Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bibob beleidsregels vergunningen |
Citeertitel | Bibob beleidsregels vergunningen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 01-10-2017 | nieuwe regeling | 05-01-2010 E3-journaal, 06-01-2010 | . |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo,
de burgemeester van de gemeente Venlo,
ieder voor zover het zijn eigen bevoegdheid betreft;
gezien het voorstel van het projectcollege van 19 mei 2009;
gelet op het bepaalde in de Wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur;
mede gelet op de Wet samenvoeging gemeenten Arcen en Velden en Venlo;
tot vaststelling van de navolgende BIBOB beleidsregels vergunningen
De wet BIBOB geeft de gemeente de mogelijkheid zich te beschermen tegen het risico dat criminele activiteiten worden gefaciliteerd. De gemeente verleent immers vergunningen aan burgers en bedrijven. Het kan gebeuren dat deze vergunning wordt gebruikt voor criminele activiteiten. De wet BIBOB biedt gemeenten een instrument om zich tegen dit risico te beschermen. Het doel dat de gemeente Venlo voor ogen staat bij de inzet van het Bibob-instrumentarium is:
In deze beleidslijn wordt ingegaan op de consequenties voor de aanvragers van een Drank- en horecawetvergunning, een exploitatievergunning, een vergunning voor een seksinrichting en/of een escortbedrijf, een speelautomatenhal en een head-, smart- of growshop. Genoemde vergunningen vallen onder de reikwijdte van de wet BIBOB.
De gemeente Venlo benut sinds 1 september 2003 de mogelijkheden van de wet Bevordering Integriteitsbeoordelingen door het Openbaar Bestuur (wet BIBOB) ten volle in de procedure voor de verlening en eventueel intrekking van genoemde. De gemeente Venlo onderzoekt bij de procedure van vergunning verlening (of controle van de vergunning welke kan leiden tot intrekking daarvan) of artikel 3 van de wet BIBOB van toepassing is.
Artikel 3 luidt kort gezegd als volgt:
Een overheidsorgaan kan op basis van de wet BIBOB een vergunning of subsidie weigeren of intrekken wanneer er sprake is van ernstig gevaar dat de beschikking mede gebruikt zal worden voor:
De gemeente Venlo zal bij het indienen van een vergunningaanvraag[1]* een onderzoek instellen om te beoordelen of artikel 3 van de wet BIBOB van toepassing is. Dit onderzoek behelst bij alle genoemde vergunningaanvragen de controle en analyse van:
De door de aanvrager/houder van de vergunning beantwoorde vragen die zijn opgenomen in de Gemeentelijke vragenlijst bij de vergunningaanvragen Drank- en horecawet en Exploitatievergunningen.
Het BIBOB-vragenformulier (als bedoeld in artikel 30 Wet BIBOB) dienen in te vullen;
De gemeente zal de informatie verkregen uit het BIBOB-vragenformulier toetsen aan de informatiebronnen waar zij in het kader van de BIBOB-onderzoek toegang toe heeft. De gemeente zal uiteraard ook de bestaande weigeringsgronden die te maken hebben met de integriteit van de aanvrager onderzoeken en toepassen. Als de gemeente op basis van het eigen onderzoek in het kader van de Wet BIBOBgenoeg aanwijzingen heeft om in redelijkheid te kunnen aantonen dat er sprake is van “ernstig gevaar” als bedoeld in de Wet BIBOB, zal de gemeente de vergunning weigeren/intrekken. Wanneer het gemeentelijke vragenformulier en/of het BIBOB-vragenformulier (op grond van artikel 30 Wet BIBOB) niet volledig worden ingevuld door de aanvrager, zal dit op grond van art. 4 Wet BIBOB worden aangemerkt als ”ernstig gevaar”.
Indien na dit gemeentelijke onderzoek vragen blijven bestaan over de bedrijfsstructuur, de financiering, en de omstandigheden in de persoon van de aanvrager dan behoudt de gemeente zich het recht voor advies te vragen bij het landelijk bureau BIBOB(artikel 9 Wet BIBOB). Het landelijk bureau zal in dat geval een nader onderzoek instellen. De aanvrager/houder van de vergunning zal hierover worden geïnformeerd door de gemeente.
