Organisatie | Ten Boer |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie |
Citeertitel | Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Artikel 182 en artikel 185 Gemeentewet
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2006 | 01-01-2019 | Onbekend | 28-09-2005 Noorderkrant, d.d. 5-10-05 | Onbekend |
Op de externe leden van de commissie is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.
Artikel 9 Niet-deelneming in onderzoek
De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de uitvoering van een onderzoek indien daarbij hun onpartijdigheid in het gedrang kan komen.
De leden van de commissie en degenen die ten behoeve van de commissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen waarvan zij kennis nemen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker.
De commissie stelt een Reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling ter kennisname aan de raad.
Artikel 13 Werkwijze en bevoegdheden
De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van onderzoeken. Hieronder zijn ook begrepen rapporten en oordelen van toezichthoudende en inspecterende instanties, de accountant, onderzoekers in het kader van doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek door het college in het kader van de verordening ex artikel 213a Gemeentewet en anderen. De leden van het gemeentebestuur zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.
Tot de door de commissie te onderzoeken onderwerpen behoren alle gemeentelijke taken. Onderwerp van onderzoek kunnen ook zijn, indien en voor zover de gemeente uit andere hoofde over deze bevoegdheid beschikt:
organisaties, zowel publiekrechtelijk als privaatrechtelijk, waaraan het gemeentebestuur wettelijke taken heeft uitbesteed, voorzover deze taakuitoefening de belangen van de inwoners van Ten Boer rechtstreeks raakt. De commissie is bevoegd mondeling en schriftelijk informatie in te winnen bij de onder a, b, c en d genoemde organisaties.
Indien het vereiste aantal leden niet is opgekomen wordt een nieuwe vergadering uitgeschreven met dezelfde onderwerpen als voor de in het eerste lid genoemde vergadering; deze wordt gehouden uiterlijk binnen veertien dagen na de vergadering waarin het vereiste aantal leden niet aanwezig was. In deze vergadering beraadslagen en besluiten de aanwezige leden over de aanhangige onderwerpen.
De commissie stelt het college van burgemeester en wethouders en betrokkenen in de gelegenheid om binnen zes weken te rekenen vanaf het moment waarop de bevindingen aan het college zijn overhandigd hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mee) onderwerp van onderzoek is geweest. De commissie bepaalt wie als betrokkenen worden aangemerkt.
Artikelsgewijze toelichting op de Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie
Dit artikel bevat enkele definities, enerzijds om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven, anderzijds om over de uitleg eenheid van opvatting te hebben.
De omschrijving van de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid is ontleend aan de “Financiële beheersverordening gemeente Ten Boer”, vastgesteld bij raadsbesluit van 6 november 2003.
De wet laat de gemeenten vrij in hun keuze om een rekenkamer of een rekenkamerfunctie in te stellen. Gekozen is voor een rekenkamerfunctie, die wordt uitgeoefend door een rekenkamercommissie. Dat betekent dat de raad veel vrijheid heeft bij het opstellen van de verordening voor de rekenkamercommissie.
De artikelen 182 en 185 van de Gemeentewet, die gelden voor een rekenkamer, zijn eveneens van toepassing op de rekenkamerfunctie.
De raad benoemt de leden van de commissie, zowel de externe leden als de raadsleden. Om de onafhankelijkheid te waarborgen zijn er drie externe leden, waaronder de voorzitter. Gezien de betrokkenheid van raadsleden en hun kennis van achtergronden van eerdere besluitvorming worden twee raadsleden als lid van de commissie benoemd.
De zittingsduur van de externe leden wordt op zes jaar gesteld, om enige continuïteit in de commissie te creëren. Anders zou immers de situatie kunnen ontstaan dat na de raadsverkiezingen een totaal nieuwe commissie aantreedt, waarmee veel kennis en ervaring verloren kan gaan.
Artikel 81g van de Gemeentewet schrijft het afleggen van een eed of een belofte dwingend voor aan de leden van een rekenkamer. Artikel 4 verklaart artikel 81g van toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn. Raadsleden hebben bij hun installatie al de eed of de belofte afgelegd.
