Organisatie | Venlo |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels vaste standplaatsen |
Citeertitel | Beleidsregels vaste standplaatsen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene plaatselijke verordening Venlo / APV Venlo, 5:14
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | nieuwe regeling | 05-01-2010 E3-journaal, 06-01-2010 | . |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Venlo;
gezien het voorstel van het projectcollege d.d. 3 november 2009;
gelet op de Wet samenvoeging gemeenten Arcen en Velden en Venlo;
tot vaststelling van de navolgende Beleidsnotitie voor vaste standplaatsen (gemeentegrond);
In deze notitie worden de standplaatsen, meer specifiek de vaste standplaatsen op gemeentegrond nader beschreven. Voor de incidentele standplaatsen geldt in Venlo een apart beleid, evenals voor de marktstandplaatsen (Marktverordening).
In het kader van de herindeling van de gemeente Venlo met de gemeente Arcen en Velden per 1 januari 2010 dient het vaste standplaatsenbeleid van beide gemeenten op elkaar afgestemd te worden.
In dit kader wordt gekozen voor continuering van een maximum aantal vaste standplaatsen op gemeentegrond zoals door beide gemeenten tot nu toe gehanteerd.
In de gemeente Arcen en Velden worden voor vaste standplaatsen standplaatsvergunningen afgegeven op grond van de Algemene plaatselijke verordening (verder APV) met daaraan gekoppeld een precarioverordening waarin de vergoeding voor het gebruik van de grond is geregeld.
In de gemeente Venlo worden voor de vaste standplaatsen ook standplaatsvergunningen afgegeven op grond van de APV, maar daarnaast worden de standplaatsen privaatrechtelijk verhuurd voor een periode van vijf jaar (huurovereenkomsten lopen t/m 31 december 2009).
Voorgesteld wordt om in de nieuwe gemeente Venlo per 1 januari 2010 standplaatsvergunningen op grond van de APV (publiekrechtelijk) te blijven verlenen en tevens voor alle vaste standplaatsen huurovereenkomsten (privaatrechtelijk) te sluiten voor het gebruik van de ondergrond. De precario voor de vaste standplaatsen, zoals in Arcen en Velden gehanteerd, komt daarmee te vervallen.
Op grond van artikel 5:14 APV Venlo is het verboden zonder vergunning van burgemeester en wethouders op of aan de weg of aan een openbaar water dan wel op een andere- al dan niet met enige beperking – voor publiek toegankelijke en in de open lucht gelegen plaats met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden of anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek.
Gelet op het feit dat de standplaatsen vaak al jaren door dezelfde personen en op dezelfde plaats worden ingenomen, wordt voorgesteld om de huidige situatie te handhaven.
Het standplaatsenbeleid zal dan ook grotendeels bestaan uit vastlegging van de huidige situatie. In het verleden gold voor het Venlose stadsdeel een maximumstelsel genoemd in de Algemene Verhuurvoorwaarden waarin alle standplaatsen waren beschreven.
Voordat echter wordt overgegaan tot het uiteenzetten van de genoemde onderdelen, wordt eerst het begrip standplaats nader ingevuld.
Het met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel gebruik maken van gemeente grond, teneinde in de uitoefening van handel goederen te koop aan te bieden, te verkopen of te verstrekken, dan wel diensten aan te bieden. Artikel 5:14 APV spreekt van het standplaats innemen op de openbare weg, doch deze notitie beperkt zich tot vaste standplaatsen op gemeentegrond.
1. Maximaal aantal af te geven standplaatsen
Bij de vaststelling van het aantal standplaatsen dient onderscheid gemaakt te worden tussen de verschillende stadsdelen.
In Arcen, Lomm en Velden zijn door de voormalige gemeente Arcen en Velden maximaal zes standplaatsvergunningen per kern uitgegeven voor diverse dagen van de week. Voorgesteld wordt dit te maximaliseren op vijf standplaatsen, omdat volgens vaste jurisprudentie bij meer dan vijf standplaatsen op één locatie sprake is van marktvorming. Bovendien is gebleken dat in deze kernen lang niet alle zes de standplaatsen worden ingenomen.
Het betreft “mobiele” standplaatsen, dat wil zeggen ’s morgens of ‘s middags komen met een kraam of wagen en standplaats innemen en ’s middags/’s avonds weer vertrekken. Naast een standplaatsvergunning zal er een huurovereenkomst voor het gebruik van de ondergrond worden aangeboden (conform in Venlo gebruikelijk is). Het gebruik van precario hiervoor komt daarmee te vervallen.
In de stadsdelen Venlo, Blerick, Tegelen en Belfeld zijn door de gemeente Venlo sinds 2005 de standplaatsen privaatrechtelijk verhuurd, zowel de vaste “niet-mobiele” standplaatsen als de vaste “mobiele” standplaatsen. De vaste niet-mobiele standplaatsen vallen sinds 2005 niet meer onder het vaste standplaatsenbeleid, met uitzondering van de vaste niet-mobiele frietkraam op de Kaldenkerkerweg in Tegelen (overgangsrecht). Met deze uitbater is in 2004 afgesproken dat op deze locatie de sterfhuisconstructie van toepassing is. Zodra hij stopt met zijn nering zal de standplaats dienen te verdwijnen.
