Artikel 1 Begripsbepalingen
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
de wet: de Wet op de Kansspelen;
- b.
Speelautomatenbesluit: Koninklijk Besluit van 23 mei 2000 Staatsblad
2000, 223, houdende regels ter uitvoering van titel VA van de
Wet;
- c.
speelautomaat: een speelautomaat, als bedoeld in artikel 30 van de
Wet;
- d.
speelautomatenhal: een inrichting, bestemd om het publiek
gelegenheid te geven een spel door middel van onder anderen
speelautomaten te beoefenen, als bedoeld in artikel 30c, eerste lid,
onder c van de Wet;
- e.
ondernemer: de natuurlijke of rechtspersoon, die de
speelautomatenhal exploiteert;
- f.
beheerder: degene die, eventueel tezamen met anderen, met het
dagelijks toezicht en de onmiddellijke leiding in de
speelautomatenhal is belast;
- g.
openbare weg: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer
openstaande wegen of paden, daaronder begrepen de daarin gelegen
bruggen en duikers, de tot die wegen of paden behorende bermen en
zijkanten, alsmede kampeerplaatsen en de aan de wegen of paden
liggende en als zodanig aangeduide parkeerterreinen;
- h.
Algemene wet bestuursrecht: Wet van 4 juni 1992, Staatsblad 315.
Artikel 2
- 1.
Het is verboden zonder vergunning van de Burgemeester een
speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.
- 2.
De Burgemeester kan uitsluitend vergunning verlenen voor maximaal één
(1) speelautomatenhal in het gedeelte van de gemeente, dat op de bij
deze verordening als bijlage I behorende en als zodanig gewaarmerkte
kaart met een zware zwarte ondoorbroken rand is omgrensd.
- 3.
- A.
De vergunning, als bedoeld in het tweede lid van dit artikel, wordt
verleend voor één (1) speelautomatenhal met maximaal 45 speelautomaten,
onder de voorwaarde dat de ondernemer met betrekking tot de
speelautomaten in het kader van de productdifferentiatie en op grond van
het bepaalde in artikel 30n van de Wet jo artikel 13 van het
Speelautomatenbesluit een “ideale mix” opstelt, de door de gemeenteraad
beoogde en in de beleidsstukken opgetekende kwaliteit in zijn concept
garandeert, alsmede inhoud geeft aan de door de gemeenteraad
vastgestelde uitgangspunten.
- B.
Indien de ondernemer op een deugdelijke wijze aantoont dat een
-uit bedrijfseconomisch oogpunt- redelijke exploitatie van de
speelautomatenhal niet mogelijk is, kan de Burgemeester toestaan
dat een groter aantal speelautomaten in de speelautomatenhal
worden geplaatst, dan wel wordt gekozen voor een andere mix van
speelautomaten, waartoe een gemotiveerd verzoek door de
ondernemer zal worden ingediend.
Artikel 3
De aanvraag om een vergunning dient in ieder geval de in artikel 4:2 van de
Algemene wet bestuursrecht genoemde gegevens te bevatten. Daarnaast dient de
aanvrager bij zijn aanvraag tevens te overleggen:
- a.
een nauwkeurige beschrijving en plattegrond van de totale
inrichting, alsmede de gescheiden ingangen van de speelautomatenhal
en de ruimte met andere voorzieningen, waarbij in specialis voor de
speelautomatenhal geldt dat de oppervlakte daarvan en de plaats in
de speelautomatenhal waar de verschillende soorten speelautomaten
worden opgesteld, dienen te worden vermeld;
- b.
een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en
Fabrieken;
- c.
een bewijs waaruit blijkt wat de totale investering is en dat deze
met voldoende zekerheden is afgedekt met een financiering, dan wel
uit eigen middelen kan worden gefinancierd;
- d.
een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte
te beschikken;
- e.
een verklaring omtrent het gedrag:
- -
van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een
rechtspersoon is, van degene(n) die de onderneming krachtens
de (eventueel bij te voegen) statuten
vertegenwoordigt
- -
- f.
een bewijs dat in de speelautomatenhal sprake is van een
toegangscontrole, waarbij de leeftijd op deugdelijke wijze
wordt gecontroleerd;
- g.
een bewijs van lidmaatschap van de VAN Speelautomaten
brancheorganisatie;
- h.
een bewijs waaruit blijkt dat de ondernemer voornemens is in
het eerste jaar van de exploitatie van de speelautomatenhal
een KEMA-keur-certificaat te verkrijgen.
- i.
een plan waarin de aanvrager aangeeft op welke wijze hij
concreet bijdraagt aan het gemeentelijk
gokverslavingsbeleid.
- j.
een verklaring als bedoeld in artikel 5, lid 2
Speelautomatenbesluit waaruit blijkt dat bedrijfsleiders en
beheerders beschikken over voldoende kennis en inzicht met
betrekking tot het gebruik van speelautomaten en de daaraan
verbonden risico´s van gokverslaving;
Artikel 4
Alvorens op de aanvraag te beslissen volgt de Burgemeester, indien hij
voornemens is, vergunning te verlenen, de Openbare voorbereidingsprocedure,
als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 5
- 1.
Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de in artikel 3 gestelde
eisen, wordt de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid gesteld
binnen twee weken, nadat hem dit is medegedeeld, de aanvraag aan te
vullen of te verbeteren.
- 2.
Indien de vergunningaanvrager van de in het voorgaande lid bedoelde
gelegenheid geen gebruik maakt, zal de Burgemeester de aanvrager in zijn
aanvraag niet-ontvankelijk verklaren.
Artikel 6
- 1.
