Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht (Utr)

Verordening op de heffing en de invordering van rechten begraafplaatsen 2011, alsmede de bijbehorende tarieventabel 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht (Utr)
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de heffing en de invordering van rechten begraafplaatsen 2011, alsmede de bijbehorende tarieventabel 2011
CiteertitelVerordening rechten begraafplaatsen 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpbelasting

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling wordt vervangen door de Verordening op de heffing en de invordering van rechten begraafplaatsen 2012.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 229, lid 1, aanhef en onderdelen a en b

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2012intrekking

03-11-2011

Gemeenteblad van Utrecht, 2011, 65

Raadsvoorstel jaargang 2011, nr. 136
02-12-201001-01-2012nieuwe regeling

11-11-2010

Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr. 110

Raadsvoorstel jaargang 2010, nr. 136
02-12-201001-01-2012nieuwe regeling

11-11-2010

Gemeenteblad van Utrecht 2010, nr. 110

Raadsvoorstel jaargang 2010, nr. 136

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de heffing en de invordering van rechten begraafplaatsen 2011, alsmede de bijbehorende tarieventabel 2011

GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010 Nr. 110

Verordening op de heffing en de invordering van rechten begraafplaatsen 2011, alsmede de bijbehorende tarieventabel 2011

(raadsbesluit van 11 november 2010)

De raad van de gemeente Utrecht;

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdelen a en b, van de Gemeentewet;

Besluit

vast te stellen de volgende

VERORDENING op de heffing en de invordering van rechten begraafplaatsen 2011, alsmede de bijbehorende tarieventabel 2011

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Deze verordening verstaat onder:

    • a.

      begraafplaatsen: de gemeentelijke begraafplaatsen: Soestbergen, Kovelswade, Tolsteeg en Daelwijck;

    • b.

      algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer;

    • c.

      algemeen urnengraf: een urnengraf bij de gemeente in beheer;

    • d.

      asbus: een bus ter berging van as van een lijk;

    • e.

      urn: een voorwerp ter berging van één of meer asbussen;

    • f.

      particulier graf: een graf, waarop een uitsluitend recht is gevestigd, waarbij de rechthebbende bepaalt wie daarin wordt begraven;

    • g.

      particulier urnengraf/-nis/-zuil: een urnengraf/-nis/-zuil, waarop een uitsluitend recht is gevestigd, waarbij de rechthebbende bepaalt wie daarin wordt bijgezet en bijgezet gehouden of om daarin as te (doen) verstrooien;

    • h.

      rechthebbende: de natuurlijke of rechtspersoon die het particulier graf/urnengraf/- nis / -zuil heeft verkregen.

    • i.

      begraafdiepte 1: een graf gedolven tot een diepte van + 1,00 meter;

    • j.

      begraafdiepte 2: een graf gedolven tot een diepte van + 1,75 meter;

    • k.

      begraafdiepte 3: een graf gedolven tot een diepte van + 2,50 meter;

    • l.

      grafbedekking: alle op een graf geplaatste voorwerpen en beplanting;

    • m.

      samengesteld monument: een monument dat uit verscheidene delen is opgebouwd.

    • n.

      maand: een tijdvak dat aanvangt op de n-de dag van een kalendermaand en eindigt op de n-1de dag van de kalendermaand daaropvolgend.

  • 2.

    Onder begraven wordt in deze verordening mede verstaan herbegraven.

Artikel 2 Belastbaar feit

Op basis van deze verordening worden rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaatsen en voor het door de gemeente verlenen van diensten in verband met de begraafplaatsen.

Artikel 3 Belastingplicht

De rechten worden geheven van degene op wiens aanvraag dan wel ten behoeve van wie de dienst wordt verricht of van degene die van de bezittingen, werken of inrichtingen gebruik maakt.

Artikel 4 Maatstaf van heffing en belastingtarief

  • 1.

    De rechten worden geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.

  • 2.

    Voor de berekening van de rechten wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

Artikel 5 Vrijstellingen

De rechten worden niet geheven voor:

  • 1.

    opgravingen en daaruit volgende herbegraving ingevolge een bevel van een gerechtelijke autoriteit;

  • 2.

    het ruimen van een algemeen graf of algemeen urnengraf van de overblijfselen van een lijk van een levenloos geborene of kind jonger dan 1 jaar na een grafrust van 10 jaar;

  • 3.

    het gebruik van de begraafplaatsen in verband met de nationale dodenherdenking;

  • 4.

    het begraven van een lijk van een levenloos geborene(n) of van een kind(eren) jonger dan 1 jaar indien de begraving tezamen plaatsvindt met het lijk van een ouder in één kist.

