Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Mandaat verblijfsontzeggingen overlast St. Hubertusplein e.o. in Blerick |
Citeertitel | Mandaat verblijfsontzeggingen overlast St. Hubertusplein e.o. in Blerick |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Aangewezen gebied |
Met ingang van 24 juni 2010 vervalt het eerder genomen besluit van de burgemeester d.d. 9 juni 2008, in werking getreden op 12 juni 2008.
Algemene plaatselijke verordening Venlo / APV Venlo
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
24-06-2010 | nieuwe regeling | 16-06-2010 E3-journaal, 23-06-2010 | Onbekend. |
Mandaat verblijfsontzeggingen overlast St. Hubertusplein eo in Blerick
overwegende dat in de Algemene plaatselijke verordening Venlo de grondslag voor het opleggen van een verblijfsontzegging aan personen in verband met de door hen veroorzaakte uitgaansoverlast is opgenomen;
dat de burgemeester ingevolge artikel 2:85 van de Algemene plaatselijke verordening Venlo bevoegd is om aan personen een verbod op te leggen om zich gedurende een in dat verbod genoemde tijdvak te bevinden in door hem aangewezen gebied;
dat hij met de vaststelling van de gebruiksinstructie tevens de beleidsregels met betrekking tot hem op grond van artikel 2:85 van de Algemene plaatselijke verordening Venlo toekomende bevoegdheid wenst vast te stellen;
de bevoegdheid tot het opleggen van een verblijfsontzegging als bedoeld in artikel 2:85 van de Algemene plaatselijke verordening Venlo, onder gelijktijdige intrekking van het mandaatbesluit van 9 juni 2008, te mandateren aan alle executieve politiefunctionarissen werkzaam in het district Venlo;
Beleidsregels / gebruiksinstructie verblijfsontzeggingen overlast St. Hubertusplein eo in Blerick
Als gebied, waar het personen, aan wie overeenkomstig deze beleidsregels / instructie een verblijfsverbod wordt opgelegd, verboden is te verblijven wordt aangewezen:
Het gebied in Blerick wordt begrensd door Frederik van Eedenstraat (t/m huisnummer 1), Albert Verweijstraat, Nicolaas Beetsstraat, PC Hooftstraat (thv huisnummers 31 t/m 43 ), Alberdingk Thijmstraat thv huisnummers 55 t/m 69) Bilderdijkstraat (thv huisnummers 50 t/m 58), Van Meursstraat en de Dautzenbergstraat (thv huisnummers 73 t/m 85) met inbegrip van deze wegen, voor zover grenzend aan het aangewezen gebied.
Op de bij deze beleidsregels / instructie behorende bijlage is het gebied op een plattegrond aangegeven.
II. Voorwaarden individuele verblijfsontzeggingen
De geadresseerde, zijnde de overlastveroorzaker, is bij de politie bekend als veroorzaker van ernstige vormen van overlast op of in de omgeving van het St. Hubertusplein in Blerick. Onder overlast wordt het bepaalde onder III. van deze beleidsregels / gebruiksinstructie verstaan. Dit ‘bekend zijn’ kan blijken uit een opgemaakt proces-verbaal i.v.m. overtredingen van het Wetboek van Strafrecht en/of Algemene plaatselijke verordening Venlo. Dit ‘bekend zijn’ kan ook blijken uit persoonlijke waarnemingen van een politiefunctionaris. In het laatste geval wordt bij een voorgenomen oplegging van een verblijfsontzegging een rapport van deze waarneming opgemaakt.
Het criterium van ‘bekend zijn bij de politie’ is een goed hanteerbaar criterium als het gaat om de identificatie van overlast veroorzakende individuen. De politie is in staat diverse persoonlijke ervaringen met het gedrag van de betrokkenen in de identificatie te betrekken. Deze bekendheid blijkt formeel uit o.a. aanhoudingen en uit verklaringen die over het overlastgevend gedrag zijn afgelegd en opgemaakte processen-verbaal.
De geadresseerde dient te worden gehoord omtrent zijn belang aangaande de aanwezigheid in het aangewezen gebied. Zijn verklaring wordt schriftelijk vastgelegd.
