Organisatie | Doetinchem |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Exploitatieverordening gemeente Doetinchem 2006 |
Citeertitel | Exploitatieverordening gemeente Doetinchem 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-04-2006 | 10-12-2016 | Nieuwe regeling | 23-03-2006 Doetinchems Vizier | Onbekend |
In deze verordening wordt verstaan onder:
exploitatiegebied: het als zodanig door het college van burgemeester en wethouders, danwel door de gemeenteraad aangewezen gebied, waarvan de exploitant respectievelijk exploitanten op basis van de regels van deze verordening bijdraagt respectievelijk bijdragen aan de ten behoeve van dat gebied te treffen voorzieningen van openbaar nut;
(medewerking verlenen aan) in exploitatie brengen: het (medewerking verlenen aan het) treffen van voorzieningen van openbaar nut en anderszins waardoor onroerende zaken die in het exploitatiegebied liggen gebaat worden, dat wil zeggen geschikt of beter geschikt voor bebouwing worden, danwel anderszins in een voordeliger positie komen te verkeren;
(treffen van) voorzieningen van openbaar nut: het verrichten van onder andere de in lid b van dit artikel vermelde werken en werkzaamheden binnen een exploitatiegebied, alsmede het verrichten daarvan buiten het exploitatiegebied voorzover door deze werken en werkzaamheden de binnen het exploitatiegebied liggende onroerende zaken direct, danwel indirect gebaat zijn.
De volgende werken en werkzaamheden worden ten minste beschouwd als voorzieningen van openbaar nut in de zin van deze verordening:
-- het dempen van sloten en verrichten van grondwerk met inbegrip van het egaliseren, ophogen en afgraven van percelen;
het realiseren van alle weg- en waterbouwkundige werken, waaronder wegen, parkeervoorzieningen, pleinen, trottoirs, voet- en rijwielpaden, straatmeubilair, alsmede waterpartijen, watergangen, drainages, infiltraties, wadi's, bruggen, tunnels, viaducten en alle andere rechtstreeks met de aanleg daarvan verband houdende werken;
het treffen van milieutechnisch, ecologisch en archeologisch noodzakelijke maatregelen en voorzieningen ter uitvoering van een bestemmingsplan, zoals geluidsvoorzieningen en voorzieningen in relatie tot de luchtkwaliteit, noodzakelijke verplaatsing van milieu-hinderlijke bedrijven buiten het exploitatiegebied en groen-, bos- of natuurcompensatie, danwel het veiligstellen van archeologische vondsten;
Voorzieningen van openbaar nut worden door en/of vanwege de gemeente aangelegd, tenzij de aanleg behoort tot de taken van een ander overheidslichaam, nutsbedrijf of het college van burgemeester en wethouders uitdrukkelijk heeft ingestemd met gehele of gedeeltelijke aanleg door of in opdracht van de exploitant. Het college van burgemeester en wethouders neemt geen besluit om aanleg door de exploitant toe te staan dan nadat gebleken is dat een kwalitatief goede en duurzame uitvoering zowel feitelijk als financieel is gewaarborgd, daartoe voldoende garantie is gesteld, de door de gemeente noodzakelijk geachte regierol voldoende kan worden gevoerd en ook overigens geen zwaarwegende of beleidsmatige belemmeringen voor een zodanige werkwijze bestaan.
Artikel 2 Kosten van exploitatie
Voor de berekening van kosten en de vaststelling van exploitatiebijdragen, wordt onder kosten van in exploitatie brengen begrepen:
De inbrengwaarde van de binnen het exploitatiegebied door de gemeente in te brengen gronden, bestaande uit:
De waarden bedoeld in sub 1 en 2 worden vastgesteld op basis van marktwaardeberekening, doch niet lager dan het totaal van de gemeentelijke kosten van verwerving, beheer inclusief renteverliezen ter zake van die gronden en opstallen.
De kosten van aanleg van voorzieningen van openbaar nut buiten het exploitatiegebied inclusief de verwervingskosten voor de ondergrond, voorzover de binnen het exploitatie-gebied liggende onroerende zaken door deze voorzieningen direct, danwel indirect gebaat zijn, waaronder voorzieningen zoals bedoeld in artikel 1, lid b.
