Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Brielle

Afvalstoffenverordening Brielle 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBrielle
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingAfvalstoffenverordening Brielle 2011
CiteertitelAfvalstoffenverordening Brielle 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmilieu
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Afvalstoffenverordening Brielle 2009.

Redactionele aanpassing van het uitvoeringsbesluit

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet Milieubeheer, art. 10.23, lid 1,
  2. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-07-201101-01-2019Nieuwe regeling

29-06-2011

Briels Nieuwsland, 2011 nr. 27

sector grondgebied
09-07-200830-09-2009Nieuwe regeling

13-05-2008

Briels Nieuwsland, 28-05-2008

Geen

Tekst van de regeling

Intitulé

Afvalstoffenverordening Brielle 2011

De raad van de gemeente Brielle;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van Brielle van 10 juni 2011 volgnummer: 32

 

gelet op: artikel 10.23, eerste lid, van de Wet milieubeheer en de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht per 1 oktober 2010;

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de navolgende:

 

Afvalstoffenverordening Brielle 2011 regelende het zich ontdoen van huishoudelijke en andere categorieën van afvalstoffen, al dan niet afzonderlijke inzameling van afvalstoffen en de met deze activiteiten verband houdende bescherming van het milieu.

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan dan wel mede verstaan:

    • a.

      wet: Wet milieubeheer;

    • b.

      inzamelen: de activiteiten gericht op het ophalen of innemen van afvalstoffen die binnen de gemeente ter inzameling worden aangeboden en het feitelijk ophalen en innemen daarvan;

    • c.

      ter inzameling aanbieden: de wijze van overdragen van afvalstoffen aan een inzamelende persoon of instantie, inclusief het achterlaten van afvalstoffen in daartoe door of vanwege de inzamelende persoon of instantie geplaatste inzamelmiddelen of -voorzieningen of op een daartoe aangewezen plaats;

    • d.

      inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een huisvuilzak, minicontainer, afvalemmer of kca-box, ten behoeve van één huishouden;

    • e.

      inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens;

    • f.

      inzameldienst: de krachtens artikel 2, eerste lid, aangewezen inzameldienst, belast met de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen;

    • g.

      andere inzamelaars: de krachtens artikel 2, tweede lid, aangewezen personen en instanties, belast met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen;

    • h.

      gebruiker van een perceel: degene die in de gemeente feitelijk gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge artikel 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt;

    • i.

      straatafval: huishoudelijke afvalstoffen van zeer beperkte omvang en gewicht, zoals proppen, papier, sigarettenpeuken, kauwgom, plastic bekertjes en blikjes, verpakkingsmateriaal, etenswaren, niet zijnde klein chemisch afval,ontstaan buiten een perceel;

    • j.

      wegen: de wegen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

    • k.

      motorrijtuigen: alle voertuigen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c van de Wegenverkeerswet 1994.

Paragraaf 2 INZAMELING VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 2 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1.

    Het college wijst de inzameldienst aan, die belast is met het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen.

  • 2.

    Naast de inzameldienst kan het college andere inzamelaars aanwijzen die belast zijn met het afzonderlijk inzamelen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

  • 3.

    Het college kan aan het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen voorschriften en beperkingen verbinden in het belang van de bescherming van het milieu.

Artikel 3 Afzonderlijke inzameling

  • 1.

    Door de inzameldienst of andere inzamelaars worden de volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen afzonderlijk ingezameld:

    • a.

      groente, fruit- en tuinafval;

    • b.

      huishoudelijk restafval;

    • c.

      klein chemisch afval;

    • d.

      glas;

    • e.

      oud papier en karton;

    • f.

      kunststof verpakkingen;

    • g.

      textiel;

    • h.

      elektrische en elektronische apparatuur;

  • 2.

    Bij het brengdepot als bedoeld in artikel 4 lid 1 onder d van de verordening kunnen naast de in lid 1 onder b tot en met h genoemde categorieën huishoudelijke afvalstoffen ook de volgende categorieën huishoudelijk afval worden aangeboden:

    • a.

      bouw- en sloopafval;

    • b.

      grof tuinafval;

    • c.

      asbest en asbesthoudend afval;

    • d.

      grof huishoudelijk afval;

    • e.

      kadavers kleine dieren;

    • f.

      verduurzaamd hout;

    • g.

      metaal;

    • h.

      drukhouders;

    • i.

      banden.