De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer
en is niet overdraagbaar.
- 2.
In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.
- 3.
Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze
hebben in elk geval betrekking op:
- a.
de sluitingstijden van de speelautomatenhal;
- b.
het toezicht in de speelautomatenhal;
- c.
het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;
- d.
de exploitatie en de inrichting van de hal;
- e.
- f.
toegangscontrole en toegangsbewijs;
- g.
- h.
KEMA-keurcertificaat van de speelautomatenhal.
- i.
de duur van de vergunning.
Artikel 7
- 1.
De vergunning wordt geweigerd, indien:
- a.
reeds een vergunning voor een speelautomatenhal is
verleend;
- b.
de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de
openbare weg voor het publiek toegankelijk is;
- c.
de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben)
bereikt;
- d.
de ondernemer onder curatele staat of bewind is ingesteld over
één of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld in Boek
1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;
- e.
door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel
van de Burgemeester, de gemeenteraad gehoord hebbende, de leef-
en woonsituatie in de naaste omgeving of het karakter van de
winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig wordt
beïnvloed en de ondernemer een redelijke termijn is gegund deze
aanwezigheid te verbeteren;
- f.
de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd
oplevert met het geldende bestemmingsplan, dan wel een
Stadsvernieuwingsplan c.q. Leefmilieuverordening in de zin van
de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing.
- 2.
De Burgemeester kan gemotiveerd ontheffing verlenen van het
leeftijdsvereiste, gesteld in het vorige lid, onder c.
Artikel 8
- 1.
Indien een overeenkomstig artikel 6 tweede lid van deze verordening in
de vergunning vermelde beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft
verloren, dient de ondernemer, onder overlegging van de in artikel 3
onder d van deze verordening genoemde bescheiden, dit binnen 14 dagen
nadat de in artikel 3 van deze verordening bedoelde verklaring omtrent
het gedrag aan hem, respectievelijk aan degene die ter vervanging van de
hiervoor bedoelde beheerder is aangesteld, is verzonden, te melden aan
de Burgemeester.
- 2.
De vergunning vervalt, indien geen melding is gedaan, binnen zes maanden
na het verlies van de hoedanigheid als bedoeld in het eerste lid van dit
artikel.
Artikel 9
- 1.
De Burgemeester zal de vergunning intrekken:
- a.
indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of
onvolledige opgave is verleend;
- b.
indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de
vergunning is afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie
is ontstaan als bedoeld in artikel 7, eerste lid onder e van
deze verordening;
- c.
indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden
voorschriften en beperkingen;
- d.
indien de exploitatie van een speelautomatenhal, op grond van
een besluit van de ondernemer, voor een periode van langer dan
zes maanden wordt onderbroken;
- e.
indien het KEMA-keurcertificaat wordt verloren door de
ondernemer.
- 2.
Intrekking van de vergunning geschiedt niet, spoedeisende gevallen
uitgezonderd, voordat de vergunninghouder bij aangetekende brief van dit
voornemen in kennis is gesteld. Daarbij wordt hem medegedeeld, dat hij
in de gelegenheid wordt gesteld om in persoon of bij gemachtigde door de
Burgemeester of een door deze aangewezen ambtenaar te worden
gehoord.
Artikel 10
- 1.
Indien een ondernemer komt te overlijden dient, indien voortzetting van
de exploitatie wordt beoogd, binnen drie maanden een nieuwe vergunning
te worden aangevraagd.
- 2.
In alle andere gevallen van wisseling van ondernemer, dient binnen één
maand na deze wisseling van ondernemer een nieuwe vergunning te worden
aangevraagd.
- 3.
Zolang op een tijdig ingediende aanvraag niet is beschikt, is
voortzetting van de exploitatie toegestaan, met inachtneming van de
voorschriften en beperkingen, verbonden aan de overigens van rechtswege
vervallen vergunning.
Artikel 11
Gedragingen in strijd met artikel 2 van deze verordening en van de krachtens
dat artikel gegeven voorschriften, wordt -gezien artikel 31 van de Wet op de
Kansspelen, voorzover dit opzettelijk is begaan, gekwalificeerd als misdrijf
en gestraft met hechtenis van ten hoogste twee jaren of geldboete van de
vierde categorie. Voorzover sprake is van een overtreding is sprake van een
hechtenis van ten hoogste zes maanden of een geldboete van de vierde
categorie.
Artikel 12
De opsporing van de in artikel 11 van deze verordening strafbaar gestelde
feiten is, behalve aan de in artikel 141 van het Wetboek van strafvordering
genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen die door Burgemeester en
Wethouders met de zorg voor de naleving van deze verordening zijn belast,
ieder voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn
vermeld.
Artikel 13
Zo dikwijls de zorg voor de naleving van het bij of krachtens deze
verordening bepaalde dit vereist, wordt de bevoegdheid te allen tijde de
speelautomatenhal, desnoods tegen de wil van de ondernemer, te betreden,
verleend aan de ambtenaren:
- a.
die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met de
uitvoering van bestuursdwang ter handhaving van het bepaalde bij of
krachtens deze verordening;
- b.
die en voor zover zij door het bevoegd gezag belast zijn met het
toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze
verordening;
- c.
die en voor zover zij belast zijn met de opsporing van overtredingen
van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
Artikel 14
Deze verordening geldt voor onbepaalde tijd en treedt in werking op de
eerste dag na verstrijken van een termijn van zes weken na de datum van haar
bekendmaking.
Artikel 15
Deze verordening kan worden aangehaald als “Speelautomatenhalverordening
West Maas en Waal”.