Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit meldingsplicht evenementen 2010 |
Citeertitel | Besluit meldingsplicht evenementen 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene plaatselijke verordening Venlo / APV Venlo
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | nieuwe regeling | 09-02-2010 E3-journaal, 17-02-2010 | . |
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
evenement: een evenement als bedoeld in artikel 2:24 van de APV Venlo;
Dit besluit is niet van toepassing op een evenement, als bedoeld in artikel 2, indien:
De voorschriften, die zijn opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage 1, gelden voor de organisator. Deze draagt er zorg voor dat de voorschriften worden nageleefd.
Als gevolg van het ten gehore brengen van muziek, de opbouw en afbouw, mag geen onacceptabele geluidhinder voor omwonenden optreden. Op de eerste aanzegging van een controlerend ambtenaar dan wel de politie dienen aanwijzingen met betrekking tot het wegnemen van deze overlast onmiddellijk te worden opgevolgd.
Vervuiling en Gebruik Openbare Ruimte
Indien de organisator dranghekken heeft gevraagd en/of wegen worden afgesloten, dan zal door de afdeling Openbare Werken een magazijnbon worden toegezonden. De dranghekken en/of afzetmaterialen worden gratis ter beschikking gesteld. De organisator dient de materialen zelf op te halen en terug te brengen bij het op de magazijnbon aangegeven adres en op de data en tijdstippen eveneens vermeld op de magazijnbon. Wanneer er sprake is van beschadigde of kwijtgeraakte materialen worden de herstel- of vervangingskosten achteraf aan de organisator in rekening gebracht.
Bij gebruikmaking van een toiletwagen dient de organisator zelf zorg te dragen voor de aansluiting. Aansluiting op een straat- of trottoirkolk is enkel toegestaan als er sprake is van een gemengd rioolstelsel. In alle andere gevallen dient er gebruik te worden gemaakt van een toilet(wagen) die is voorzien van een eigen opvangtank.
Openbare Orde en Brandveiligheid
Bluswaterwinplaatsen (brandkranen e.d.) moeten voor de brandweer vrij en goed bereikbaar worden gehouden. Als er gebruik wordt gemaakt van brandkranen en/of andere waterwinplaatsen, moet dit zodanig gebeuren, dat de brandweer altijd zonder vertraging toch gebruik hiervan kan maken. Bluswaterwinplaatsen moeten binnen een straal van 0,75 meter rondom te allen tijde voor brandweervoertuigen bereikbaar en voor onmiddellijk gebruik gereed zijn.
Voor voertuigen van de hulpverlenende diensten (politie, brandweer, ambulance) moet altijd een vrije route zijn gegarandeerd met een breedte van tenminste 3,50 meter en een hoogte van 4,00 meter. Hekwerken die deze route blokkeren moeten snel en gemakkelijk verwijderd kunnen worden. Bouwwerken e.d. moeten tot op 40 meter afstand te bereiken zijn.
Op de tekening aangegeven plaatsen moeten kleine blusmiddelen zijn aangebracht met een vulling van tenminste 6 kg of liter blusstof. De kleine blusmiddelen moeten te allen tijde bereikbaar en voor onmiddellijk gebruik gereed zijn. Dit blusapparaat moet jaarlijks door een daartoe opgeleid persoon zijn gekeurd en van een geldig keurmerk zijn voorzien. (conform NEN 2559)
In de tent moeten, afhankelijk van het toegestane aantal personen, voldoende doch tenminste 2 (nood)uitgangen aanwezig zijn; de uitgangen moeten zover mogelijk van elkaar zijn verwijderd, doch de maximale loopafstand naar de (nood)uitgang mag niet meer dan 30 meter bedragen in een ingedeelde situatie en 20 meter (in vogelvlucht) in een oningedeelde situatie.
Hoogteverschillen groter dan 0,21 m tussen de vloer in de tent en het maaiveld buiten de tent, ter plaatse van de (nood) uitgangen, moeten worden overwonnen door een hellingbaan van stroef materiaal met een maximale hellingshoek van 6° (1:10); de breedte van de hellingbaan moet tenminste gelijk zijn aan de breedte van de uitgang, vermeerderd met 0,50 meter.
In de tent en in de directe omgeving van de nooduitgangen aan de buitenkant moeten lichtpunten zijn aangebracht, aangesloten op een noodstroombron, welke automatisch worden ingeschakeld binnen 5 seconden bij het uitvallen van de normale netspanning; de lichtsterkte van de noodverlichting (1 lux, gemeten op de vloer) moet zodanig zijn dat bij afwezigheid van voldoende daglicht (minimaal 10 lux), de tent voldoende helder verlicht kan worden om deze veilig te kunnen verlaten. De noodverlichting moet bij spanningsuitval tenminste 60 minuten blijven branden.
Boven de (nood)uitgangen dient vluchtroute aanduiding te worden aangebracht volgens de NEN 6088 en NEN-EN1838. Deze vluchtroute aanduiding moet worden uitgevoerd op transparanten. De transparanten moeten zijn aangesloten op de noodverlichtingsinstallatie en dienen permanent te branden gedurende de aanwezigheid van personen.
Het is verboden, zonder overleg met de brandweer, een tent of paviljoen in gebruik te hebben indien de weersvoorspellingen en/of weersomstandigheden dusdanig zijn of kunnen zijn dat een windsnelheid heerst of windvlagen kunnen voorkomen van windkracht 6 (zes) of hoger op de schaal van Beaufort (zie onderstaande tabel), of dat er door de regionale alarmcentrale een waarschuwing voor zwaar weer is afgegeven. Hiertoe dient de organisatie zich voor en tijdens het evenement regelmatig te informeren naar de weersomstandigheden en/of weersvoorspellingen.