  • 3.

    Het college kan een omschrijving vaststellen van de categorieën huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4 Inzamelmiddelen en –voorzieningen

  • 1.

    De inzameling kan plaatsvinden via:

    • a.

      een inzamelmiddel voor de gebruiker van een perceel;

    • b.

      een inzamelvoorziening voor de gebruikers van een aantal percelen;

    • c.

      een inzamelvoorziening op wijkniveau;

    • d.

      een brengdepot op lokaal of regionaal niveau.

  • 2.

    Het college kan aanwijzen via welk al dan niet van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel of via welke inzamelvoorziening de inzameling van een bepaalde categorie huishoudelijke afvalstoffen ten behoeve van de gebruiker van een perceel plaatsvindt.

Artikel 5 Frequentie van inzamelen

  • 1.

    Huishoudelijk restafval wordt tenminste één maal per twee weken bij elk perceel ingezameld.

  • 2.

    In afwijking van het eerste lid van dit artikel wordt huishoudelijk restafval niet afzonderlijk ingezameld bij percelen die deel uitmaken van een gestapelde bouw en ten behoeve waarvan geen minicontainers zijn verstrekt.

  • 3.

    Groente, fruit- en tuinafval wordt ten minste één maal per twee weken afzonderlijk bij elk perceel ingezameld.

  • 4.

    In afwijking van het derde lid van dit artikel wordt groente, fruit- en tuinafval niet afzonderlijk ingezameld bij percelen die deel uitmaken van een gestapelde bouw en ten behoeve waarvan geen minicontainers zijn verstrekt.

  • 5.

    Huishoudelijke restafval en groente, fruit- en tuinafval worden alternerend wekelijks opgehaald.

  • 6.

    Het college kan de frequentie van inzameling vaststellen van de overige categorieën huishoudelijke afvalstoffen die afzonderlijk in aangewezen delen van de gemeente bij elk perceel worden ingezameld.

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing

  • 1.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen in te zamelen.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor de inzameldienst of andere inzamelaars.

  • 3.

    Het verbod geldt niet voor personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

     

Paragraaf 3 TER INZAMELING AANBIEDEN VAN HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN

Artikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen

Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden aan een ander dan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen

Het is anderen dan gebruikers van percelen verboden om huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling aan te bieden.

Artikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het is verboden om de categorieën huishoudelijke afvalstoffen zoals bepaald in artikel 3, eerste lid, anders dan afzonderlijk ter inzameling aan te bieden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de krachtens artikel 2 aangewezen inzameldienst en andere inzamelaars.

  • 3.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor de bij nadere regels aan te wijzen categorieën van personen.

  • 4.

    Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor het aanbieden van categorieën huishoudelijke afvalstoffen aan personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben gekregen voor die categorieën huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

  • 1.

    Het is de gebruiker van een perceel, voor wie krachtens artikel 4, tweede lid een inzamelmiddel of inzamelvoorziening is aangewezen, verboden de huishoudelijke afvalstoffen anders aan te bieden dan via het betreffende inzamelmiddel of de betreffende inzamelvoorziening of het betreffende brengdepot.

  • 2.

    Het is verboden andere categorieën huishoudelijke afvalstoffen via een inzamelmiddel of inzamelvoorziening aan te bieden, dan de categorie waarvoor dit inzamelmiddel of deze inzamelvoorziening krachtens artikel 4, tweede lid is bestemd.

  • 3.

    Het college kan regels stellen omtrent het gebruik van een van gemeentewege verstrekt inzamelmiddel.

  • 4.

    Het college kan regels stellen omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

  • 5.

    Het college kan categorieën huishoudelijke afvalstoffen aanwijzen die zonder inzamelmiddel ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 6.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere wijze ter inzameling aan te bieden dan krachtens dit artikel is bepaald.

Artikel 11 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

  • 1.

    Het college stelt de dagen en tijden vast waarop categorieën huishoudelijke afvalstoffen ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 2.

    Het is verboden huishoudelijke afvalstoffen op andere dagen en tijden ter inzameling aan te bieden dan krachtens het eerste lid is bepaald.

Artikel 12 Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

In afwijking van wat in deze paragraaf is bepaald kan het college regels stellen omtrent het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst of andere inzamelaars.