De vaste mobiele standplaatsen hebben allen nog een vijfjarige huurovereenkomst met de gemeente. Deze huurovereenkomsten lopen op 31 december 2009 af. Voorgesteld wordt om deze huurovereenkomsten te verlengen voor onbepaalde tijd (in het kader van de deregulering), naast het verlenen van standplaatsvergunningen voor onbepaalde tijd.
2. Aantal af te geven standplaatsvergunningen per branche
Gelet op het feit dat het tot nu toe om bestaande standplaatsen gaat is het niet noodzakelijk het aantal vergunningen per branche vast te stellen. Voorgesteld wordt om bij opzegging van een standplaats en invulling door een nieuwe persoon, in principe dezelfde branche voort te zetten (zie onder 3.).
In Arcen en Velden is nooit met vaste branches gewerkt, er gold alleen de regel maximaal 1 per branche per kern. Dit zal worden bestendigd.
4. Tijdstippen waarop standplaatsen mogen worden ingenomen
Teneinde overlast te voorkomen dienen de tijdstippen waarop het is toegestaan standplaats in te nemen parallel te lopen met de tijden waarop (dag-)winkels geopend mogen zijn op grond van de Winkeltijdenwet. Het college van burgemeester en wethouders kan evenwel zelf het tijdstip bepalen. Ook hierbij wordt voorgesteld om de huidige tijdstippen te handhaven.
5. De toewijzing en voorwaarden voor een standplaats
De aanvraag voor een standplaatsvergunning geschiedt schriftelijk bij het college van burgemeester en wethouders. De aanvrager ontvangt dan een aanvraagformulier dat hij/zij moet invullen. Ook wordt de aanvrager verzocht bewijsstukken (o.a. kopie inschrijvingsbewijs Kamer van Koophandel, Hoofd Bedrijfschap Detailhandel, vestigingsvergunning op grond van de Vestigingswet) mee te sturen. De aanvraag wordt getoetst aan de APV Venlo en het beleid. De vergunning is vanaf 1 januari 2010 in het kadervande deregulering geldig voor onbepaalde tijd. Voor het verlenen van een vergunning zijn leges verschuldigd, naast de huurprijs voor het gebruik van de ondergrond.
Naast een standplaatsvergunning dienen de standplaatshouders een huurovereenkomst te sluiten voor het gebruik van de ondergrond van de standplaats. De standplaatshouders zijn verplicht jaarlijks een vergoeding (huur) te betalen voor het in gebruik nemen van gemeentegrond (zie Algemene verhuurvoorwaarden vaste standplaatsen 2010). De vergoedingen zijn de geïndexeerde standgelden (precario) van de voormalige gemeenten Arcen en Velden dan wel huursommen voor de standplaatsen in Venlo. Ieder jaar per 1 januari, voor het eerst per 1 januari 2011, zullen de standgelden worden herzien (geïndexeerd, 2010 = 100).
Gelet op het feit dat de huidige standplaatshouders in Venlo een vijfjarige huurovereenkomst met de gemeente hebben gesloten die per 31 december 2009 afloopt, wordt voorgesteld deze huurovereenkomsten per 1 januari 2010 te continueren en over te gaan tot het sluiten van nieuwe huurovereenkomsten met de Arcen en Veldense standplaatshouders en wel voor onbepaalde tijd (in het kader van de deregulering).
De APV is een publiekrechtelijke regeling. Verhuur van de ondergrond van standplaatsen is van privaatrechtelijke aard. Deze regelingen kunnen naast elkaar bestaan.
In de vergunning dient te worden opgenomen dat een standplaatshouder zelf aanwezig dient te zijn. Wanneer een standplaatshouder niet aanwezig kan zijn, moet hij/zij dit laten weten aan de gemeente/marktmeester. Mocht een standplaatshouder hier geen gehoor aan geven, dan krijgt hij/zij een schriftelijke waarschuwing. Bij de tweede constatering volgt een schorsing voor zes weken. De derde maal dat dit geconstateerd wordt, zal overgegaan worden tot intrekking van de vergunning.
Verder kunnen vergunningvoorschriften opgenomen worden die gericht zijn op:
nutsvoorzieningen. In principe dienen de standplaatshouders zelf zorg te dragen voor hun nutsvoorzieningen. De gemeente kan op enig moment in het kader van de verkeersveiligheid (kabels over het voetpad), het Warenwetbesluit Bereiding en Behandeling van Levensmiddelen, of een andere reden, standplaatshouders gebruik laten maken van een vast aansluitpunt voor elektriciteit. Hier kan een vergoeding voor gevraagd worden.
Indien de standplaatsvergunning om de een of andere reden komt te vervallen of wordt ingetrokken, eindigt daarmee ook de huurovereenkomst.
Tenslotte wordt opgemerkt dat er geen wachtlijst gehanteerd zal worden. Mocht er een plek vrij komen in een bepaalde branche, dan kan er eventueel in de landelijke vakbladen geadverteerd worden.
Een vergunning voor een standplaats, of een weigering daartoe is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent dat bij het voornemen een besluit te nemen dat negatief uitvalt voor de aanvrager dan wel andere belanghebbende(n), zij in de gelegenheid worden gesteld hun zienswijze kenbaar te maken. Tegen het definitieve besluit is beroep mogelijk bij de bestuursrechter.