Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Besluit meldingsplicht evenementen 2006 |
Citeertitel | Besluit meldingsplicht evenementen 2006 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene plaatselijke verordening Venlo, artikel 2:20a
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | 01-01-2010 | nieuwe regeling | 13-12-2005 E3-journaal, 04-01-2006 | onbekend |
Vastgesteld bij besluit d.d. 13 december 2005 van burgemeester en wethouders
Afgekondigd d.d. 04 januari 2006
In werking d.d. 01 januari 2006
Gelet op het bepaalde in artikel 2:20a van de APV van Venlo
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
evenement: een evenement als bedoeld in artikel 2:18 van de APV Venlo;
Dit besluit is niet van toepassing op een evenement, als bedoeld in artikel 2, indien:
De voorschriften, die zijn opgenomen in de bij dit besluit behorende bijlage 1, gelden voor de organisator. Deze draagt er zorg voor dat de voorschriften worden nageleefd.
Als gevolg van het ten gehore brengen van muziek, de opbouw en afbouw, mag geen onacceptabele geluidhinder voor omwonenden optreden. Op de eerste aanzegging van een controlerend ambtenaar dan wel de politie dienen aanwijzingen met betrekking tot het wegnemen van deze overlast onmiddellijk te worden opgevolgd.
Vervuiling en gebruik openbare ruimte
Indien de organisator dranghekken heeft gevraagd en/of wegen worden afgesloten, dan zal door de dienst Stadsbeheer een magazijnbon worden toegezonden. De dranghekken en/of afzetmaterialen worden gratis ter beschikking gesteld. De organisator dient de materialen zelf op te halen en terug te brengen bij het op de magazijnbon aangegeven adres en op de data en tijdstippen eveneens vermeld op de magazijnbon.
Bij gebruikmaking van een toiletwagen dient de organisator zelf zorg te dragen voor de aansluiting. Aansluiting op een straat- of trottoirkolk is enkel toegestaan als er sprake is van een gemengd rioolstelsel. In alle andere gevallen dient er gebruik te worden gemaakt van een toilet(wagen) die is voorzien van een eigen opvangtank.
Openbare Orde en Brandveiligheid
op de tekening aangegeven plaatsen moeten kleine blusmiddelen zijn aangebracht met een vulling van tenminste 6 kg of liter blusstof. De kleine blusmiddelen moeten te allen tijde bereikbaar en voor onmiddellijk gebruik gereed zij. Dit blusapparaat moet jaarlijks door een daartoe opgeleid persoon zijn gekeurd en van een geldig keurmerk zijn voorzien (conform NEN 2559);
in de tent moeten, afhankelijk van het toegestane aantal personen, voldoende doch tenminste 2 (nood)uitgangen aanwezig te zijn; de uitgangen moeten zover mogelijk van elkaar zijn verwijderd, doch de maximale loopafstand naar de (nood)uitgang mag niet meer dan 30 meter bedragen in een ingedeelde situatie van 20 meter (in vogelvlucht) in een oningedeelde situatie;
hoogteverschillen groter dan 0,21 meter tussen de vloer in de tent en het maaiveld buiten de tent, ter plaatse van de (nood)uitgangen, moeten worden overwonnen door een hellingbaan van stroef materiaal met een maximale hellingshoek van 6° (1:10); de breedte van de hellingbaan moet tenminste gelijk zijn aan de breedte van de uitgang, vermeerderd met 0,50 meter.
in de tent en in de directe omgeving van de nooduitgangen aan de buitenkant moeten lichtpunten zijn aangebracht, aangesloten op een noodstroombron, welke automatisch worden ingeschakeld binnen 5 seconden bij het uitvallen van de normale netspanning; de lichtsterkte van de noodverlichting (1 lux, gemeten op de vloer) moet zodanig zijn dat bij afwezigheid van voldoende daglicht (minimaal 10 lux), de tent voldoende helder verlicht kan worden om deze veilig te kunnen verlaten. De noodverlichting moet bij spanningsuitval tenminste 60 minuten blijven branden;
boven de (nood)uitgangen dient vluchtroute aanduiding te worden aangebracht volgens de NEN 6088 en NEN-EN 1838. Deze vluchtroute aanduiding moet worden uitgevoerd op transparanten. De transparanten moeten zijn aangesloten op de noodverlichtingsinstallatie en dienen permanent te branden gedurende de aanwezigheid van personen;
het is verboden, zonder overleg met de brandweer, een tent of paviljoen in gebruik te hebben indien de weersvoorspellingen en/of weersomstandigheden dusdanig zijn of kunnen zijn dat een windsnelheid heerst of windvlagen kunnen voorkomen van windkracht 6 (zes) of hoger op de schaal van Beaufort (zie onderstaande tabel), of dat er door de regionale alarmcentrale een waarschuwing voor zwaar weer is afgegeven. Hiertoe dient de organisatie zich voor en tijdens het evenement regelmatig te informeren naar de weersomstandigheden en/of weersvoorspellingen;
De kosten van de van gemeentewege uitgevoerde aanwijzingen, lasten en bevelen komen dan voor rekening van de organisator; de bevoegdheid tot uitvoering van bestuursdwang alsmede het verhaal van de kosten ontlenen wij aan het bepaalde in de Gemeentewet.