 

Paragraaf 4 BEDRIJFSAFVALSTOFFEN

Artikel 13 Aanbieden bedrijfsafvalstoffen

Het college kan categorieën bedrijfsafvalstoffen aanwijzen die door de inzameldienst worden ingezameld.

Artikel 14 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst

  • 1.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen aan te bieden aan de inzameldienst en de stadswerf.

  • 2.

    Het verbod geldt niet voor de krachtens artikel 13 aangewezen categorieën bedrijfsafvalstoffen, voor zover degene die gebruik maakt van de inzameling door de inzameldienst voldoet aan de daarmee ontstane belastingplicht op grond van de Verordening Afvalstoffenheffing.

  • 3.

    Het college kan regels stellen omtrent de dagen, tijden, wijzen en plaatsen waarop de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst ter inzameling kunnen worden aangeboden.

  • 4.

    Het is verboden de krachtens artikel 13 aangewezen bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Artikel 15 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

  • 1.

    Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst.

  • 2.

    Het is verboden bedrijfsafvalstoffen ter inzameling aan te bieden in strijd met deze regels.

Paragraaf 5 ZWERFAFVAL

Artikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreiniging

  • 1.

    Het is verboden buiten een daarvoor door het college bestemde plaats en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer een afvalstof, stof of voorwerp op of in de bodem te brengen, te storten, te houden, achter te laten of anderszins te plaatsen op een wijze die aanleiding kan geven tot hinder of nadelige beïnvloeding van het milieu.

  • 2.

    Het college kan van het verbod ontheffing verlenen.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op:

    • a.

      het overeenkomstig deze verordening ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen;

    • b.

      het thuis composteren van groente-, fruit- en tuinafval;

    • c.

      voor zover de (afval)stoffen tijdelijk op de weg geraken of worden gebracht als onvermijdelijk gevolg van het laden, lossen of vervoeren van afvalstoffen dan wel het verrichten van andere werkzaamheden op of aan de weg.

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt niet voor zover de Wet bodembescherming of het Besluit Bodemkwaliteit voorziet in de beoogde bescherming van het milieu.

Artikel 17 Achterlaten van straatafval

  • 1.

    Het is verboden straatafval in de openbare ruimte achter te laten zonder gebruik te maken van de van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

  • 2.

    Het is verboden om andere afvalstoffen dan straatafval achter te laten in daartoe van gemeentewege of anderszins geplaatste of voorgeschreven bakken, manden of soortgelijke voorwerpen.

Artikel 18 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen of inzamelmiddelen die ter inzameling gereed staan te doorzoeken en te verspreiden.

  • 2.

    Het is verboden tegen afvalstoffen of inzamelmiddelen, die ter inzameling gereed staan, te stoten, te schoppen, deze omver te werpen of deze anderszins te behandelen waardoor er zwerfafval ontstaat.

Artikel 19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren

De houder of beheerder van een inrichting waar eet- of drinkwaren worden verkocht die ter plaatse kunnen worden genuttigd, is verplicht:

  • a.

    een afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp in of nabij de inrichting op een duidelijk zichtbare plaats aanwezig te hebben, waarin het publiek afval kan achterlaten;

  • b.

    zorg te dragen dat deze afvalbak, -mand of soortgelijk voorwerp van een zodanige constructie is dat het afval daarin deugdelijk geborgen blijft en dat die afvalbak, mand of voorwerp steeds tijdig wordt geledigd;

  • c.

    zorg te dragen dat dagelijks, uiterlijk een uur na sluiting van de inrichting, doch in ieder geval terstond op eerste aanzegging van een ambtenaar, belast met het toezicht op de naleving van dit artikel, in de nabijheid van de inrichting achtergebleven afval, voor zover kennelijk uit of van die inrichting afkomstig, wordt opgeruimd.

Artikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal

Degene die in de openbare ruimte reclamebiljetten of dergelijke of ander promotiemateriaal onder het publiek verspreidt, is verplicht deze of de verpakking daarvan terstond op te ruimen of te laten opruimen, indien deze in de omgeving van de plaats van uitreiking op de weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats door het publiek worden weggeworpen.

