Artikel 1: begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Commissie: de commissie Spaarndam;
Spaarndam: het dorp Spaarndam, waarvan de begrenzingen op de bij deze verordening behorende tekening zijn aangegeven;
bestemmingsplan: het bestemmingsplan "Spaarndam beschermd dorpsgezicht".
Artikel 2: taak van de commissie
- 1.
De commissie geeft desgevraagd of ongevraagd advies aan burgemeester en wethouders. Dit gaat over:
- I.
- a.
de toepassing van welstandsbepalingen die in de Woningwet en de haarlemse Bouwverordening zijn opgenomen;
- b.
andere aangelegenheden waarbij het uiterlijk aanzien van het dorp in het geding is of kan zijn.
II. Voor het gebied waarvoor het bestemmingsplan geldt tevens over de toepassing van de voorschriften.
- 2.
Bij haar beraadslagingen laat de commissie zich leiden door de vraag of de plaatsing en het uiterlijk van het object, zowel op zichzelf als in verband met de bestaande omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, aan redelijke eisen van welstand voldoet of zal voldoen. De welstandscriteria genoemd in artikel 9.1 van de Haarlemse Bouwverordening worden hierbij in acht genomen.
- 3.
Bij beraadslagingen over zaken als bedoeld onder lid 1, II, laat de commissie zich tevens leiden door de vraag of er sprake is of kan zijn van aantasting van de schoonheid en het karakter van het beschermd dorpsgezicht.
- 4.
De commissie geeft belanghebbenden op aanvraag advies over de toepassing van het bestemmingsplan.
Artikel 3: samenstelling en voorzitterschap van de commissie
- 1.
De commissie bestaat uit zes leden en heeft de volgende samenstelling:
- -
- -
één architect met deskundigheid op het gebied van restauratie;
- -
één architectuurhistoricus;
- -
twee leden van de dorpsraad Spaarndam;
- -
één stedebouwkundige of architect met deskundigheid op het gebied van stedebouw en openbare ruimte.
- 2.
Burgemeester en wethouders benoemen leden na de commissie te hebben gehoord. Dorpsraadsleden worden benoemd op voordracht van de dorpsraad Spaarndam.
- 3.
De commissie benoemt - uit haar midden - een voorzitter en de vervangers.
Artikel 4: secretaris van de commissie
- 1.
Een ambtelijk secretaris staat de commissie bij. Burgemeester en wethouders stellen de secretaris aan. Deze heeft een raadgevende stem.
- 2.
De secretaris is tevens penningmeester.
- 3.
Burgemeester en wethouders regelen de vervanging.
Artikel 5: zittingsduur
- 1.
Leden worden benoemd voor vier jaar. Zij kunnen worden herbenoemd.
- 2.
Tussentijdse benoeming geldt tot het tijdstip van periodieke aftreding.
- 3.
Leden kunnen altijd schriftelijk ontslag nemen.
- 4.
Degene, die aftreedt of ontslag neemt, blijft zijn werkzaamheden in de commissie verrichten, totdat zijn opvolger de benoeming heeft aanvaard.
Artikel 6: werkwijze
- 1.
De commissie regelt haar werkzaamheden bij huishoudelijk reglement. Burgemeester en wethouders keuren dit goed. Dit geldt ook voor wijzigingen.
- 2.
De commissie komt bijeen:
- a.
na schriftelijke oproep van de voorzitter;
- b.
op verzoek van één van de leden;
- c.
op verzoek van burgemeester en wethouders.
In gevallen bedoeld, onder b en c, belegt de voorzitter de vergadering binnen zeven dagen na de dag van ontvangst van het verzoek.
- 3.
De commissie mag alleen een besluit nemen als minstens vier leden aanwezig zijn. Als het vereiste aantal niet bijeen is, belegt de voorzitter een nieuwe vergadering. Dit gebeurt schriftelijk binnen zeven dagen. In deze vergadering mogen besluiten worden genomen ongeacht het aantal aanwezige leden.
- 4.
De commissie neemt besluiten bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter.
- 5.