Indien de persoon aan wie de verblijfsontzegging gegeven moet worden, kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, wordt daarmede bij het opleggen van de verblijfsontzegging rekening gehouden, in die zin dat het verbod om in het gebied te verblijven niet geldt voor zover de aanwezigheid in het gebied een relatie heeft met het aangegeven zwaarwegende belang. Of iemand een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, zal door betrokkene zelf moeten worden aangetoond. Het kan daarbij alleen gaan om belangen in de persoonlijke sfeer, te weten indien betrokkene in het gebied zijn woning heeft, zijn werk of beroep uitoefent of hulpverlenende instanties bezoekt. Zo'n aangevoerd belang zal telkens op zijn inhoud beoordeeld worden.
III. Strafbare en/of openbare orde verstorende handelingen
Bij de volgende geconstateerde strafbare feiten dan wel openbare orde verstorende handelingen wordt een verblijfsontzegging gegeven:
Een gebiedsontzegging voor bovengenoemd gebied kan enkel worden opgelegd wanneer er sprake is van:
Eén van een van de hieronder genoemde artikelen uit het Wetboek van Strafrecht:
Artikel 2 of 3 van de Opiumwet.
Eén van de bepalingen betreffende verboden wapenbezit in de Wet Wapens en Munitie.
De kans op herhaling aannemelijk is.
Hiervan is sprake indien tegen betrokkene in het afgelopen jaar al 1 of meerdere keren eerder proces-verbaal is opgemaakt voor ernstige verstoring van de openbare orde of voor overtreding van één van de hiervoor genoemde artikelen.
De overtredingen hebben plaatsgevonden in bovengenoemd gebied.
Genoemde strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen liggen ten grondslag aan de verblijfsontzegging omdat hieruit kan worden geconcludeerd dat de openbare orde in het desbetreffende gebied in het geding is door de aanwezigheid van de pleger. Het is niet doorslaggevend of de feiten op straat plaatsvinden, maar er moet wel een relatie met de openbare orde zijn. Zo kan het betreden van een openbare inrichting (bijvoorbeeld een horecabedrijf) wel degelijk relevant zijn voor de openbare orde en ten grondslag kunnen liggen aan een verblijfsontzegging.
IV. Geldigheidsduur van de verblijfsontzegging
Indien een persoon, met in achtneming van de bepalingen van deze beleidsregels / gebruiksinstructie, zich binnen een periode van een jaar na een eerdere aan hem opgelegde verblijfsontzegging zich wederom schuldig maakt aan de gedragingen als bedoeld onder III wordt een verblijfsontzegging opgelegd voor de duur van 14 dagen.
In deze situatie kan worden geconcludeerd dat betrokkene er een openbare orde verstorend Ieefpatroon op na houdt, waarin deze gedragingen meer dan incidenteel voorkomen; derhalve wordt de openbare orde in een relatief kort tijdsbestek zo vaak verstoord dat een verblijfsontzegging voor langere duur geboden en gerechtvaardigd is.
Indien een persoon, met in achtneming van de bepalingen van deze beleidsregels / gebruiksinstructie, zich binnen een periode van een jaar na een eerdere aan hem opgelegde verblijfsontzegging zich wederom schuldig maakt aan de gedragingen als bedoeld onder III wordt een verblijfsontzegging opgelegd voor de duur van 4 weken.
Indien de verdachte toestemming geeft, dient een foto van verdachte gemaakt te worden. Deze foto wordt toegevoegd aan de stukken betreffende de verblijfsontzegging.
Het gebied in Blerick wordt begrensd door Frederik van Eedenstraat (t/m huisnummer 1), Albert Verweijstraat, Nicolaas Beetsstraat, PC Hooftstraat (thv huisnummers 31 t/m 43 ), Alberdingk Thijmstraat thv huisnummers 55 t/m 69) Bilderdijkstraat (thv huisnummers 50 t/m 58), Van Meursstraat en de Dautzenbergstraat (thv huisnummers 73 t/m 85) met inbegrip van deze wegen, voor zover grenzend aan het aangewezen gebied.