Artikel 21 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen, stoffen of voorwerpen zodanig te laden, te lossen of te vervoeren of andere werkzaamheden te verrichten dat de weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Indien bij het laden of lossen of vervoeren van afvalstoffen, stoffen of voorwerpen deze weg wordt verontreinigd of het milieu nadelig wordt beïnvloed, is degene die genoemde werkzaamheden verricht alsmede diens opdrachtgever verplicht deze weg te reinigen of te laten reinigen:

    • a.

      direct na het ontstaan van de verontreiniging, indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • b.

      direct na beëindiging van de werkzaamheden, indien de verontreiniging geen gevaar voor de veiligheid van het verkeer of beschadiging van het wegdek oplevert;

    • c.

      indien de werkzaamheden langer dan een dag duren, elke dag direct na beëindiging van de werkzaamheden.

Paragraaf 6 OVERIGE ONDERWERPEN DIE DE VERORDENING AANGAAN

Artikel 22 Verbod opslag van afvalstoffen

  • 1.

    Het is verboden afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben.

  • 2.

    Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod.

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op het overdragen of ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst, andere inzamelaars of de personen of instanties die in het kader van producentenverantwoordelijkheid bij algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling een inzamelplicht hebben voor categorieën van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 23 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Het is de eigenaar of kentekenhouder verboden zich te ontdoen van een autowrak, dat afkomstig is van een huishouden, anders dan door afgifte aan inrichtingen, genoemd in artikel 6 van het Besluit Beheer Autowrakken.

 

Paragraaf 7 SLOTBEPALINGEN

Artikel 24 Strafbepaling

Een gedraging in strijd met de volgende artikelen is een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3º, Wet op de economische delicten:

 

Artikel Onderwerp

Artikel 6 Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzingArtikel 7 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderenArtikel 8 Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelenArtikel 9 Afzonderlijk ter inzameling aanbiedenArtikel 10 Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffenArtikel 11 Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbiedenArtikel 13 Aanbieden bedrijfsafvalArtikel 14 Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienstArtikel 15 Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienstArtikel 16 Voorkomen van diffuse milieuverontreinigingArtikel 17 Achterlaten van straatafvalArtikel 18 Voorkomen van zwerfafval bij ter inzameling gereed staande afvalstoffenArtikel 19 Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwarenArtikel 20 Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaalArtikel 21 Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamhedenArtikel 22 Verbod opslag van afvalstoffenArtikel 23 Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden

Artikel 25 Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de krachtens artikel 5.10, derde lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht aangewezen ambtenaren.

Artikel 26 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.

  • 2.

    De afvalstoffenverordening Brielle 2009 wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding van de afvalstoffenverordening Brielle 2011.

Artikel 27 Overgangsbepaling

  • 1.

    Vergunningen verleend krachtens de Algemene plaatselijke verordening blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende twee jaren na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een aanwijzing bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 2.

    Ontheffingen verleend krachtens de Algemene plaatselijke verordening blijven - voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende twee jaren na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht en worden beschouwd als een ontheffing als bedoeld in deze verordening.

  • 3.

    Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de Algemene plaatselijke verordening blijven - indien en voor zover de bepalingen ingevolge welke deze voorschriften en beperkingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken - nog gedurende twee jaren na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.

  • 4.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning op grond van de Algemene plaatselijke verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot aanwijzing, als bedoeld in artikel 2 van deze verordening.

  • 5.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een ontheffing op grond van de Algemene plaatselijke verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt deze aanvraag beschouwd als een aanvraag tot ontheffing, als bedoeld in deze verordening.

  • 6.

    Op een aanhangig beroep of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing bedoeld in het eerste lid, dan wel voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 26 is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de Algemene plaatselijke verordening, die gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening.

  • 7.

    De intrekking of wijziging van de Algemene plaatselijke verordening heeft geen gevolgen voor de geldigheid van op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat is in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.

Artikel 28 Citeerbepaling

Deze verordening wordt aangehaald als: Afvalstoffenverordening Brielle 2011.

Aldus besloten door de gemeenteraad van Brielle

in de openbare vergadering van 28 juni 2011,

de griffier, de voorzitter,

L.C.M. van Steijn mw. G. W. M. van Viegen

1 UITVOERINGSBESLUIT AFVALSTOFFENVERORDENING BRIELLE 2011

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Brielle,

overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen omtrent de dagen, tijden, plaatsen en wijze waarop afvalstoffen kunnen worden overgedragen of ter inzameling aangeboden aan de bij dit besluit aan te wijzen inzameldienst en andere inzamelaars, als bedoeld in de Afvalstoffenverordening Brielle 2011;

gelet op de bepalingen van de Afvalstoffenverordening Brielle 2011;

