Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Parkeerverordening 2004 |
Citeertitel | Parkeerverordening 2004 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
30-12-2004 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 05-11-2004 E3-journaal, 17-11-2004 | onbekend |
Gelet op artikel 225 van de Gemeentewet.
In deze verordening wordt verstaan onder:
het RVV 1990: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens van 26 juli 1990, Stb. 459;
motorvoertuig: hetgeen daaronder wordt verstaan in het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990;
parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden en lossen van goederen, op de binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;
houder: degene die naar de omstandigheden als houder van een voertuig moet worden beschouwd, met dien verstande dat voor een motorvoertuig dat is ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens als houder wordt aangemerkt degene op wiens naam het voor het motorvoertuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren in het register was ingeschreven;
is aangeduid met bord E9 uit Bijlage I van het RVV 1990 of
gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit Bijlage I van het RVV 1990 met het onderschrift "ZONE", voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;
Hoofdstuk 2 Plaatsen voor vergunninghouders, vergunningen en vergunningsbewijzen
Het is verboden parkeerapparatuur op andere wijze of met andere middelen, dan wel met andere munten dan die welke in de kennisgeving op de parkeerapparatuur staan aangegeven in werking te stellen.
Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepaling
De opsporing van de in artikel 11 strafbaar gestelde feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door burgemeester en wethouders of de burgemeester met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast, ieder voorzover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
Deze wijziging treedt in werking op de 8e dag na de bekendmaking.