Artikel 6 Wijze van heffing

De rechten worden geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt verstaan een nota of enig andere schriftuur waarop het gevorderde bedrag is vermeld.

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1.

    De rechten als bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.0 van de tarieventabel, worden per belastingtijdvak van twaalf aaneengesloten maanden geheven. Het eerste belastingtijdvak vangt daarbij aan op de dag volgende op die waarop de belastingplicht is ontstaan.

  • 2.

    Met betrekking tot de rechten genoemd in hoofdstuk 3, onderdeel 3.1 is het belastingtijdvak gelijk aan de periode waarvoor wordt afgekocht.

Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld

  • 1.

    De rechten, als bedoeld in hoofdstuk 3, onderdelen 3.0 en 3.1 van de tarieventabel zijn verschuldigd bij de aanvang van het belastingtijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 2.

    Andere rechten dan de rechten, als bedoeld in hoofdstuk 3, onderdelen 3.0 en 3.1 van de tarieventabel, zijn verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening of bij aanvang van het gebruik van de bezittingen, werken of inrichtingen.

Artikel 9 Termijn van betaling

De rechten moeten worden betaald binnen 30 dagen na dagtekening van de schriftelijke kennisgeving.

Artikel 10 Ontheffing

Indien de belastingplicht voor de rechten, als bedoeld in hoofdstuk 3, onderdeel 3.0 van de tarieventabel in de loop van het belastingtijdvak eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor de rechten ten bedrage van zoveel twaalfde gedeelten als het belastingtijdvak vanaf de dag, waarop de belastingplicht eindigt, nog volle maanden heeft. Geen ontheffing wordt verleend indien de ontheffing voor minder dan 3/12 gedeelte van het belastingtijdvak geldt.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de rechten wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de rechten.

Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De Verordening rechten begraafplaatsen 2010 (Gemeenteblad van Utrecht 2009, nr.59) van 5 november 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking.

  • 3.

    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de rechten in die periode plaatsvindt.

  • 4.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 5.

    Deze verordening wordt aangehaald als: de Verordening rechten begraafplaatsen 2011

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad, gehouden op 11 november 2010.

De griffier, De burgemeester,

Drs. A.A.H. Smits Mr. A. Wolfsen

Bekendmaking is geschied op 24 november 2010.

Deze verordening is in werking getreden op 2 december 2010.

BIJLAGE BEHORENDE BIJ GEMEENTEBLAD VAN UTRECHT 2010, NR. 110

Tarieventabel behorende bij de Verordening rechten begraafplaatsen 2011,vastgesteld bij raadsbesluit van 11 november 2010:

De griffier,

Drs. A.A.H. Smits

Hoofdstuk 1 Verlenen van rechten op een graf/urnengraf

Paragraaf

 

EUR

1.0.0

1.0.1

Voor het verlenen van het recht van een particulier graf wordt geheven:

Voor een graf van 2.00 (2.20) x 1.00 meter voor het begraven van maximaal drie lijken:

-voor een tijdvak van 10 jaar

-voor een tijdvak van 20 jaar

-voor een tijdvak van 30 jaar

-voor onbepaalde tijd

1.142,95

2.285,90

3.428,90

10.823,55

1.0.2

Voor het verlenen van het recht van een particulier kindergraf van 1.50 x 0.60 meter voor het begraven van één lijk:

-voor een tijdvak van 10 jaar

-voor een tijdvak van 20 jaar

-voor een tijdvak van 30 jaar

-voor onbepaalde tijd

308,30

616,65

925,00

2.904,80

1.1

Voor het verlenen van het recht op een particulier urnengraf van 1.00 x 1.00 meter, bestemd voor vier urnen wordt geheven:

-voor een tijdvak van 10 jaar

-voor een tijdvak van 20 jaar

-voor een tijdvak van 30 jaar

-voor onbepaalde tijd

725,90

1.451,85

1.963,45

5.550,70

1.2

Voor het verlenen van het recht op een particuliere urnennis bestemd voor twee urnen wordt geheven:

-voor een tijdvak van 10 jaar

-voor een tijdvak van 20 jaar

-voor een tijdvak van 30 jaar

725,90

1.451,85

1.963,45

1.3

Voor het verlenen van het recht op een particuliere urnenzuil bestemd voor een urn wordt geheven:

