Organisatie | Ermelo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieverordening monumenten 2010 gemeente Ermelo |
Citeertitel | Subsidieverordening monumenten gemeente Ermelo 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is vervangen door de Subsidie onderhoud en restauratie gemeentelijke monumenten gemeente Ermelo.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-04-2014 | 10-04-2014 | intrekking | 25-03-2014 Ermelo's Weekblad, 09-04-2014 | 2013-09024, 13042150 | |
01-10-2010 | 10-04-2014 | Nieuwe regeling | 02-06-2010 Ermelo's Weekblad | Onbekend |
SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN
De raad van de gemeente Ermelo;
gezien het voorstel van het college van 6 mei 2010, nr. 10014168;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
besluit vast te stellen de volgende Subsidieverordening monumenten 2010 gemeente Ermelo
De gemeenteraad kan de werkingssfeer van deze verordening of onderdelen daarvan naar tijd en plaats
beperken. In het belang van de monumentenzorg kan het college afwijken van de bepalingen van deze verordening. Het college zal hiertoe niet overgaan dan nadat de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit gehoord is.
De voor 1 april, van het jaar waarin de werkzaamheden uitgevoerd worden, ingediende aanvragen subsidie worden verleend afhankelijk van de bouwkundige staat van het gemeentelijke monument, de datum van binnenkomst, de aard van de werkzaamheden, het beschikbare budget van de gemeente Ermelo en eventueel benodigde onherroepelijke bouw- en/of monumentenvergunningen.
Hoofdstuk 2. De aanvraag, verlenen, vaststellen en uitbetalen van subsidie
De subsidie wordt niet verleend indien:
de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden te staan in redelijke verhouding tot het te verkrijgen resultaat of het pand na het treffen van de voorzieningen uit het oogpunt van de monumentenzorg volgens het college niet aan redelijke eisen voldoet of de karakteristiek van het gemeentelijke monument wordt aangetast;
voor hetzelfde onderdeel van het monument waarvoor subsidie is vastgesteld binnen relatief korte termijn een nieuwe aanvraag monumentensubsidie wordt ingediend welke te wijten is aan het onvoldoende of geen gevolg geven aan het in redelijke staat van onderhoud houden van het gemeentelijke monument of te wijten is aan slecht vakmanschap, zulks ter beoordeling van het college; of
Zolang de subsidie niet is vastgesteld is het college bevoegd de subsidieverlening in te trekken dan wel te verlagen indien:
a. activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;
b. de subsidieontvanger niet voldaan heeft aan de aan subsidieverlening verbonden verplichtingen;
c. blijkt dat de eigenaar onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag subsidieverlening zou hebben geleid, zulks ter beoordeling van het college;
d. de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten;
e. voor zover veranderende omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie verzetten;
f. werkzaamheden op grond van deze verordening niet sober en doelmatig zijn uitgevoerd;
g. de werkzaamheden niet binnen 24 maanden na dagtekening van de beschikking tot subsidieverlening zijn voltooid, tenzij een verzoek tot uitstel is ingediend.
Bij de vaststelling van de subsidiabele kosten wordt uitgegaan van de subsidieverlening. De subsidievaststelling kan nooit meer bedragen dan de verleende subsidie.
Uitbetaling van een op grond van deze verordening verleende subsidie heeft plaats nadat:
a. de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden schriftelijk bij het college zijn gereed gemeld onder indiening van de daarop betrekking hebbende gegevens;
b. de werkzaamheden zijn gecontroleerd en in overeenstemming zijn met de uitvoeringsvoorschriften en akkoord zijn bevonden;
c. de rekening(en) en betaalbewijzen inzake de uitgevoerde werkzaamheden alsmede de totale kostenopstelling waarin de verrichte werkzaamheden akkoord zijn bevonden door de gemeente of een door de gemeente aangewezen onafhankelijke deskundige instantie;
d. door overmaking op een rekening bij een Nederlandse gevestigde bankinstelling ten gunste aan degene aan wie subsidie is verstrekt.
Hoofdstuk 3. Subsidiabele werkzaamheden onderhoud en restauratie
Aan de eigenaar van een gemeentelijk monument kan een subsidie worden verstrekt in de onderhouds- en restauratiekosten.
Onder subsidiabele onderhoudskosten worden verstaan die kosten welke worden gemaakt voor het:
Onder subsidiabele restauratiekosten worden verstaan:
a.Casco: kosten van herstel van het casco, dat wil zeggen de hoofdstructuur van het monument bestaande uit de dragende onderdelen en het omhulsel, te weten: dak-, kap- en gebintconstructie, vloeren, balklagen, dragende muren, fundering, kelder, gewelven, mits uit cultuurhistorisch oogpunt verantwoordt uitgevoerd.
