Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Hengelo

Verordening parkeerbelastingen 2011

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHengelo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening parkeerbelastingen 2011
CiteertitelVerordening parkeerbelastingen 2011
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201101-01-2018Redactioneel ingetrokken vanwege oude publicatie

10-11-2010

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening parkeerbelastingen 2011

De raad van de gemeente Hengelo;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 september 2010;

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Hengelo 2011

besluit vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2011

(Verordening parkeerbelastingen 2011)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • a.

    RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens1990;

  • b.

    motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

  • c.

    parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden;

  • d.

    houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens;

  • e.

    parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

  • f.

    parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur;

  • g.

    centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Hengelo een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon.

  • h.

    belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;

  • i.

    vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaatsen;

  • j.

    vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend;

  • k.

    autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden;

  • l.

    autodateplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate.

  • m.

    marktvoertuig: een motorvoertuig dat meer dan 6 meter lang is en hoger dan 2,4 meter.

  • n.

    bewonersvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onderdeel a van de Parkeerverordening 2011

  • o.

    bedrijfsvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onderdeel b van de Parkeerverordening 2011

  • p.

    autodate-vergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onderdeel c van de Parkeerverordening 2011

  • q.

    marktvoertuig-vergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onderdeel d van Parkeerverordening 2011

  • r.

    bezoekersvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onderdeel e van de Parkeerverordening 2011

  • s.

    algemene vergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 3, lid 3, onderdeel f van de Parkeerverordening 2011

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘parkeerbelastingen’ worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een belasting ter zake van het parkeren van een voertuig op een bij, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze;

  • b.

    een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een voertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 2.

    Als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

    • a.

      degene die de belasting voldoet, dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

    • b.

      zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel a, heeft plaatsgevonden: de houder van het voertuig, met dien verstande dat:

      • 1e.

        indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huurovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder van het voertuig was, niet de houder maar de huurder wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd;

      • 2e.

        indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het voertuig heeft geparkeerd.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt niet geheven van degene die op de voet van het tweede lid, onderdeel b, als degene die het voertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het voertuig gebruik heeft gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

  • 4.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

Artikel 4 Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften van het parkeren.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte.

Artikel 6 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren, tenzij het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of het internet inloggen op de centrale computer.

  • 2.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 3.

    Indien de belastingplicht als bedoeld in het tweede lid in de loop van het kalenderjaar aanvangt is de naar de jaartarieven geheven belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

  • 4.

    Indien een vergunning als bedoeld in lid 2 met een geldigheidsduur van één jaar in de loop van het jaar wordt ingetrokken, wordt naar evenredigheid restitutie van het parkeergeld verleend over het aantal maanden waarin van de vergunning geen gebruik meer wordt gemaakt, met dien verstande dat de restitutie niet wordt verleend indien het bedrag daarvan minder dan € 20,- bedraagt.

Artikel 7 Termijnen van betaling

  • 1.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de aanvang van het parkeren.

  • 2.

    In afwijking van het bepaalde in het vorige lid moet de belasting overeenkomstig de aangifte worden betaald binnen een maand na het einde van het parkeren, indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een telefoon of internet inloggen op de centrale computer.

  • 3.

    De belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, moet overeenkomstig de aangifte worden betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

  • 4.

    Een naheffingsaanslag moet terstond worden betaald.

Artikel 8 Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a en b, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

Artikel 9 Kosten

De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel a, bedragen € 52,00

Artikel 10 Kwijtschelding

Bij de invordering van deze belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 11 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de parkeerbelastingen.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De ‘Verordening parkeerbelasting 2010’ van 14 december 2009, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2011.

  • 4.

    Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening parkeerbelastingen 2011’.

     

Aldus gedaan door de raad der gemeente Hengelo in zijn openbare vergadering van 10 november 2010

voorzitter, griffier

Tarieventabel behorende bij de Verordening parkeerbelastingen 2011 geldend met ingang van 1 januari 2011

 

I.Plaats

Voor de toepassing van deze tarieventabel wordt uitgegaan van de hierna omschreven gebieden die worden begrensd door de per gebied genoemde wegen of gedeelten van wegen, deze wegen of gedeelten van wegen daaronder begrepen.