B E S L U I T:

vast te stellen het volgende Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Brielle 2011

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In dit uitvoeringsbesluit wordt verstaan dan wel mede verstaan:

  • a.

    verordening: Afvalstoffenverordening Brielle 2011;

  • b.

    inzamelmiddel: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd hulp- of bewaarmiddel, bijvoorbeeld een minicontainer of kca-box, ten behoeve van één huishouden;

  • c.

    inzamelvoorziening: een voor de inzameling van afvalstoffen bestemd(e) bewaarmiddel of -plaats, bijvoorbeeld een verzamelcontainer, wijkcontainer of brengdepot, ten behoeve van meerdere huishoudens.

Artikel 2. Aanwijzing inzamelende instanties

1. Op grond van artikel 2, eerste lid, van de verordening wordt een inzameldienst aangewezen.

2. Als inzamelaar op grond van artikel 2, tweede lid, van de verordening worden aangewezen:

  • a.

    de gemeente Brielle voor de inzameling van componenten uit het huishoudelijk afval;

  • b.

    kerken, scholen en/of verenigingen voor de inzameling van oud papier en karton dat afkomstig is uit huishoudens, mits zij voldoen aan de vastgestelde beleidsregels;

  • c.

    organisaties voor de inzameling van huishoudelijke afvalstoffen die voldoen aan de vastgestelde beleidsregels;

  • d.

    particuliere inzameldiensten, door het college aangewezen.

Artikel 3. Afzonderlijke inzameling

De volgende omschrijvingen van categorieën huishoudelijke afvalstoffen worden op grond van artikel 3, derde lid, van de verordening vastgesteld:

  • a.

    groente-, fruit- en tuinafval: dat deel van de huishoudelijke afvalstoffen dat van organische oorsprong is, beperkt is van omvang en apart wordt ingezameld;

  • b.

    klein chemisch afval: huishoudelijke afvalstoffen zoals vermeld op de KCA-lijst van het ministerie;

  • c.

    glas: op kleur gescheiden eenmalige glasverpakkingen zoals flessen, potten en andere glazen verpakkingen, met uitzondering van (glas)keramiek, gloei- en spaarlampen, TL-lampen, nagellakflesjes, stenen kruiken, porselein, kristal, spiegels, doppen van flessen, kunststofflessen en kurken. Vlakglas zoals ruiten, kan alleen bij de stadswerf ingeleverd worden;

  • d.

    oud papier en karton: huishoudelijk oud papier en karton dat droog en schoon en niet vervuild is met andere afvalfracties, met uitzondering van drankenkartons voor zuivel en frisdranken, ordners en ringbanden met metaal en/of plastic onderdelen, geplastificeerd papier, sanitair papier, behang, vinyl en doorslagpapier;

  • e.

    kunststof verpakkingen: verpakkingen van kunststof zoals bedoeld in het kader van de Raamovereenkomst verpakkingen;

  • f.

    textiel: kleding, lakens, dekens, handdoeken en dergelijke, schoeisels, grote lappen stof en gordijnen die schoon zijn, niet vervuild met andere afvalfracties en niet eerder gebruikt als bijvoorbeeld poets- of verflappen;

  • g.

    elektrische en elektronische apparatuur: de producten zoals genoemd in de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur;

  • h.

    bouw- en sloopafval: harde steenachtige materialen, zoals puin, gasbeton, dakpannen, serviesgoed, sloophout en isolatiematerialen;

  • i.

    grof tuinafval: plantaardige of organische afvalstoffen door aard, samenstelling of omvang niet vallend onder gft-afval en vrijkomend bij de aanleg, het onderhoud of verwijdering van particulier groen, zoals grof loofafval, snoeihout et cetera, met uitzondering van bielzen, tuinhekken en tuinschuttingen;

  • j.

    asbest en asbesthoudend materiaal: afval waarin zich asbest bevindt;

  • k.

    grof huishoudelijk afval: volumineus of zwaar huishoudelijk afval dat door afmeting of gewicht niet in een inzamelmiddel of via een inzamelvoorziening ter inzameling kan worden aangeboden;

  • l.

    huishoudelijk restafval: afval afkomstig uit particuliere huishoudens, dat overblijft na scheiding in andere deelstromen genoemd in artikel 3 van de verordening;

  • m.