Een externe voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter gekozen uit de andere externe leden komt de onafhankelijke positie van de rekenkamercommissie ten goede. Anderzijds komt de betrokkenheid van de raad tot uitdrukking in de bepaling dat de raad de voorzitter van de rekenkamer in functie benoemt.
De eerste keer wordt de vergoeding voor de externe leden vastgesteld bij de benoeming van de externe leden door de gemeenteraad.
In veel gemeenten is de griffier of een griffiemedewerker secretaris van de rekenkamercommissie. Voor wat betreft zijn werk voor de rekenkamercommissie is de griffier aan deze commissie verantwoording schuldig. Onder zijn verantwoordelijkheid kunnen uitvoerende werkzaamheden worden verricht door anderen. De kosten daarvan komen ten laste van het budget voor de rekenkamercommissie (zie ook artikel 12, lid 5 en artikel 16 van de verordening).
Het artikel over het ontslag en de non-activiteit is geёnt op artikel 81c, leden 6 en 7 van de Gemeentewet. Voor eventuele externe onderzoekers geldt dat in het met hen te sluiten contract bepalingen worden opgenomen over het tussentijds beёindigen van de onderzoeksopdracht.
Dit artikel is opgenomen om de objectiviteit en onafhankelijkheid van het onderzoek te waarborgen. Het is onder meer van toepassing op de raadsleden in de commissie wanneer het handelen van de raad object van onderzoek is.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Aansluiting is gezocht bij artikel 81i van de Gemeentewet dat voorschrijft dat een rekenkamer een reglement van orde dient vast te stellen. In dit reglement kan onder meer worden bepaald dat de commissie criteria opstelt waaraan wordt getoetst of een bepaald onderwerp voor onderzoek in aanmerking komt.
De commissie is onafhankelijk en kan zelf haar onderzoeksonderwerpen bepalen. Dat de raad een verzoek tot een onderzoek kan doen, is overeenkomstig artikel 182 lid 2 van de Gemeentewet. Dit artikel is ook van toepassing op rekenkamercommissies.
Om te waarborgen dat de commissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken, is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen bij burgemeester en wethouders en de leden van de gemeenteraad. Door te bepalen dat voor een gesprek met een der ambtenaren in dienst van de gemeente de commissie zich tot het college dient te wenden, wordt voorkomen dat ambtenaren in een vervelende situatie terechtkomen. Een of meer collegeleden kunnen bij het gesprek met een ambtenaar aanwezig zijn.
Onder ‘anderen’ kunnen ook worden verstaan burgers van de gemeente Ten Boer die kunnen worden gevraagd naar bepaalde waarnemingen en waarderingen (bijvoorbeeld over de kwaliteit van de dienstverlening).
Dat onderzoeken zich ook kunnen uitstrekken tot door de gemeente gesubsidieerde instellingen e.v. is ontleend aan artikel 184 van de Gemeentewet. In verband met de bijzondere situatie van de gemeente Ten Boer is lid 4d opgenomen.
Het jaarlijks vaststellen van een verslag is bepaald in het van toepassing zijnde artikel 185 van de Gemeentewet.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Het tweede lid is opgenomen om te voorkomen dat besluitvorming eindeloos kan worden uitgesteld. In de tweede vergadering kan, als niet voldoende leden van de commissie aanwezig zijn, uitsluitend worden beraadslaagd en besloten over eerder op de agenda vermelde onderwerpen.
Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van belang dat burgemeester en wethouders en andere betrokkenen de gelegenheid krijgen om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) rapport. Indien nodig kan het rapport worden aangepast . Ingediende zienswijzen worden aan het rapport toegevoegd.
Het rapport wordt voorzien van conclusies en eventueel aanbevelingen.
Het spreekt voor zich dat de commissie gehouden is aan haar budget. Ze beschikt daarover in zelfstandigheid. De commissie legt verantwoording af aan de gemeenteraad.
De verordening treedt in werking op 1 januari 2006, uiteraard na te zijn bekendgemaakt. Feitelijk zal de commissie pas in de loop van 2006 operationeel zijn.