Voor het parkeren als bedoeld in artikel 2 geldt als:

 

1.Vergunninggebied 1:

Tot dit gebied behoren de parkeerplaatsen aan de Burg. Jansenstraat, Kloosterterrein, Burg. Jansenplein, Langestraat, Bij de Toren, Beursstraat en de langsparkeerplaatsen aan de Enschedesestraat.

 

2.Vergunninggebied 2

Waarvan de grenzen worden gevormd door de Oldenzaalsestraat, Deldenerstraat, Marskant, Spoorstraat, Industrieplein, Parallelweg LS, Veloursstraat, Wolter ten Catestraat, Drienerstraat, de Wetstraat, Wemenstraat met uitzondering van het autovrije gebied en gebied 1. Plus het Bevrijderslaantje, Heemafstraat, Sherwood Rangers en gedeelten van de Bornsestraat.

 

3. Vergunninggebied 3:

Waarvan de grenzen worden gevormd door de Tuindorpstraat, Ainsworthstraat, Nachtegaalspad, Julianalaan, Willem de Clercqstraat, Industriestraat, Esrein, Langelermaatweg, Berfloweg, Egbertsstraat, Veloursstraat, Parallelweg LS, Industrieplein, Spoorstraat, Marskant, Brugstraat, Dorpsmatenstraat, Prinses Beatrixstraat, Emmaweg, Vondelstraat. Tot dit gebied behoort ook het parkeerterrein aan de Marskant.

 

4. Vergunninggebied 4: Bevat de deelgebieden a en b.

Deelgebied a Het parkeerterrein aan de Drienerstraat en Wolter ten Catestraat

Deelgebied b Het parkeerterrein aan de Enschedesestraat en Wolter ten Catestraat

 

5.Vergunninggebied 5: Bevat de deelgebieden a, b en c.

Deelgebied a Het parkeerterrein aan de Mitchamplein

Deelgebied b Het parkeerterrein aan de Ir. M. Schefferlaan

Deelgebied c Het parkeerterrein aan de Wolter ten Catestraat

 

6.Vergunninggebied 6:

Tot dit gebied behoren de parkeerplaatsen aan de Willem van Otterloostraat, oneven nummers: 1 tot en met 11, en het parkeerterrein Molenborg (Oude Molenweg).

 

7.Vergunninggebied 7: Bevat de deelgebieden a t/m m

Deelgebied a (Thiemsland): Coldstream

Deelgebied b (’t Tuindorp Lansink):Willem de Clercqstraat, Julianalaan, Nachtegaalspad

Deelgebied c (Woolde West): Waarvan de grenzen worden gevormd door deDeldenerstraat, Leliestraat, Rozenstraat, Resedastraat, Johannaweg, Geerdinksweg, Aletta Jacobslaan

Deelgebied d (Weidedorp): Sumatrastraat

Deelgebied e (Hart van Zuid): Waarvan de grenzen worden gevormd door de Esrein, Langelermaatweg, Ottoweg, Loweg.

Deelgebied f (Berflo Es): Waarvan de grenzen worden gevormd door deLangelermaatweg, Berfloweg, Egbertstraat, Parallelweg LS, Adamsweg, Albrechtsweg, Berfloweg, Adriaansweg.

Deelgebied g (Berflo Es Noord): Waarvan de grenzen worden gevormd door deParallelweg LS, Twekkelerweg, Waarbekenweg, Enschedesestraat, Wolter ten Catestraat, Veloursstraat.

Deelgebied h (Afrikaanderbuurt): Waarvan de grenzen worden gevormd door deOldenzaalsestraat, Oude Molenweg, Drienerstraat, de Wetstraat, Wemenstraat.

Deelgebied i (Tichelwerk): Waarvan de grenzen worden gevormd door de Oldenzaalsestraat, Bornsestraat, Beukweg, Iepweg, Dennenbosweg, Ir.M. Schefferlaan, Witte de Withstraat, Jan van Galenstraat, Ir.M. Schefferlaan.

Deelgebied j (Elsbeek): Waarvan de grenzen worden gevormd door deEnschedesestraat, Wolter ten Catestraat, Anninksweg, Drienerparkweg, Woltersweg

Deelgebied k (Dichtersbuurt): Waarvan de grenzen worden gevormd door de Deldenerstraat, Van Lennepstraat, Tuindorpstraat, Vondelstraat, Emmaweg. Dorpsmatenstraat, Brugstraat, Marskant, Willemstraat, Helmersstraat, Tuindorpstraat.