-voor een tijdvak van 10 jaar

-voor een tijdvak van 20 jaar

-voor een tijdvak van 30 jaar

362,95

725,90

981,70

1.4

Voor het op aanvraag van de rechthebbende verlenen van het recht op een particulier graf of particulier urnengraf op de begraafplaats Soestbergen worden de tarieven 1.0.1, 1.0.2 en 1.1 verhoogd met 50%

 

1.5

Voor het verlengen van het recht op een particulier graf wordt het bedrag genoemd in 1.0.1. en 1.0.2 voor een tijdvak van tien jaar vermenigvuldigd met zoveel tiende als de verlenging in jaren telt. De verlenging geldt telkens voor ten minste vijf jaar

 

1.6

Voor het verlengen van het recht op een particulier urnengraf per jaar

54,40

1.7

Voor het verlengen van het recht op een particuliere urnennis per jaar

27,20

1.8

Voor het verlengen van het recht op een particuliere urnenzuil per jaar

27,20

1.9

Voor het overboeken van een verleend recht op een particulier graf, een urnengraf/ -nis of -zuil wordt geheven

32,55

Hoofdstuk 2 Begraven, bijzetten van asbussen en verstrooien van as

A. In een particulier graf of particulier urnengraf/ - nis/ -zuil

Paragraaf

 

EUR

2.0

Voor het begraven van een lijk in een particulier graf:

 

2.0.1

Voor een graf van 2.00 (2.20) x 1.00 meter voor:

-begraafdiepte 1

-begraafdiepte 2

-begraafdiepte 3

495,20

692,85

1.033,30

2.0.2

Voor een kindergraf van 1.50 x 0.60 meter voor:

-begraafdiepte 1

-begraafdiepte 2

-begraafdiepte 3

259,60

358,45

528,65

2.1

Voor het begraven van het lijk van een levenloos geborene of kind jonger dan 1 jaar in een kindergraf (1.50 x 0,60 meter), begraafdiepte 1 wordt geheven

211,05

2.2

Voor het tegelijkertijd begraven van meer dan één lijk in één graf wordt voor het tweede en derde lijk elk de helft van het daarvoor geldende bedrag van één lijk geheven.

 

2.3

Voor het bijzetten van een asbus of verstrooien van as van één lijk in een graf/urnengraf wordt geheven

209,00

2.4

Voor het tegelijkertijd bijzetten van een asbus of het verstrooien van as van meer dan één lijk in hetzelfde graf / urnengraf wordt de helft van het bedrag onder 2.3 geheven

 

B. In een algemeen graf/urnengraf

Paragraaf

 

EUR

2.5

Voor het begraven van een lijk in een algemeen graf wordt geheven

 

2.5.1

Voor een graf van 2.00 (2.20) x 1.00 meter:

-voor een tijdvak van 10 jaar

-voor een tijdvak van 20 jaar

959,10

1.894,30

2.5.2

Voor een kindergraf van 1.50 x 0.60 (1.00) meter:

-voor een tijdvak van 10 jaar

-voor een tijdvak van 20 jaar

491,55

959,10

2.6

Voor het begraven van een lijk van een levenloos geborene of kind jonger dan 1 jaar en voor het tezamen in één kist begraven van meerdere levenloos geborenen of kinderen jonger dan 1 jaar wordt geheven:

-voor een tijdvak van 10 jaar

-voor een tijdvak van 20 jaar

257,70

491,55

2.7

Voor het aanbrengen van een metalen gedenkplaatje op een herdenkingsmonument, inclusief het geplaatst houden gedurende 10 jaar wordt geheven

55,90

2.8

Voor het verlengen van het geplaatst houden van een metalen gedenkplaatje gedurende tien jaren wordt geheven

55,90

2.9

Voor het begraven van een menselijke foetus met een zwangerschapsduur van minder dan 24 weken in een algemeen verzamelgraf zonder terugkomplek voor een tijdvak van 10 jaar

120,40

C. Opgraven, herbegraven en ruimen

Paragraaf

 

EUR

2.10

Voor het opgraven van een lijk wordt geheven

464,15

2.11

Voor het tegelijkertijd opgraven uit hetzelfde graf wordt voor een tweede en derde lijk per lijk geheven

231,95

2.12

Voor het begraven in hetzelfde graf onmiddellijk na de opgraving wordt geheven

231,95

2.13

Voor het ruimen van een grafkelder wordt per lijk geheven

231,95

2.14

Voor het ruimen op aanvraag van de rechthebbende(n) op een graf wordt per lijk geheven

231,95

2.15

Voor het ruimen van een graf gevolgd door een begraving wordt geheven

164,60

2.16

Voor het opgraven, herbegraven binnen 10 jaar na de begraving van een lijk van een levenloos geborene of kind jonger dan 1 jaar wordt de helft van de in dit hoofdstuk genoemde bedragen geheven

 

D. Overige kosten rond een begraving

Paragraaf

 

EUR

2.17

Het begraven vindt uitsluitend op hele uren plaats.

