Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Marktverordening Venlo 2010 |
Citeertitel | Marktverordening Venlo 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 07-04-2011 | nieuwe regeling | 04-01-2010 E3-journaal, 06-01-2010 |
De raad van de gemeente Venlo;
gezien het voorstel van het projectcollege van 3 november 2009;
gehoord de herindelingscommissie van 9 november 2009;
gelet op artikel 147, eerste lid, en artikel 149 van de Gemeentewet;
mede gelet op de Wet samenvoeging gemeenten Arcen en Velden en Venlo;
tot vaststelling van de navolgende Marktverordening Venlo 2010;
Indien dringende omstandigheden daartoe noodzaken, kan het bestuursorgaan tijdelijk een andere plaats voor het houden van de markt aanwijzen. In dit geval blijft het bepaalde in deze verordening onverminderd van kracht. Vergunninghouders zijn alsdan verplicht van de aan te wijzen standplaats gebruik te maken, zonder enig recht op schadevergoeding, in welke vorm dan ook, te kunnen doen gelden.
Afdeling 4 Toewijzing standplaatsen
Artikel 12 Toewijzing vrijgekomen plaatsen
Voor de toewijzing van vrijgekomen vaste plaatsen, waartoe op gezette tijden, doch tenminste eenmaal per jaar wordt overgegaan, komen allereerst in aanmerking de vergunninghouders van vaste plaatsen op de markt, die aan het bestuursorgaan de wens te kennen hebben gegeven van standplaats te willen veranderen. De volgorde waarin zij op de in artikel 11 bedoelde lijst zijn ingeschreven, is bepalend.
Standwerkers die gezamenlijk willen optreden, kunnen slechts gezamenlijk voor een vergunning voor een standwerkersplaats loten en gezamenlijk slechts één soort artikel op de voor standwerkers geboden wijze ten verkoop aanbieden. De betrokkenen dienen zulks voor de loting aan de marktmeester kenbaar te maken met vermelding van het te verhandelen artikel.
Artikel 15 Tijdstip innemen vaste standplaats
Indien de rechthebbende op een vaste plaats deze niet binnen een half uur na het begin van de markt heeft bezet en vóór dat tijdstip geen kennis heeft gegeven van latere komst op grond van bijzondere omstandigheden, vervalt voor die dag voor de rechthebbende zijn recht om die vaste plaats in te nemen.
Artikel 17 Niet innemen van de vaste plaats
Houders van vaste plaatsen, die wegens ziekte verhinderd zijn hun standplaats in te nemen, dienen het bestuursorgaan daarvan schriftelijk in kennis te stellen. Bij plotselinge verhindering moet het bestuursorgaan mondeling of telefonisch worden ingelicht, gevolgd door een schriftelijke bevestiging van deze afmelding binnen vijf dagen na de desbetreffende markt.
Zij, die wegens vakantie een markt niet kunnen bezoeken, dienen daarvan tijdig onder opgave van de duur van de vakantie, schriftelijk mededeling te doen aan het bestuursorgaan. De afwezigheid wegens vakantie mag maximaal vier opeenvolgende weken duren per kalenderjaar, tenzij voor een langere periode door het bestuursorgaan toestemming wordt verleend.
Afdeling 6 Overschrijving en intrekking vergunningen
Artikel 27 Overschrijving vergunning
Bij beëindiging van de markthandel door de vergunninghouder, anders dan in de omstandigheid als bedoeld in het eerste lid, kan de vergunning voor de vaste standplaats, op verzoek van de vergunninghouder, worden overgeschreven op de echtgenote (echtgenoot) of op één van de meewerkende kinderen. In dat geval kan de vergunninghouder geen rechten meer doen gelden op een standplaats (vaste plaats of dagplaats) op de betreffende markt.
Artikel 30 Last tot onmiddellijke ontruiming
De vergunninghouder, die in strijd handelt met het bij of krachtens deze verordening bepaalde of zich aan wangedrag of bedrog op de markt schuldig maakt, het marktpersoneel in de uitoefening van zijn taak belemmert, dan wel direct of indirect de orde op de markt verstoort of in gevaar brengt kan door het bestuursorgaan gelast worden zijn standplaats onmiddellijk te ontruimen.
Afdeling 8 Toezicht- en strafbepalingen
Artikel 38 Overgangsbepalingen
Vergunningen en ontheffingen - hoe ook genaamd - verleend krachtens de verordening als bedoeld in artikel 39, tweede lid blijven - indien en voor zover het gebod of verbod waarop de vergunning of ontheffing betrekking heeft, ook vervat is in deze verordening - van kracht tot de termijn, waarvoor zij werden verleend, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Voorschriften en beperkingen opgelegd krachtens de verordening als bedoeld in artikel 39, tweede lid, blijven - indien en voor zover de bepalingen in gevolge welke deze voorschriften en bepalingen zijn opgelegd, ook zijn vervat in deze verordening - van kracht tot de termijn, waarvoor zij werden opgelegd, is verstreken of totdat zij worden ingetrokken.
Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een vergunning of ontheffing - hoe ook genaamd - op grond van de verordening als bedoeld in artikel 39, tweede lid is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening nog niet op die aanvraag is beslist, wordt daarop de overeenkomstige bepaling van de onderhavige verordening toegepast.
Op een aanhangig beroep- of bezwaarschrift, betreffende een vergunning of ontheffing, bedoeld in het eerste lid, dan wel een voorschrift of beperking bedoeld in het tweede lid dat voor of na het tijdstip bedoeld in artikel 39, eerste lid, is ingekomen binnen de voordien geldende beroepstermijn, wordt beslist met toepassing van de verordening bedoeld in artikel 39, tweede lid.
De intrekking van de verordening als bedoeld in artikel 39, tweede lid, heeft geen gevolgen voor de geldigheid van de op basis van die verordening genomen nadere regels en aanwijzingsbesluiten, indien en voor zover de rechtsgrond waarop de nadere regels en de aanwijzingsbesluiten zijn gebaseerd ook vervat zijn in deze verordening en voor zover zij niet eerder zijn vervallen of ingetrokken.