Deelgebied l (Elsbeek West): Waarvan de grenzen worden gevormd door de Anninksweg, Oude Molenweg, Lijsterweg, Spechtstraat, Oude Molenweg, Elsbeekweg, Vinkweg, Bongertsweg.

Deelgebied m (Woolde Oost): Waarvan de grenzen worden gevormd door de Tuindorpstraat, Johannaweg, Irisstraat, Rozenstraat, Leliestraat, Deldenerstraat.

 

 

II Tarieven

 

 

Artikel 1

 

Het tarief voor het parkeren bij parkeerapparatuur als bedoeld in artikel 2, onderdeel a van de verordening bedraagt:

1.1

1.1.1

op alle parkeerterreinen in vergunninggebied 1 met de maximale parkeertijd van 3 uur

per periode van 60 minuten

dan wel per periode van 3 minuten of gedeelte daarvan

1,90

0,10

1.2

1.2.1

op alle parkeerterreinen in vergunninggebied 2 en 4 met de maximale parkeertijd van 3 uur met uitzondering van de parkeerterreinen als bedoeld in vergunninggebied 4 per periode van 60 minuten

dan wel per periode van 4 minuten of gedeelte daarvan

1,60

0,10

1.3

1.3.1

op alle parkeerterreinen in gebied 3, 5, 7 met de maximale parkeertijd van 3 uur met uitzondering van de parkeerterreinen als bedoeld in vergunninggebied 5 per periode van 60 minuten

dan wel per periode van 5 minuten of gedeelte daarvan

1,30

0,10

1.4

1.4.1

in gebied 3 de 2 parkeerplaatsen voor de Rabobank aan de Marskant met de maximale parkeertijd van 30 minuten, voor de periode van 30 minuten

dan wel per periode van 5 minuten of gedeelte daarvan

0,80

0,10

1.5

In gebied 4 op de parkeerterreinen Drienerstraat en Enschedesestraat, waarvoor een maximale parkeertijd van 24 uur geldt, is het tarief per dag maximaal

6,40

1.6

In gebied 5 op de parkeerterreinen Ir. M. Schefferlaan, Mitchamplein en Wolter

ten Catestraat, waarvoor een maximale parkeertijd van 24 uur geldt, is het tarief per dag maximaal

5,20

 

 

Artikel 2 (bewonersvergunning)

 

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de verordening

bedraagt:

2.1

Voor plaatsen gelegen in gebied 1, 2, 3, 4 en 5 die als zodanig worden aangeduid door bord E9 of E10 (P01) uit bijlage I van het RVV 1990 (parkeervergunning bewoners)

 

 

2.1.1

per kalenderjaar

130,70

 

met dien verstande dat indien de vergunning op verzoek wordt ingetrokken

ontheffing wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de verschuldigde

belasting, als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

2.1.2

per kalendermaand of gedeelte daarvan

10,90

2.2

voor plaatsen gelegen in gebied 7 c en e t/m m die als zodanig worden aangeduid door bord E9 of E10 (P01) uit bijlage I van het RVV 1990 (parkeervergunning bewoners)

 

 

2.2.1

per kalenderjaar (voor de eerste auto)

nihil

 

met dien verstande dat indien de vergunning op verzoek wordt ingetrokken ontheffing wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de verschuldigde belasting, als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

 

 

2.2.2

per kalendermaand of gedeelte daarvan

nihil

2.2.3

per kalenderjaar (voor de tweede en volgende auto)

nihil

 

met dien verstande dat indien de vergunning op verzoek wordt ingetrokken ontheffing wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de verschuldigde belasting, als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

 

 

2.2.4

per kalendermaand of gedeelte daarvan

nihil

2.3

voor plaatsen gelegen in deelgebied 7 a,b en d die als zodanig worden aangeduid door bord E9 of E10 (P01) uit bijlage I van het RVV 1990 (parkeervergunning bewoners)

 

 

2.3.1

per kalenderjaar (voor de eerste auto)

65,00

 

met dien verstande dat indien de vergunning op verzoek wordt ingetrokken ontheffing wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de verschuldigde belasting, als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

 

 

2.3.2

per kalendermaand of gedeelte daarvan

5,42

2.3.3

per kalenderjaar (voor de tweede en volgende auto)

