Organisatie | Westland |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels voor de heffing en invordering van toeristenbelasting Westland 2008 |
Citeertitel | Beleidsregels betreffende heffing en invordering van toeristenbelasting Westland 2008 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | Belastingen, retributies en heffingen |
De regeling heeft terugwerkende kracht.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2012 | 01-01-2012 | intrekking | 20-12-2011 Gemeenteblad Westland, 29-12-2011 | Gbw 2011, 73 | |
26-04-2009 | 15-04-2008 | 01-01-2012 | Nieuwe regeling | 08-04-2008 Gemeenteblad Westland 2008 nr. 15, d.d. 24-04-2008 | Besluitenlijst b&w d.d. 8-4-2008, nr. 5.3.1. |
Het college van burgemeester en wethouders van Westland;
Gelet op de artikelen 6, derde lid, 13, eerste lid en 14, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de artikelen 29 en 31 van de Invorderingswet 1990 en artikel 231, tweede lid, onderdeel a, en derde lid, van de Gemeentewet en de bepalingen van de betreffende belasting-verordening;
UITVOERINGSREGELS BETREFFENDE DE HEFFING EN INVORDERING VAN TOERISTEN-BELASTING 2008.
De belastingplichtige die niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar is uitgenodigd tot het doen van aangifte of aan wie niet binnen zes maanden na afloop van het belastingjaar of kalenderjaar een aanslag is opgelegd, is gehouden binnen een maand na afloop van die zes maanden bij de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar een schriftelijk verzoek in te dienen om te worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
Na de aanvang van het belastingjaar of het kalenderjaar kan aan de belastingplichtige een voorlopige aanslag worden opgelegd of kan van de belastingplichtige een voorlopig bedrag worden gevorderd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag of het gevorderde bedrag over dat jaar vermoedelijk zal worden vastgesteld.