Het aanvragen van een advies bij het bureau BIBOBis geen beschikking in de zin van de Algemene Wet bestuursrecht. Hiertegen kan derhalve geen bezwaar of beroep worden ingesteld. Wel is het de aanvrager van een vergunning natuurlijk toegestaan de aanvraag terug te trekken.
3. Onderzoek door het landelijk Bureau BIBOB
Het landelijk bureau BIBOBvalt onder het Ministerie van Justitie. Het bureau heeft inzage in een groter aantal bronnen en kan hierdoor een meer diepgaand onderzoek doen dan de gemeente. Het landelijk bureau BIBOB zal geen direct contact opnemen met de aanvrager van de vergunning of de andere bij het onderzoek betrokken personen of bedrijven. Eventuele aanvullende vragen van het landelijk bureau BIBOBzullen via de gemeente Venlo aan betrokkenen worden gesteld. Het landelijk bureau zal op basis van de uitkomsten van het onderzoek advies uitbrengen omtrent de mate van gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet BIBOB.
Indien het Openbaar Ministerie een ‘tip’ geeft dan zal de BIBOB-procedure gestart worden met een onderzoek door de gemeente. De tip-functie van het Openbaar Ministerie is in de wet BIBOB (art. 26) geregeld.
5. Welke personen en bedrijven worden in het onderzoek betrokken
In de Wet BIBOB is bepaald wie aan een dergelijk onderzoek van gemeente en bureau BIBOB kan worden onderworpen. De voornaamste personen en bedrijven [2]* zijn:
De genoemde personen en bedrijven dienen er rekening mee te houden dat in het kader van een vergunningaanvraag diepgaand onderzoek kan worden gedaan naar onder andere betrokkenheid bij witwaspraktijken en andere criminele activiteiten.
6. Wat gebeurt er met het BIBOB-advies
Het advies van het bureau zal worden gebruikt ter onderbouwing van de uiteindelijke beslissing omtrent de verlening dan wel intrekking van de vergunning. Dit betekent dat het advies kenbaar zal worden gemaakt aan de aanvrager/houder van de vergunning.
Indien een zekere mate van gevaar door het landelijk bureau wordt aangegeven, maar dit niet als ernstig wordt gekwalificeerd, of indien dit uit het onderzoek van de gemeente zelf komt, kunnen extra voorwaarden aan de vergunning worden gesteld.
Het bestuursorgaan zal, indien het voornemen bestaat een negatieve beslissing te nemen op grond van een BIBOB-advies, de betrokkene in de gelegenheid stellen zijn zienswijze naar voren te brengen. De betrokkene wordt daarbij op de hoogte gesteld van het BIBOB-advies.
Tegen de uiteindelijke beslissing van het bestuursorgaan waarin een BIBOB-advies is verwerkt kan bezwaar en beroep worden aangetekend.
7. Hoe lang moet een aanvrager op zijn vergunning wachten
De normale termijn voor vergunning verlening is ten hoogste 13 weken tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen. Indien advies wordt gevraagd aan het landelijk bureau BIBOBwordt deze termijn met vier weken verlengd. Dit kan nogmaals met vier weken verlengd worden indien het onderzoek van het landelijk bureau niet in de eerste vier weken na de indiening van het verzoek om advies, kan worden afgerond.
Dit betekent dat de beslissing op de aanvraag maximaal 21 weken duurt, tenzij zich bijzondere omstandigheden voordoen en een extra redelijke termijn wordt bepaald als bedoeld in artikel 4:14 Awb. De gemeente Venlo streeft ernaar de beslissingstermijn zo kort mogelijk te houden.
8. Publicatie en inwerkingtreding
Deze beleidsregels worden bekendgemaakt op de wijze zoals voorgeschreven in de Algemene Wet Bestuursrecht en treden op 1 januari 2010 in werking.
Op dat tijdstip worden de Bibop-beleidsregels vergunningen, zoals vastgesteld bij besluit van 9 november 2004 van burgemeester en wethouders van Venlo, ingetrokken.