtshalve worden vastgesteld indien na afloop van de hersteltermijn de aanvraag tot vaststelling niet voldoet aan de vereisten zoals gesteld in artikel 28.

Artikel 32 Beschikking tot vaststelling van waarderingssubsidie

De beschikking tot subsidieverlening van een waarderingssubsidie is tevens de beschikking tot vaststelling van deze subsidie.

Hoofdstuk 3 Betaling en terugvordering

Artikel 33 Bevoorschotting
  • 1. Het college kan voorschotten als bedoeld in 4:54 Awb verlenen op basis van het verleende subsidiebedrag.

  • 2. De voorschotten als bedoeld in het eerste lid worden jaarlijks in vier gelijke termijnen uitgekeerd, te weten op 15 januari, 15 april, 15 juli en 15 oktober van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

  • 3. De voorschotten als bedoeld in het eerste lid worden verrekend bij de vaststelling van de subsidie.

Artikel 34 Opschorting betalingsverplichting

Het college kan de verplichting tot betaling van het voorschot opschorten indien de instelling naar het oordeel van het college niet in voldoende mate aan de in de subsidieverlening opgelegde verplichtingen voldoet.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 35 Hardheidsclausule

In bijzondere gevallen en voor zover de toepassing van de bepalingen van deze verordening leidt tot een bijzondere hardheid is het college bevoegd te beslissen in afwijking van deze verordening.

Artikel 36 Bezwaar
  • 1. Belanghebbenden kunnen bezwaar indienen tegen de beschikking voor de subsidieverlening en subsidievaststelling conform het gestelde in de Awb.

  • 2. Het bezwaar dient binnen zes weken na mededeling van het besluit ingediend te worden bij het college.

Artikel 37 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005.

Artikel 38 Intrekking en overgangsbepaling
  • 1. De "Algemene subsidieverordening Wateringen 2000", de "Subsidieverordening Naaldwijk 1999", de "Subsidieverordening Gemeente De Lier 1998", de "Subsidieverordening 's-Gravenzande (1998), de "Subsidieverordening Welzijn 's-Gravenzande" (1998) en de "Subsidieverordening Welzijn en Sport Gemeente Monster" (1992) worden ingetrokken.

  • 2. De bepalingen van de in het eerste lid genoemde subsidieverordeningen blijven van kracht voor zover dat noodzakelijk is voor de vaststelling en afrekening van de in voorgaande jaren op grond van die verordeningen verleende subsidies.

Artikel 39 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als "Algemene subsidieverordening Westland 2005".

Ondertekening

Aldus besloten door de raad in zijn openbare vergadering van 26 oktober 2004

de griffier a.i., de voorzitter,

J.Hagenaars J. van der Tak