Organisatie | Beek |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Bezoldigingsverordening gemeente Beek 2004 |
Citeertitel | Bezoldigingsverordening gemeente Beek 2004 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
De datum van inwerkingtreding van deze regeling is bij benadering.
Indien de bekendmaking van deze regeling vóór 22-12-2010 niet heeft plaatsgevonden, dan geldt de bekendmaking in de Maas- en Geleenbode van 22-12-2010 als officiële bekendmaking van deze regeling zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht.
Deze regeling vervangt de Bezoldigingsverordening gemeente Beek 2000
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
15-07-2005 | Nieuwe regeling | 01-07-2005 Onbekend | Onbekend |
Bezoldigingsverordening Gemeente Beek
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN BEEK;
gelet op het bepaalde in artikel 3:1 van de "Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst";
gelet op het Reglement Personeelsbeoordelingen Gemeente Beek 2004;
gelet op het instemmingsadvies van de Commissie voor Georganiseerd
23 december 2003 en d.d. 13 januari 2005;
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
Ambtenaar: de ambtenaar als bedoeld in artikel 1:1 eerste lid onder a, van de CAR/UWO.
Betrekking / functie: de betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder b, van de CAR/UWO.
Bezoldiging: de bezoldiging als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder c, van de CAR/UWO.
CAR/UWO: de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en Uitwerkings- overeenkomst (UWO), zoals vastgesteld bij raadsbesluit d.d. 13 april 1995 en sindsdien gewijzigd.
Maximumsalaris: het hoogste bedrag van een salarisschaal.
Overwerk: het overwerk als bedoeld in artikel 1:1, eerst lid onder I van de CAR/UWO.
Salaris: het salaris als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder b, van de CAR/UWO.
Schaal: de schaal als bedoeld in artikel 3:1, tweede lid onder a, van de CAR/UWO, opgenomen in bijlage II en Ha van die regeling.
Uurloon: het uurloon als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder o van CAR/UWO.
Volledige betrekking: de volledige betrekking als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid onder k, van de CAR/UWO.
Wanneer het salaris of een toelage moet worden berekend over een gedeelte van een maand, wordt het bedrag per dag vastgesteld door het maandbedrag te delen door het aantal kalenderdagen van die maand.
Het salaris van de medewerker met een onvolledige betrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van het salaris dat voor hem/haar zou gelden bij een volledige betrekking.
De salarissen van de medewerkers worden vastgesteld op de bedragen volgens de salarisschalen zoals opgenomen in bijlage II of bijlage IIa van de CAR/UWO.
Anders dan bij het aanvaarden van passende of gangbare arbeid dan wel bij wijze van disciplinaire straf, als bedoeld in de CAR/UWO, kan zonder voorafgaand ontslag voor een medewerker geen salarisschaal gaan gelden met een lager maximumsalaris dan dat van de reeds voor hem/haar geldende salarisschaal.
Het salarissysteem omvat 3 salarisschalen, te weten:
de salarisschaal bepaald volgens het gestelde bij artikel 6, tweede lid;
de salarisschaal onmiddellijk volgende op de functionele schaal.
De functionele schaal wordt de reeds in dienst zijnde ambtenaar toegekend indien de totaalbeoordeling een score laat zien van "voldoende", "goed" of "uitstekend".
Indien de totale beoordeling van een medewerker de score "onvoldoende" of "matig" aangeeft, wordt het salaris van deze medewerker binnen de voor hem/haar geldende salarisschaal niet verhoogd. In voorkomend geval zal de medewerker na ½ jaar opnieuw beoordeeld worden.
Extra periodieke verhogingen van het salaris in functionele schaal
De periodieke verhogingen in de uitloopschaal worden vervolgens om de 2 jaar toegekend, tenzij de totaalscore van de laatste beoordeling van deze periode "onvoldoende" of "matig" laat zien.
Is in geval van artikel 15 de totaalscore "onvoldoende" of "matig" en heeft de medewerker daardoor geen directe vooruitgang in het salaris, zal er na 14 jaar een herbeoordeling plaatsvinden.
Extra periodieke verhogingen van het salaris in uitloopschaal
III INSTRUMENTEN VAN FLEXIBELE BELONING
Beslissingen als bedoeld in de artikelen 20 en 21 worden t.a.v. medewerkers op voordracht van een afdelingshoofd genomen door de Gemeentesecretaris. Bij afdelingshoofden gebeurt dit op voordracht van een directielid waarbij de beslissing wordt genomen door de Pfh-P&O. Directieleden worden hiervoor voorgedragen door de Pfh-P&O waarbij het college de beslissing neemt.
IV OVERIGE TOELAGEN EN VERGOEDINGEN
Een waarnemingstoelage wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:1:2 van de CAR/UWO.
Een ieder die in het kader van de Bedrijfshulpverlening verzocht wordt zich bij te laten scholen en zich daardoor in geval van nood beschikbaar stelt, ontvangt na het behalen van het diploma BHV (bedrijfshulpverlening) een maandelijkse bruto vergoeding, berekend naar 100% van het uurloon van maximum gemeenteschaal 8 (peil november '03: € 17,96).
Een verhindering wegens afwezigheid door ziekte korter dan ½jaar zal niet van invloed zijn op het tijdstip van de beoordeling en daarmee de eventuele toekenning van periodieke salarisverhogingen.
Voor de toepassing van het bepaalde in de artikelen van hoofdstuk 7 van de CAR/UWO worden de vergoeding bedoeld in artikel 3:3 van de CAR/UWO, de overgangstoelage onregelmatige dienst, alsmede de prestatiebeloning slechts geacht te behoren tot de bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de 3 kalendermaanden of in de 13 kalenderweken, voorafgaande aan de datum waarop de verhindering tot het vervullen van de betrekking is ontstaan, gemiddeld per maand of per week is toegekend aan die vergoeding of die beloning, al naar gelang de bezoldiging van de medewerker per maand of per week wordt uitbetaald.
Voor zover de medewerker op evenbedoelde datum minder dan 3 kalendermaanden of 13 kalenderweken zijn betrekking heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem/haar gemiddeld per maand of per week is toegekend over het tijdvak waarin hij vóór het ontstaan van de verhindering in dienst is geweest.