Alle geldelijke gevolgen voor de gemeente van overige werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, in ieder geval:
de kosten van planontwikkeling, planvoorbereiding, planbeheer en plantoezicht; onder deze kosten worden ten minste verstaan: de in- en externe kosten verband houdende met het opstellen of vervaardigen van structuurplannen, bestemmingsplannen, planmatige uitwerkingen of wijzigingen, besluiten tot het verlenen van vrijstelling van een bestemmingsplan alsmede van overige planologische maatregelen voorzover deze nodig zijn voor het in exploitatie brengen, alsmede toe te kennen planschadevergoedingen ex artikel 49 van de WRO;
Artikel 3 Wijze van toerekening
Ingeval er sprake is van meerdere exploitanten in hetzelfde exploitatiegebied, wordt voor de berekening van ieders bijdrage uitgegaan van de gemiddelde kosten, vergoedingen en bijdragen per m2 van het kadastrale oppervlak van het exploitatiegebied, te vermenigvuldigen met een factor voor ligging, een factor voor toekomstige bestemming en een factor voor de objectieve gebruiksmogelijkheid van de onroerende zaken waaraan het profijt wordt toegerekend.
Indien op de in dit artikel onder a beschreven wijze de verschillen in profijt van de van gemeentewege getroffen voorzieningen van openbaar nut niet voldoende tot uitdrukking komen in de wijze van toerekening, geschiedt de toerekening op basis van een nader door burgemeester en wethouders te bepalen grondslag die beter uitdrukking geeft aan de aanwezige verschillen in profijt.
Artikel 4 Vaststelling exploitatiebijdrage
De exploitant betaalt als bijdrage in de kosten, verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, het bedrag dat volgens de voorgaande bepalingen aan zijn onroerende zaak wordt toegerekend, vermeerderd met de kosten van kadastrale uitmeting en dergelijke.
Indien en voorzover artikel 2 onder b en/of artikel 5 b, sub 4 van toepassing is, wordt de exploitatiebijdrage verminderd met de inbrengwaarde van de bij de exploitant in eigendom zijnde en voor exploitatie bedoelde gronden en van de gronden die zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut door de exploitant die aan de gemeente worden afgestaan.
De waarde van de in lid a, tweede volzin bedoelde grond die door de exploitant is ingebracht, wordt door de gemeente en de exploitant gezamenlijk door middel van taxatie vastgesteld.
Indien hierover geen overeenstemming kan worden bereikt, wordt deze waarde vastgesteld door een commissie van drie deskundigen, van wie één aan te wijzen door de gemeente, één door de exploitant en een derde door de beide reeds aangewezen deskundigen of, indien zij het daarover niet eens kunnen worden, door de terzake bevoegde kantonrechter.
Artikel 5 Inhoud exploitatieovereenkomst
De voorwaarden waaronder de gemeente medewerking verleent aan het in bouwexploitatie brengen van gronden, worden vastgelegd in een door of vanwege de gemeente op te stellen exploitatieovereenkomst. Van de exploitatieovereenkomst wordt een notariële akte opgemaakt indien de exploitatieovereenkomst mede een grondtransactie initiëert.
De overeenkomst bevat - voorzover van toepassing - onder meer bepalingen inzake:
in gevallen waarbij het college van burgemeester en wethouders besluit de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de door de gemeente aan te leggen voorzieningen van openbaar nut aan de exploitant op te dragen: de opdracht of aanlegverplichting en sluitende waarborgen voor tijdige en kwalitatief goede en duurzame uitvoering en voorde nakoming van de financiële verplichtingen van de exploitant;
aanvullende voorwaarden ter waarborging van een goede en tijdige uitvoering van de werkzaamheden en van de door het college, danwel de raad vastgestelde beleidsdoeleinden met betrekking tot het gebruik, de exploitatie en het beheer van het exploitatiegebied.
c.Het college van burgemeester en wethouders beslist tot het aangaan van een exploitatieovereenkomst.
