Regeling outplacementvoorziening gewezen wethouders

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  belanghebbende: de gewezen wethouders, die in het genot is van een uitkering ingevolge de bepalingen in de Uitkerings- en pensioenverordening wethouders;

• b.

  outplacementfaciliteiten: vergoeding van kosten verbonden aan een outplacementbegeleiding, waaronder mede kunnen worden begrepen, reis-, verblijf- en verweringskosten.

Artikel 2 Toekenning outplacementfaciliteiten

• 1.

  Burgemeester en wethouders besluiten op aanvragen omtrent de toekenning van outplacementfaciliteiten.

• 2.

  In het geval outplacementfaciliteiten worden toegekend komen deze voor rekening van de gemeente, met inachtneming van een daartoe te sluiten overeenkomst tussen burgemeester en wethouders en belanghebbende.

Artikel 3 Maximale toekenningsduur

Outplacementfaciliteiten kunnen worden toegekend voor de periode van ten hoogste één jaar.

Artikel 4 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen, waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, zijn burgemeester en wethouders bevoegd een voorziening te treffen.

Artikel 5 Slotbepalingen

• 1.

  Deze regeling kan worden aangehaald als “Regeling outplacement voorziening gewezen wethouders”.

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.