Organisatie | Zaanstad |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | RIOOLAANSLUITINGSVERORDENING |
Citeertitel | Rioolaansluitingsverordening |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | openbare gezondheid en milieuhygiëne |
Deze verordening is vanaf 1-1-2021 opgenomen in de Verordening fysieke leefomgeving Zaanstad (VFL)
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-1998 | 26-03-1998 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 26-03-1998 Gemeenteblad 1998 nr. 12, dd. 31-03-1998 | raadsvoorstel 1998 nr. 3 |
Hoofdstuk 1 Begripsomschrijving
Hoofdstuk 2 Bepalingen omtrent de aansluiting aan het openbaar riool en de aansluiting op een systeem voor IBA
Onverminderd de vereiste publiekrechtelijke vergunningen kan een aansluiting op het openbaar riool slechts worden verkregen indien is, onderscheidenlijk zal worden, voldaan aan het bepaalde in de volgende artikelen van dit hoofdstuk.
Op een nader door het college van burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip kan onder alsdan te stellen eisen aan het verzoek van rechthebbende om aansluiting de voorwaarde worden verbonden dat de voorziening voor afvalwater en fecaliën van gebouwen en bouwwerken als gescheiden stelsel wordt uitgevoerd, onderscheidenlijk het gescheiden stelsel wordt aangepast.
Rechthebbende is verplicht op een nader door het college van burgemeester en wethouders te bepalen tijdstip de bij hem in beheer zijnde septictanks op zijn kosten buiten werking te stellen.
Het 'dienstriool' wordt door of vanwege de gemeente aangelegd op kosten van de rechthebbende, met dien verstande dat bij een gemengd stelsel ten minste één aansluiting en bij een gescheiden stelsel ten minste twee aansluitingen worden gelegd, een en ander ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders.
In de voorziening voor afvalwater en fecaliën, van direct aan gemeentegrond grenzende gebouwen en bouwwerken, die kan worden aangesloten op het openbaar riool, dient een ontstoppingsstuk of de controleput, op een afstand van minimaal 50 centimeter tot maximaal 1 meter uit de kadastrale eigendomsgrens verwijderd, aangebracht te worden.
De binnenonderkant van de voorziening voor de afvoer van afvalwater en fecaliën van gebouwen en bouwwerken, die kan worden aangesloten op het openbaar riool, dient niet lager dan 20 centimeter boven het ter plaatse geldende peil (Zaanpeil, polderpeil, onderscheidenlijk schermerboezempeil, of Noordzeekanaalpeil) en waterdicht te worden aangelegd, waarbij voor het Noordzeekanaal wordt uitgegaan van een peil van 40 centimeter - N.A.P.
Het college van burgemeester en wethouders stelt jaarlijks vóór 1 december de bedragen vast waartegen gedurende het daarop volgend jaar het aansluiten aan het openbaar riool, middels de aanleg van een dienstriool, met inbegrip van het hulpstukken, aansluitingsputten en putdeksels alsmede de kosten van eventuele herbestrating en plantsoenherstel wordt verzorgd, onderscheidenlijk medewerking wordt verleend aan het aansluiten op een systeem voor IBA .
Hoofdstuk 3 Bepalingen omtrent onderhoud, herstel onderscheidenlijk vernieuwing
Onderhoud, herstel onderscheidenlijk vernieuwing van de voorziening voor afvalwater en fecaliën van gebouwen en bouwwerken, alsmede van een IBA dient te geschieden door en voor rekening van de rechthebbende.
Indien na onderzoek door of vanwege het college van burgemeester en wethouders blijkt dat onderhoud, herstel onderscheidenlijk vernieuwing van het dienstriool noodzakelijk is als gevolg van verstoppingen, verwaarlozing dan wel ander - naar het oordeel van het college van burgemeester en wethouders - kennelijk onjuist gebruik van de voorziening voor afvalwater en fecaliën van gebouwen en bouwwerken, dan wordt hierin door de gemeente voorzien voor rekening van de rechthebbende, de kosten van bedoeld onderzoek daarbij inbegrepen.
Wanneer ten behoeve van het aanleggen, het vernieuwen, het herstellen respectievelijk het onderhouden van het dienstriool op of in het perceel waarvoor de aansluiting dient, werkzaamheden moeten worden uitgevoerd of dit perceel moet worden betreden, dient zulks te worden toegestaan.
Indien tengevolge van onderhoud, herstel of vernieuwing van de voorziening voor afvalwater en fecaliën van gebouwen en bouwwerken de aansluiting op het dienstriool opnieuw moet worden aangebracht, dient zulks te geschieden op aanwijzing en tot genoegen van het college van burgemeester en wethouders door en voor rekening van de rechthebbende.
Rechthebbende neemt ten opzichte van de gemeente Zaanstad alle aansprakelijkheid op zich voor ongevallen alsmede schade, die uit het gebruikmaken van de aansluiting kunnen voortvloeien en vrijwaart uit dien hoofde de gemeente Zaanstad voor alle gevolgen van vorderingen van derden wegens ongevallen en schaden.