Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Venlo

Beleidsregels/gebruiksinstructie verblijfsontzeggingen 2007

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieVenlo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregels/gebruiksinstructie verblijfsontzeggingen 2007
CiteertitelBeleidsregels/gebruiksinstructie verblijfsontzeggingen 2007
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene plaatselijke verordening Venlo

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

11-05-200724-06-2010nieuwe regeling

26-04-2007

E3-journaal, 16-05-2007

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels/gebruiksinstructie verblijfsontzeggingen 2007

 

 

I. Aanwijzing gebied

Als gebied, waar het personen, aan wie overeenkomstig deze beleidsregels/instructie een verblijfsverbod wordt opgelegd, verboden is te verblijven wordt aangewezen:

  • -

    het uitgaansgebied in de binnenstad van Venlo wordt begrensd door de Nassaustraat, Arsenaalplein, Minnebroedersstraat, Lohofstraat, Grote Kerkstraat, Bolwaterstraat, Lomstraat, St. Jorisstraat, Peperstraat, Havenkade, Wijngaardstraat, Kwartelenmarkt, Grote Beekstraat, Kleine Beekstraat, Dominicanenstraat, Spoorstraat met inbegrip van deze wegen, voor zover grenzend aan het aangewezen gebied.

Op de bij deze beleidsregels/instructie behorende bijlage is het gebied op een plattegrond aangegeven.

II. Voorwaarden individuele verblijfsontzeggingen

  • 1.

    De geadresseerde, zijnde de overlastveroorzaker, is bij de politie bekend als veroorzaker van ernstige vormen van overlast gerelateerd aan uitgaan in de binnenstad van Venlo. Onder overlast wordt het bepaalde onder III. van deze beleidsregels/ gebruiksinstructie verstaan. Dit ‘bekend zijn’ kan blijken uit een opgemaakt proces-verbaal in verband met overtredingen van het Wetboek van Strafrecht en/of Algemene plaatselijke verordening Venlo. Dit ‘bekend zijn’ kan ook blijken uit persoonlijke waarnemingen van een politiefunctionaris. In het laatste geval wordt bij een voorgenomen oplegging van een verblijfsontzegging een rapport van deze waarneming opgemaakt.

Het criterium van ‘bekend zijn bij de politie’ is een goed hanteerbaar criterium als het gaat om de identificatie van overlast veroorzakende individuen. De politie is in staat diverse persoonlijke ervaringen met het gedrag van de betrokkenen in de identificatie te betrekken. Deze bekendheid blijkt formeel uit o.a. aanhoudingen en uit verklaringen die over het overlastgevend gedrag zijn afgelegd en opgemaakte processen-verbaal.

  • 2.

    Tegen de geadresseerde dient een proces-verbaal te zijn opgemaakt terzake van overtreding van de onder II van deze beleidsregels/gebruiksinstructie genoemde strafbare handelingen.

Dit criterium is bedoeld ter versteviging van de formele juridische basis van de identificatie van het individu aan wie een verblijfsontzegging zal worden aangezegd.

Het is controleerbaar en bezit voldoende hardheid.

  • 3.

    De geadresseerde dient te worden gehoord omtrent zijn belang aangaande de aanwezigheid in het aangewezen gebied. Zijn verklaring wordt schriftelijk vastgelegd.

Indien de persoon aan wie de verblijfsontzegging gegeven moet worden, kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, wordt daarmede bij het opleggen van de verblijfsontzegging rekening gehouden, in die zin dat het verbod om in het gebied te verblijven niet geldt voor zover de aanwezigheid in het gebied een relatie heeft met het aangegeven zwaarwegende belang. Of iemand een zwaarwegend belang heeft om zich in het gebied op te houden, zal door betrokkene zelf moeten worden aangetoond. Het kan daarbij alleen gaan om belangen in de persoonlijke sfeer, te weten indien betrokkene in het gebied zijn woning heeft, zijn werk of beroep uitoefent of hulpverlenende instanties bezoekt. Zo'n aangevoerd belang zal telkens op zijn inhoud beoordeeld worden.

  • 4.

    Indien de geadresseerde in het aangewezen gebied zijn woning heeft, zijn werk heeft of zijn beroep uitoefent, wordt de kortste route aangewezen, langs welke de geadresseerde het gebied dient te betreden dan wel verlaten.

Met het zwaarwegend belang om zich in het gebied op te houden wordt rekening gehouden door in het besluit een route aan te wijzen (het betreft de kortste route naar de rand van het gebied), langs welke de geadresseerde het gebied dient te betreden dan wel verlaten.

  • 5.

    Een verblijfsontzegging is niet van toepassing op personen die zich binnen het aangewezen gebied bevinden in een openbaar middel van vervoer.