Als adviseurs worden aan de commissie toegevoegd:
- -
- -
een stedebouwkundig adviseur van de sector B.W.E., afdeling R.O.;
- -
een bouwtechnisch adviseur van de sector B.W.E., afdeling R.O.;
- -
een adviseur van de sector G.W./B.M.A., onderdeel monumentenbeleid.
Zij hebben een raadgevende stem en ontvangen tijdig een schriftelijke kennisgeving van iedere vergadering.
- 6.
De commissie is bevoegd zich bij haar beraadslagingen door andere personen, op uitnodiging van de voorzitter, te laten bijstaan.
- 7.
Vergaderingen van de commissie, die als onderwerp een aanvraag om bouwvergunning of een melding als bedoeld in de Woningwet hebben, zijn openbaar. In verband met de orde van de vergadering of het belang van een aanvrager of melder, kan de commissie besluiten achter gesloten deuren te vergaderen.
- 8.
Geen lid, plaatsvervangend lid of één van de in het vijfde of zesde lid genoemde personen mag deelnemen aan de beraadslaging over en de vaststelling van een advies waarbij hij direct of zijdelings is betrokken. Hij mag geen opdracht aanvaarden tot het verbeteren van een in de commissie behandeld ontwerp of tot het maken van een nieuw ontwerp.
Artikel 7: advies
1.
- a.
De commissie brengt een advies over een bouwaanvraag uit binnen drie weken, nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht. Als de termijn van afdoening van de aanvraag om bouwvergunning langer is dan de in artikel 46, eerste lid, van de Woningwet genoemde termijn van drie maanden kunnen burgemeester en wethouders in hun verzoek om advies de commissie een langere termijn dan drie weken geven.
- b.
De commissie brengt het advies over de melding uit binnen twee weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.
- 2.
Als de commissie niet binnen de genoemde termijn adviseert is het advies positief, tenzij de commissie buiten machte is te adviseren. Dit wordt binnen de genoemde termijn schriftelijk en gemotiveerd aan burgemeester en wethouders bericht.
- 3.
De commissie adviseert en motiveert schriftelijk. Het advies wordt gevoegd bij de aanvraag om bouwvergunning of de melding en is vanaf dat moment openbaar. Een minderheidsstandpunt wordt in het advies tot uitdrukking gebracht. De secretaris ondertekent het advies.
- 4.
De aanvrager van een bouwvergunning of de melder wordt desgevraagd een afschrift van het advies verstrekt.
Artikel 8: mondelinge toelichting
- 1.
Indien de aanvrager van een bouwvergunning of de melder hierom bij de aanvraag of de melding heeft verzocht, wordt deze door of namens de commissie in staat gesteld tot het geven van een toelichting.
- 2.
In dat geval krijgt de aanvrager of de melder een uitnodiging voor de vergadering van de commissie, waarin de aanvraag wordt behandeld als hiervan sprake is.
Artikel 9: delegatie
- 1.
De commissie is bevoegd de advisering over de zaken als genoemd in artikel 1 te mandateren aan één van haar leden of aan een subcommissie. Dit kan wanneer het gaat om zaken waarover dit lid of de subcommissie de mening van de commissie kent of wanneer deze bekend mag worden verondersteld.
- 2.
Dit is niet van toepassing bij negatieve adviezen.
- 3.
Mandatering wordt in het advies vermeld.
Artikel 10: vergoeding
- 1.
Leden ontvangen een vergoeding wegens vakatie en reis- en verblijfkosten.
- 2.
Burgemeester en wethouders stellen het bedrag van de vergoeding vast.
Artikel 11: diversen
- 1.
De commissie zendt jaarlijks een verslag van haar werkzaamheden aan burgemeester en wethouders. Dit wordt voor de gemeenteraad ter inzage gelegd.
- 2.
In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet en ook bij gerezen geschillen, beslissen burgemeester en wethouders. De commissie wordt om zijn standpunt gevraagd.
Artikel 12: slotbepaling
Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening regelende de taak, samenstelling en werkwijze van de commissie Spaarndam".