Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Procedureregeling planschadevergoeding 2005 |
Citeertitel | Procedureregeling planschadevergoeding 2005 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-09-2005 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 13-09-2005 E3-journaal | onbekend |
Gelet op het bepaalde in de artikelen 49 en 49a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
In deze regeling wordt verstaan onder:
planschade: schade als bedoeld in artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO);
planologische maatregel: de bepalingen van een bestemmingsplan, dan wel een besluit omtrent vrijstelling als bedoeld in de artikelen 17 of 19 WRO, dan wel één van de andere in artikel 49 genoemde schadeoorzaken;
derde-belanghebbende: degene als bedoeld in artikel 49a van de WRO die heeft verzocht om ten behoeve van de verwezenlijking van een project een bestemmingsplan te herzien of te wijzigen dan wel om vrijstelling te verlenen, anders dan bedoeld in artikel 31a of 31b van de WRO, en die met de gemeente een overeenkomst heeft gesloten inhoudende dat geheel of gedeeltelijk voor zijn rekening komt de schade die rechtstreeks haar grondslag vindt in het besluit op dit verzoek en waarvan de aanvrager vergoeding vraagt;
drempelbedrag: recht als bedoeld in artikel 49 lid 3 WRO.
In de mededeling van ontvangst wijst het college de belanghebbende erop dat voor het behandelen van de aanvraag een drempelbedrag verschuldigd is en deelt hem mede dat het verschuldigde bedrag binnen vier weken na de dag van verzending van de mededeling op de rekening van de gemeente dan wel op een aangegeven plaats moet zijn gestort.
Indien een aanvraag kennelijk niet-ontvankelijk is omdat de schadeveroorzakende planologische maatregel nog niet onherroepelijk is, dient de aanvrager te worden aangehouden tot op de dag dat de planologische maatregel onherroepelijk is geworden. De aanvraag wordt dan beschouwd te zijn ingediend op de dag dat de planologische maatregel onherroepelijk is geworden.
Artikel 7 Uitbreiding toepassingsbereik
Deze regeling kan door het college van toepassing worden verklaard op verzoeken om schadevergoeding die zijn gebaseerd op andere publiekrechtelijke regelingen.
Toelichting procedureregeling planschadevergoeding 2005
De belanghebbende is de belanghebbende in de zin van artikel 49 van de WRO en betreft de (voormalig) zakelijk als de persoonlijk gerechtigde op een onroerende zaak.
Registratie van de datum van ontvangst van de aanvraag is van belang voor de bepaling van de wettelijke rente over een eventueel uit te keren schadevergoeding, maar is ook van belang in het kader van de verjaringsregeling uit artikel 49, lid 2 van de WRO.
Vanaf 1 september 2005 dient een aanvraag om vergoeding planschade binnen 5 jaar na het onherroepelijk worden van een besluit te zijn ingediend.
Ter zake van een aanvraag om vergoeding van planschade is per 1 september 2005 een drempelbedrag verschuldigd. De wet bepaalt dat teruggaaf wordt verleend indien op de aanvraag geheel of gedeeltelijk positief wordt beslist.
Indien het duidelijk is dat één van deze gevallen zo voordoet is het uit een oogpunt van besparing van tijd en kosten, niet nodig advies in te winnen.
Het college van burgemeester en wethouders kan bij de aanvraag om advies aangeven wie door de adviseur als derde-belanghebbende gehoord dienen te worden. Met name is hierbij gedacht aan Rijkswaterstaat bij wie de gemeente in een aantal gevallen de kosten voor deze vergoeding, kan verhalen.
In dit lid is geen exacte termijn aangegeven waarbinnen de adviseur het advies dient uit te brengen. Gelet op de ingewikkeldheid van een aanvraag kan het college van burgemeester en wethouders mitsdien flexibel omgaan met het stellen van een termijn.
Indien geen beslistermijn wordt aangegeven geldt de termijn zoals geregeld is in de Algemene wet bestuursrecht. Dit is circa 8 weken en te kort om een beslissing op een aanvraag om planschadevergoeding te nemen.
Naast een verzoek om planschadevergoeding zijn c.q. kunnen er publiekrechtelijke regelingen zijn, die een recht op schadevergoeding openen (nadeelcompensatie). Indien die regeling zelf niet voorzien in de te volgen procedure, kan het bestuursorgaan deze regeling op de aanvraag van toepassing verklaren.
Er zijn gevallen waarbij de gemeente de mogelijkheid heeft kosten voor planschadevergoedingen te verhalen op een ander bestuursorgaan, zoals bij de aanleg van een rijksweg op het Rijk.
Vaak wordt met dit ander bestuursorgaan een convenant gesloten waarin het een en ander wordt geregeld, bijvoorbeeld dat het Rijk ter advisering een schadebeoordelingscommissie instelt. Het volgen van de procedure zoals geregeld in deze regeling is dan niet op zijn plaats.