130,00

 

met dien verstande dat indien de vergunning op verzoek wordt ingetrokken ontheffing wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de verschuldigde belasting, als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

 

 

2.3.4

per kalendermaand of gedeelte daarvan

10,83

2.4

Voor plaatsen gelegen in gebied 6, die als zodanig worden aangeduid door bord E9 of E10 (P01) uit bijlage I van het RVV 1990,

 

 

2.4.1

per kalenderjaar

33,05

 

met dien verstande dat indien de vergunning op verzoek wordt ingetrokken ontheffing

wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de verschuldigde belasting, als er

in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

2.4.2

per kalendermaand

2,75

 

 

Artikel 3 (bezoekersvergunning)

 

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de verordening

bedraagt:

3.1

voor plaatsen gelegen in gebied 7, die als zodanig worden aangeduid door bord E9 of E10 (P01) uit bijlage I van het RVV 1990 (parkeervergunning bezoekers)

 

 

3.1.1

per uur

0,20

3.1.4

Met een maximum van

100,00

 

 

Artikel 4 (algemene vergunning)

 

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de verordening

bedraagt:

4.1

voor plaatsen gelegen in gebied 7 en 5 die als zodanig worden aangeduid door bord E9 of E10 (P01) uit bijlage I van het RVV 1990

 

 

4.1.1

per kalenderjaar

150,00

 

met dien verstande dat indien de vergunning op verzoek wordt ingetrokken

ontheffing wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de verschuldigde

belasting, als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

4.1.2

per kalendermaand of gedeelte daarvan

12,50

4.2

voor plaatsen gelegen in gebied 1, 2, 3, 4 en 5 die als zodanig worden aangeduid door bord E9 of E10 (P01) uit bijlage I van het RVV 1990 (parkeervergunning algemeen)

 

 

4.2.1

per kalendermaand of gedeelte daarvan

62,60

 

 

Artikel 5 (marktvoertuig-vergunning)

 

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de verordening

bedraagt:

5.1

5.2

voor een vergunning voor het parkeren van marktvoertuigen op een daartoe bijzonder ingericht parkeerterrein voor 1 dag per week, per kalenderjaar of gedeelte daarvan

voor een vergunning voor het parkeren van marktvoertuigen op een daartoe bijzonder ingericht parkeerterrein voor 1 dag per week, per kwartaal of gedeelte daarvan

109,30

54,65

5.3

5.4

Voor een vergunning voor het parkeren van marktvoertuigen op een daartoe bijzonder ingericht parkeerterrein voor 2 dagen per week, per kalenderjaar of gedeelte daarvan

voor een vergunning voor het parkeren van marktvoertuigen op een daartoe bijzonder ingericht parkeerterrein voor 2 dagen per week, per kwartaal of gedeelte daarvan

218,60

109,30

 

 

Artikel 6 (bedrijfsvergunning)

 

Het tarief voor een parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, onderdeel b, van de verordening

bedraagt:

6.1

voor plaatsen gelegen in gebied 7 a, b en d die als zodanig worden aangeduid door bord E9 of E10 (P01) uit bijlage I van het RVV 1990

 

 

6.1.1

per kalenderjaar

150,00

 

met dien verstande dat indien de vergunning op verzoek wordt ingetrokken

ontheffing wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de verschuldigde

belasting, als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

6.1.2

per kalendermaand of gedeelte daarvan

12,50

6.2

voor plaatsen gelegen in gebied 7 c en e t/m m die als zodanig worden aangeduid door bord E9 of E10 (P01) uit bijlage I van het RVV 1990

 

 

6.2.1

per kalenderjaar (voor de eerste auto)

nihil

 

met dien verstande dat indien de vergunning op verzoek wordt ingetrokken ontheffing wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de verschuldigde belasting, als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

 

 

6.2.2

per kalendermaand of gedeelte daarvan

nihil

6.2.3

per kalenderjaar (voor de tweede en volgende auto)

nihil

 

met dien verstande dat indien de vergunning op verzoek wordt ingetrokken ontheffing wordt verleend over zoveel twaalfde gedeelten van de verschuldigde belasting, als er in dat jaar nog volle kalendermaanden overblijven.

 

 

Behorende bij raadsbesluit van 10 november 2010,

De griffier van de gemeente Hengelo,