    kadavers kleine dieren: kleine dode huisdieren: dode dieren, die niet zijn bestemd of worden gehouden voor dierlijke of andere productie en afkomstig zijn van particulieren.Aanbieders van grotere dieren of dieren afkomstig van dierenartsenpraktijken, dierenklinieken of worden aangeboden door reinigingsdiensten, worden doorverwezen naar een particuliere inzameldienst;

  • n.

    verduurzaamd hout: hout dat is geïmpregneerd, te herkennen aan groene of bruine kleur, zoals bielzen of tuinhout;

  • o.

    metaal: producten met als belangrijkste bestanddeel ferro en non-ferro;

  • p.

    drukhouders: drukhouders afkomstig van particulieren zoals spuitbussen, brandblussers en overige drukhouders;

  • q.

    banden: schone banden van motoren of van personenauto's.

Artikel 4. Aanwijzing inzamelmiddelen- en voorzieningen

Op grond van artikel 4, tweede lid, van de verordening worden de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aangewezen:

  • a.

    voor restafval van huishoudens één 140 liter of 240 liter container (grijs);

  • b.

    voor gft-afval van huishoudens één 140 liter of 240 liter container;

  • c.

    voor klein chemisch afval één chemobox

  • d.

    voor glas wijkcontainers;

  • e.

    voor kunststofverpakkingsmateriaal wijkcontainers;

  • f.

    textiel wijkcontainers;

Artikel 5. Afzonderlijk ter inzameling aanbieden

1. Op grond van artikel 9, derde lid, van de verordening worden de volgende categorieën personen vrijgesteld van de gescheiden inzameling van GFT-afval:

  • a.

    de personen die woonachtig zijn in de gebieden aangewezen in artikel 5, vierde lid, van de verordening.

Artikel 6. Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

1. Krachtens artikel 10, derde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels voor het gebruik van de van gemeentewege verstrekte inzamelmiddelen:

  • a.

    het beheer van de inzamelmiddelen die in bruikleen zijn verstrekt door of namens de gemeente, berust bij de gemeente;

  • b.

    de inzameldienst is bevoegd om de container te voorzien van een sticker waarop staat vermeld: een barcode, de afvalstroom waarvoor de container is bestemd, het volume van de container, een postcode, een plaatsnaam, een straatnaam of een huisnummer;

  • c.

    de door of namens de gemeente verstrekte inzamelmiddelen behoren bij de woning;

  • d.

    de gebruiker van een perceel dient zich tot het stadskantoor van de gemeente te wenden indien bij een verhuizing naar een perceel geen of een kapot door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel wordt aangetroffen, bij verdwijning, vermissing of beschadiging van een door of namens de gemeente te verstrekken inzamelmiddel;

  • e.

    de inzamelmiddelen blijven eigendom van de verstrekker en worden bij normale slijtage voor haar rekening technisch onderhouden;

  • f.

    de gebruiker is verantwoordelijk voor het gebruik en het onderhoud van de in bruikleen ontvangen inzamelmiddelen als ware deze zijn eigendom;

  • g.

    de gebruiker is verplicht de inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen zodanig te gebruiken dat deze geen overlast voor derden veroorzaakt;

  • h.

    de verstrekte inzamelmiddelen voor rest- en GFT-afval mogen alleen worden gereinigd met water;

  • i.

    ter voorkoming van maden dienen in een warme periode vlees- en visresten te worden gedeponeerd in de container die het eerst voor lediging in aanmerking komt.

2. Krachtens artikel 10, vierde lid, van de verordening stelt het college de volgende regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden:

  • a.

    het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in containers dient ordelijk te geschieden door plaatsing van de container op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, dan wel op een inzamel- of clusterplaats (aangegeven met 30x30 tegel met containersymbool er op), zodanig dat het voetgangers en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd;

  • b.

    inzamelmiddelen dienen goed gesloten te zijn en inzamelingvoorzieningen moeten na gebruik goed gesloten worden;

  • c.

    uit de inzamelmiddelen en de inzamelvoorzieningen mag geen huishoudelijk afval steken;

  • d.

    afvalstoffen welke ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en welke na inzameling daardoor in de container zijn achtergebleven, dienen onverwijld door de aanbieder uit de container te worden verwijderd;

  • e.

    het gewicht van de hoeveelheid afvalstoffen en het eigen gewicht van de ter lediging aangeboden minicontainer mag in zijn totaliteit niet zwaarder zijn dan 80 kilogram;