De rechten voor het begraven als bedoeld onder 2.0 tot en met 2.0.2 en 2.5 tot en met 2.5.2 worden verhoogd

a.op maandag tot en met vrijdag

-om 14.00 uur met

-vanaf 15.00 uur met

b.op zaterdag

-tot en met 13.00 uur met

-vanaf 14.00 uur met

c.op een zondag of algemeen erkende feestdag, niet vallend op zaterdag of maandag met

145,90

434,30

299,20

1.183,15

1.183,15

2.18

Voor het gebruik van de aula met condoleanceruimte wordt na het eerste uur voor elke volgend half uur geheven

112,25

2.19

Voor het groen maken van het graf ten behoeve van een begraving

74,80

2.20

Voor het afnemen en herplaatsen van voorwerpen en beplantingen op of bij graven wordt geheven:

-voor een staand grafteken

-voor een liggend grafteken tot 1 m²

-voor een liggend grafteken groter dan 1 m²

-voor een grafkelderzerk

-voor een omrastering

-voor beplanting met of zonder grafmarkering

-voor andere voorwerpen

-voor twee kleine stenen samen kleiner dan 1 m²

-voor een samengesteld monument (2.00 x 1.00 m²)

142,25

142,25

213,30

284,65

142,25

71,05

71,05

213,30

355,80

Hoofdstuk 3 Onderhoud en grafbedekking

Paragraaf

 

EUR

3.0

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van voorwerpen (geen beplanting) op of bij een graf, waarop een uitsluitend recht is verleend, /urnengraf of op of bij een algemeen graf/urnengraf, wordt per jaar geheven:

-voor een staand of liggend grafteken tot en met 1 m²

-voor een staande steen met driedelige markering

-voor een staande steen met omrastering

-voor een liggende steen op een roef

-voor twee liggende stenen samen kleiner dan 1 m²

-voor andere voorwerpen

-voor voorwerpen groter dan 1 m²voor elke m²meer

35,55

54,50

72,40

90,85

54,50

18,85

18,85

3.1

De onderhoudsrechten onder 3.0 kunnen worden afgekocht. Alsdan wordt geheven:

a.het jaarbedrag vermenigvuldigd met ¾ van het resterende aantal hele jaren van de uitgifteduur van het algemeen graf of

b.het jaarbedrag vermenigvuldigd met ¾ van het resterende aantal jaren van het op een graf verleend uitsluitend recht of

c.het jaarbedrag vermenigvuldigd met dertig indien voor onbepaalde tijd een uitsluitend recht op een graf is verleend

 

3.2

Voor het door of vanwege de gemeente onderhouden van beplanting op of bij een graf, waarop een uitsluitend recht is verleend,/urnengraf of op of bij een algemeen graf/urnengraf, wordt per keer per m² geheven:

18,85

Hoofdstuk 4 Tarieven overige dienstverlening

Paragraaf

 

EUR

4.1

Voor regiewerk wordt per uur daaraan bestede tijd geheven

67,50

4.2

Voor een ontheffing om met een motorvoertuig het terrein van een begraafplaats te berijden

41,70

4.3

Voor het bedekken van een graf met beplanting wordt geheven

a.tot 1 m²grafbedekking:

-assortiment A

-assortiment B

-assortiment C

b.tot 2 m²grafbedekking:

-assortiment A

-assortiment B

-assortiment C

c.voor een bloembak ( tot 0,3 m²):

-assortiment A

-assortiment B

77,20

95,00

163,25

100,85

129,50

259,50

32,55

48,05

4.4

Aanbrengen van een gedenkplaatje bij urnengraf

55,90

4.5

Voor het gebruik van de aula met condoleanceruimte anders dan in verband met een begrafenisplechtigheid wordt geheven:

-voor het eerste half uur

-voor elk volgend half uur

134,40

112,25