  • 6.

    In de bekendmaking van de verblijfsontzegging wordt duidelijk aangegeven voor welk tijdvak en gebied het verbod geldt. In de bekendmaking van de verblijfsontzegging wordt eenduidig aangegeven op grond van welk(e) feit(en) de persoon de verblijfsontzegging opgelegd heeft gekregen.

III. Strafbare en/of openbare orde verstorende handelingen

Bij de volgende geconstateerde strafbare feiten dan wel openbare orde verstorende handelingen wordt een verblijfsontzegging gegeven:

Een gebiedsontzegging voor bovengenoemd gebied kan enkel worden opgelegd wanneer er sprake is van:

ernstige verstoring van de openbare orde

OF

recidive van aantasting van de openbare orde middels overtreding van één van de volgende artikelen uit de APV:

EN/OF

- één van een van de hieronder genoemde artikelen uit het Wetboek van Strafrecht:

EN/OF

EN/OF

EN

  • de kans op herhaling aannemelijk is.

Hiervan is sprake indien tegen betrokkene in het afgelopen jaar al 1 of meerdere keren eerder proces-verbaal is opgemaakt voor ernstige verstoring van de openbare orde of voor overtreding van één van de hiervoor genoemde artikelen.

EN

  • de overtredingen hebben plaatsgevonden in bovengenoemd gebied.

Genoemde strafbare feiten en openbare orde verstorende handelingen liggen ten grondslag aan de verblijfsontzegging omdat hieruit kan worden geconcludeerd dat de openbare orde in het desbetreffende gebied in het geding is door de aanwezigheid van de pleger. Het is niet doorslaggevend of de feiten op straat plaatsvinden, maar er moet wel een relatie met de openbare orde zijn. Zo kan het betreden van een openbare inrichting (bijvoorbeeld een horecabedrijf) wel degelijk relevant zijn voor de openbare orde en ten grondslag kunnen liggen aan een verblijfsontzegging.

IV. Geldigheidsduur van de verblijfsontzegging

  • 1.

    Indien een persoon zich, met in achtneming van de bepalingen van deze beleidsregels/ gebruiksinstructie, voor de eerste maal schuldig maakt aan de gedragingen als bedoeld onder III wordt een verblijfsontzegging voor de duur van twee aaneengesloten weken van vrijdag 18.00 uur tot de maandagochtend daarna 06.00 uur opgelegd.

Een dergelijke maatregel moet worden gezien als een directe reactie op de verstoring van de openbare orde en is noodzakelijk te achten voor de handhaving van de openbare orde in het betreffende gebied, waarvoor de verblijfsontzegging geldt.

  • 2.

    Indien een persoon, met in achtneming van de bepalingen van deze beleidsregels/ gebruiksinstructie, zich binnen een periode van een jaar na een eerdere aan hem opgelegde verblijfsontzegging zich wederom schuldig maakt aan de gedragingen als bedoeld onder III wordt een verblijfsontzegging opgelegd voor de duur van zes aaneengesloten weken van vrijdag 18.00 uur tot de maandagochtend daarna 06.00 uur.

In deze situatie kan worden geconcludeerd dat betrokkene er een openbare orde verstorend Ieefpatroon op na houdt, waarin deze gedragingen meer dan incidenteel voorkomen; derhalve wordt de openbare orde in een relatief kort tijdsbestek zo vaak verstoord dat een verblijfsontzegging voor langere duur geboden en gerechtvaardigd is.

  • 3.

    Indien een persoon, met in achtneming van de bepalingen van deze beleidsregels/ gebruiksinstructie, zich binnen een periode van een jaar na een eerdere aan hem opgelegde verblijfsontzegging zich wederom schuldig maakt aan de gedragingen als bedoeld onder III wordt een verblijfsontzegging opgelegd voor de duur van twaalf aaneengesloten weken van vrijdag 18.00 uur tot de maandagochtend daarna 06.00 uur.

In deze situatie kan worden geconcludeerd dat betrokkene er een hardnekkig openbare orde verstorend Ieefpatroon op na houdt. De duur van twaalf weken is gebaseerd op de overweging dat de openbare orde in het betreffende gebied enkel gebaat is bij een langere periode van rust.

V. Foto

Indien de verdachte toestemming geeft, dient een foto van verdachte gemaakt te worden. Deze foto wordt toegevoegd aan de stukken betreffende de verblijfsontzegging.

VI. Registratie

Van de toepassing van de verblijfsontzeggingen wordt door de chef van de basiseenheid Venlo-Centrum van het district Venlo, regiopolitie Limburg Noord, een adequate registratie bijgehouden. De chef dient de burgemeester per kwartaal te rapporteren.