Kosten ten behoeve van het aanbrengen van een dakbeschot zijn subsidiabel waar dit niet aanwezig is en voor zover hiertoe een constructieve noodzaak bestaat. Indien de voorkeur wordt gegeven aan isolerende dakplaten kan de helft van de kosten in de meeste gevallen als subsidiabel worden aangemerkt.
Alle in artikel 3.2 sub a tot en met p van deze verordening vermelde kostensoorten die:
- tegelijk worden uitgevoerd met een algehele restauratie respectievelijk algeheel cascoherstel en/of;
- betrekking hebben op onderdelen die afzonderlijk of in hun gezamenlijkheid een aanzienlijk/substantieel deel van het gehele gebouw beslaan (grootonderhoud).
b. Monumentale onderdelen: herstel van afzonderlijke monumentale onderdelen (in- en exterieur) al dan niet in combinatie met herstel van het casco, zoals opgenomen in redengevende beschrijving van monument, waaronder schouwen, vloeren, trappartijen, plafonds (hout, sleutelstukken, stuc), schilderingen, pleister- en schilderwerk als gevolg van restauratiewerk, bijzonder behang, raam- en deurpartijen met omlijsting, gevelonderdelen kroonlijsten, mits uit cultuurhistorisch oogpunt verantwoord uitgevoerd.
c. Casco + monumentale onderdelen: reconstructies van verdwenen of in latere tijd gewijzigde onderdelen indien deze wijzigingen afbreuk doen aan de monumentale waarde van het geheel, mits uit cultuurhistorisch oogpunt verantwoord uitgevoerd. Kosten van functieverbetering, mits uit cultuurhistorisch oogpunt verantwoord uitgevoerd.
d. Herstel van specifieke technische installaties in monumenten van bedrijf en techniek, bijvoorbeeld stoommachines, dieselmotoren, raamzagen en persen.
e. Het aanbrengen van technische installaties ten behoeve van bescherming van zeer waardevolle interieurelementen, bijvoorbeeld verwarming of luchtbevochtigingsinstallaties.
Het college kan in bijzondere gevallen ontheffing verlenen van de bepalingen en voorschriften van deze verordening of bijzondere voorschriften stellen.
De Algemene wet bestuursrecht (Awb) is van toepassing op de gemeentelijke subsidie- en uitbetalingbeschikkingen.
De Subsidieverordening monumenten 2009 gemeente Ermelo en alle voorgaande subsidieverordeningen monumenten worden ingetrokken.
Aanvragen om vergunning die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening worden afgehandeld met inachtneming van de in artikel 4.3 ingetrokken verordening.
Uitvoeringsvoorschriften subsidieverordening monumenten 2010 gemeente Ermelo
Alle bij de voorbereiding, planvorming, uitvoering en controle van onderhouds- en restauratiewerkzaamheden betrokken partijen (eigenaar, architecten, opzichters, aannemers, uitvoerders, onderaannemers, ambtenaren bouw- en woningtoezicht etc.) dienen, voordat met de werkzaamheden een aanvang wordt gemaakt, van deze uitvoeringsvoorschriften op de hoogte te worden gebracht. Dit dient desgewenst schriftelijk door subsidieaanvrager te worden aangetoond.
2. Metselwerk, voegwerk en pleisterwerk
5. Zinkwerk, koperwerk en loodwerk
Het loodwerk dient in minimaal 20 kg/m², uitsluitend met koper vernageld te worden uitgevoerd. Het gebruik van gegalvaniseerde nagels is niet toegestaan.
Het lood op hoekkepers en nokken dient in minimaal 25 kg/m² (NHL 25), in meterstukken met gefelste naden te worden uitgevoerd. Op iedere felsnaad dient een klang ter bevestiging te worden aangebracht. Ieder stuk lood dient slechts in het midden te worden vernageld met koperen nagels. Eventueel zichtbare koperen nagels dienen met trotseerloodjes te worden afgedekt.
Toepassing van betonpannen is niet toegestaan. Het dak dient met keramische dakpannen te worden gelegd. De toepassing van Oudhollandse pannen dient in samenhang met DRAKAventifolie te geschieden. De folie dient bij dakdoorbrekingen en opgaand muurwerk voldoende te worden opgezet. Bij voorkeur dienen oude (gebruikte) pannen in plaats van nieuw gebakken pannen te worden toegepast.
Het glaswerk dient in enkel glas (in stopverf gezet) en in principe zonder gebruikmaking van glaslatten te worden uitgevoerd. Glaslatten mogen slechts worden toegepast in situaties waar dit historisch juist is. Ten aanzien van de detaillering van glaslatten wordt verwezen naar de voorschriften 3.1 en 3.2.