  • f.

    klein chemisch afval mag om veiligheidsredenen niet aan de openbare weg worden aangeboden, maar moet persoonlijk worden overhandigd bij de stadswerf;

  • g.

    de afvalbrengpunten van de gemeente worden aangewezen als brengdepot waar de afvalstoffen als vermeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening kunnen worden achter gelaten;

  • h.

    bij de afgifte van afvalstoffen op een afvalbrengpunt zijn de acceptatievoorwaarden van de gemeente van toepassing;

  • i.

    de ontdoener van afvalstoffen moet zich bij of op een afvalbrengpunt kunnen legitimeren;

  • j.

    de inzameling van grof huishoudelijk afval, grote elektrische en elektronische apparaten (wit goed) vindt op afroep plaats, de aanbieder dient voor deze inzameling op afroep een afspraak te maken met de gemeente;

  • k.

    het grof afval dient op de afgesproken dag en tijd op een voor het inzamelmaterieel goed bereikbare plaats bij de woning klaar te staan;

  • l.

    grof huishoudelijk afval (verhuisbare huisraad en witgoed) mag bij het overdragen of het aanbieden geen groter volume hebben dan 1,0 m3;

  • m.

    kleinere stukken grof huishoudelijk afval of grof tuinafval moeten zoveel mogelijk in één of meer bundels samengedrukt en –gebonden worden overgedragen of aangeboden waarbij een bundel niet langer mag zijn dan 1,5 meter, niet breder dan 0,5 meter en niet zwaarder dan 23 kilogram.

3. Op grond van artikel 10, vijfde lid, van de verordening kunnen grof huishoudelijk afval, grof tuinafval, grote elektrische en elektronische apparaten, drukhouders en banden zonder inzamelmiddel maar wel gescheiden ter inzameling worden aangeboden.

Artikel 7. Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden

Het college stelt de volgende regels op grond van artikel 11, eerste lid, van de verordening:

  • a.

    inzamelmiddelen moeten worden aangeboden op de vastgestelde inzameldag en wel uiterlijk om 7.00 uur;

  • b.

    inzamelmiddelen mogen, mits goed gesloten de avond voor de vastgestelde inzameldag vanaf 19.00 uur op de juiste wijze worden aangeboden;

  • c.

    inzamelmiddelen moeten worden aangeboden op de vastgestelde aanbiedplaatsen, deze zijn aangegeven met een 30 x 30 tegel met een containersymbool er op;

  • d.

    de inzamelmiddelen moeten zo spoedig mogelijk na lediging door de inzameldienst, doch uiterlijk voor 21.00 uur van de vastgestelde inzameldag, van de weg zijn verwijderd;

  • e.

    grof huishoudelijk afval, grof tuinafval en grote elektrische en elektronische apparatuur worden op afroep ingezameld, deze categorieën mogen slechts worden aangeboden op het tijdstip dat is afgesproken;

  • f.

    in verband met geluidhinder mogen glasbakken alleen tussen 7.00 uur en 20.00 uur worden gebruikt.

Artikel 8. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Als het voor de inzameldienst door werkzaamheden niet mogelijk is om de normale inzamelplaatsen te bereiken, kunnen door de gemeente voor de duur van de werkzaamheden tijdelijke inzamelplaatsen worden aangewezen, welke worden bekendgemaakt in het huis-aan-huis blad Briels Nieuwsland en op de gemeentelijke website.

In bijzondere gevallen kan het college bij extreme weersgesteldheid of een andere overmachtsituatie besluiten de inzameling van afvalstoffen tijdelijk niet te laten plaatsvinden.

Artikel 9. Wijze van inzamelen

  • 1.

    Binnen de bebouwde kom wordt alternerend ingezameld:De inzameldagen worden aangegeven op de jaarlijks verstrekte afvalkalender die tevens te lezen is op de gemeentelijke website.

  • 2.

    Op de zon- en feestdagen kunnen geen huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst worden overgedragen of ter inzameling worden aangeboden. Deze data worden gepubliceerd op de afvalkalender, de gemeentepagina in het huis-aan-huis blad Briels Nieuwsland en de gemeentelijke website.

Aanbieden op de milieustraat:

  • 1.