Artikel 6 Aanvraag voor medewerking
Het college van burgemeester en wethouders reageert op een schriftelijke aanvraag om medewerking bedoeld in lid a van dit artikel, hetzij met een weigering op grond van artikel 7, hetzij met een aanhouding op grond van lid d van dit artikel, hetzij met de aanbieding van een conceptovereenkomst, binnen zes maanden na de dag waarop de aanvraag is ontvangen. Deze termijn kan onder vermelding van de redenen daarvoor door het college van burgemeester en wethouders worden verlengd met een maximum van nogmaals zes maanden.
De reactie op de aanvraag kan in ieder geval worden aangehouden:
ingeval voorzienbaar is dat de in artikel 7 genoemde belemmeringen op korte termijn kunnen worden weggenomen tot vier weken nadat deze belemmeringen zijn weggenomen.
d.Ingeval door het college van burgemeester en wethouders een aanvraag voor een bouwvergunning, eventueel in combinatie met een aanvraag voor vrijstelling, wordt ontvangen, waarbij in geval van verlening van de vrijstelling en/of bouwvergunning van gemeentewege voorzieningen van openbaar nut moeten worden getroffen of anderszins overeenkomstig deze verordening medewerking dient te worden verleend, wordt hiervan zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval voor de beslissing op de aanvraag mededeling gedaan aan de aanvrager. Daarbij zal een zo nauwkeurig mogelijke raming van de voor rekening van de exploitant komende exploitatiebijdrage worden verstrekt.
Artikel 7 Weigeringsgronden voor een exploitatieovereenkomst
De medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden behoeft onder meer niet te worden verleend indien:
Artikel 8 Relatie baatbelasting
In een gebied waarvoor een bekostigingsbesluit is genomen ten behoeve van een eventuele heffing van baatbelasting, zal, indien de exploitant een exploitatieovereenkomst aangaat, in de overeenkomst worden bepaald dat, met betrekking tot de uitvoering van de in deze overeenkomst genoemde voorzieningen van openbaar nut, geen aanvullend kostenverhaal op basis van baatbelasting ten laste van de desbetreffende onroerende zaak zal plaatsvinden.
Artikel 9 Voorzieningen van ondergeschikt belang
De artikelen 4 en 5 van deze verordening zijn niet van toepassing ingeval de medewerking uitsluitend wordt gevraagd voor voorzieningen van openbaar nut van ondergeschikt belang, zoals een uitweg op de openbare weg of een aansluiting op het openbare riool, al dan niet in het buitengebied. In dergelijke gevallen besluit het college van burgemeester en wethouders onder welke voorwaarden deze voorzieningen van openbaar nut door of met medewerking van de gemeente zullen worden aangelegd.
Artikel 10 Specifieke overeenkomsten
In de gevallen waarin de gemeentelijke betrokkenheid bij de (her)ontwikkeling van gebieden zodanig groot is dat daarvoor specifieke projectontwikkelingsovereenkomsten met grond-eigenaren dienen te worden aangegaan en de letterlijke toepassing van deze verordening daarvoor belemmeringen opwerpt, kan het college besluiten in de met deze partijen te sluiten overeenkomsten af te wijken van de bepalingen in deze verordening. Het college geeft alsdan de redenen aan die tot toepassing van dit artikel leiden en stelt de specifieke voorwaarden vast voor de te sluiten projectontwikkelingsovereenkomsten, zoals deze voortvloeien uit de door het college geformuleerde beleidsdoelstellingen voor de ontwikkeling van het exploitatiegebied.
Artikel 11 Overgangsbepalingen
Ten aanzien van exploitatiegebieden waarvoor geldt dat op het moment van inwerkingtreding van deze verordening een bekostigingsbesluit is genomen, een exploitatieovereenkomst is afgesloten of de voorzieningen van openbaar nut reeds in uitvoering zijn, vinden de bepalingen van deze verordening voor dat exploitatiegebied, voorzover nodig, op een aan die situatie aangepaste wijze toepassing.
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag, volgend op de dag waarop haar bekendmaking heeft plaatsgevonden.
Op datzelfde tijdstip vervalt de Exploitatieverordening gemeente Doetinchem 2002, vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente d.d. 13 maart 2002 en de Exploitatieverordening gemeente Wehl 1997, vastgesteld bij besluit van de raad van de gemeente d.d. 15 mei 1997 en goedgekeurd door gedeputeerde staten van Gelderland d.d. 26 mei 1997.