    Huishoudelijke afvalstoffen kunnen op de stadswerf worden aangeboden op de volgende dagen en tijden:* van maandag tot en met vrijdag van 09.00- 12.00 en 13.00- 15.00 uur;* op zaterdag van 09.00- 12.00 uur.Vanaf 1 januari 2012 wordt gewerkt met een pasjessysteem. De toegangspas wordt per huishouden/adres verstrekt en is niet overdraagbaar.

  • 2.

    Buiten de hierboven genoemde openingstijden en op de zon- en feestdagen kunnen geen huishoudelijke afvalstoffen op de stadswerf worden aangeboden.

  • 3.

    Het is verboden op de stadswerf afvalstoffen aan te bieden die ten gevolge van hun aard, afmetingen of hoeveelheden, moeilijkheden kunnen veroorzaken bij transport of verwerking, evenals stoffen die als gevolg van enig wettelijk voorschrift afzonderlijk moeten worden verzameld.Hieronder worden in elk geval begrepen: zuiveringsslib, hete as, autowrakken en gedeelten daarvan, specifiek ziekenhuisafval, mest, slachtafval en andere onder de regelgeving van de Destructiewet vallende afvalstoffen, stoffen die overmatige stank verspreiden of ongedierte bevatten, stoffen die gevaar opleveren voor en door zelfontbranding, ontploffing, besmetting en straling.

  • 4.

    Ter controle van het hiervoor bepaalde kan de toezichthouder in geval van ernstige verdenkingen of bij wijze van steekproef te allen tijde de aanbieder gelasten de afvalstoffen te storten op een door hem aangewezen locatie op het terrein van de stadswerf. Bij het doorzoeken van de afvalstoffen dient een vertegenwoordiger van de aanbieder aanwezig te blijven.

  • 5.

    Niet toegelaten afvalstoffen moeten door de toezichthouder, al dan niet reeds gestort, worden geweigerd en moeten worden teruggenomen door de ontdoener. Eventuele (verwijderings)kosten zijn voor rekening van de ontdoener.

  • 6.

    Ter controle van de herkomst van het afval kan de toezichthouder vragen naar de legitimatie of bewijs van inwoning van de gemeente Brielle.

  • 7.

    Het is verboden zich buiten de vastgestelde openingstijden op de stadswerf te bevinden.

  • 8.

    Kinderen, tot en met twaalf jaar, dienen op het terrein van de stadswerf in het voertuig te blijven zitten.

Toelichting op de wijze van ontdoen:

Groente-, fruit- en tuinafval:

minicontainer 140 liter of 240 liter en op de stadswerf (maximaal 1 kubieke meter per keer)

Huishoudelijk restafval:

minicontainer 140 liter of 240 liter en ondergrondse verzamelcontainer (bij gestapelde bouw en overige locaties)

Glas en vlakglas:

glasbakken in de wijken en op de stadswerf; vlakglas op de Stadswerf

Klein chemisch afval:

kca-depot op de stadswerf

Kunststof verpakkingsmateriaal:

collectoren in de wijken en een container op de stadswerf

Elektrische en elektronische apparatuur:

zeecontainer op de stadswerf

Bouw- en sloopafval:

container op de stadswerf (maximaal 1 kubieke meter per keer)

Grof tuinafval:

gft-containerbak op de stadswerf (maximaal 1 kubieke meter per keer)

Textiel:

collectoren in de wijken en een textielbak op de stadswerf

Oud papier en karton:

papiercontainer in de wijken en op de stadswerf

Huishoudelijk restafval:

perscontainer op de stadswerf

Grof huishoudelijk afval:

op afroep en in een container op de stadswerf (maximaal 1 kubieke meter per keer)

Asbest:

asbestcontainer op de stadswerf

Kadavers:

koelcel op de stadswerf

Metaal:

container op de stadswerf en tegen betaling op afroep

Drukhouders:

container op de stadswerf

Banden:

container op de stadswerf

Artikel 10. Inwerkingtreding

Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekend gemaakt.Het uitvoeringsbesluit afvalstoffenverordening Brielle 2009 wordt ingetrokken op de dag van inwerkingtreding van het uitvoeringsbesluit afvalstoffenverordening Brielle 2011.

Artikel 11. Citeerbepaling

Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Brielle 2011.

Aldus besloten door de burgemeester en wethouders van Brielle

in de vergadering van 5 juli 2011,

de secretaris, de burgemeester,

I.D. Barendrecht (loco) mw. G.W.M. van Viegen