Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Ten Boer

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieTen Boer
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening gemeentelijke rekenkamercommissie
CiteertitelVerordening gemeentelijke rekenkamercommissie
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 182 en artikel 185 Gemeentewet

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-200601-01-2019Onbekend

28-09-2005

Noorderkrant, d.d. 5-10-05

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie

Gemeentelijke rekenkamercommissieverordening

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • a.

    Raad: raad van de gemeente Ten Boer.

  • b.

    Commissie: gemeentelijke rekenkamercommissie.

  • c.

    Voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie.

  • d.

    Secretaris: secretaris van de rekenkamercommissie.

  • e.

    Gemeente: gemeente Ten Boer.

  • f.

    Doelmatigheid: het streven om binnen de gestelde kaders met een zo beperkt mogelijke inzet van beschikbare middelen het gewenste resultaat te bereiken.

  • g.

    Doeltreffendheid: de mate waarin de gemeente erin slaagt met de geleverde prestaties de gestelde doelen of de beoogde maatschappelijke effecten te bereiken.

  • h.

    Rechtmatigheid: het in overeenstemming zijn van ontvangsten en bestedingen met de geldende wet- en regelgeving, waaronder gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en besluiten van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als rekenkamercommissie.

  • 2.

    De commissie is belast met het onderzoeken van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het gemeentelijk beleid en de rechtmatigheid van de bestedingen.

  • 3.

    De commissie bestaat uit vijf leden.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt drie externe commissieleden, waaronder de voorzitter.

  • 2.

    De raad benoemt uit zijn midden twee commissieleden.

  • 3.

    De leden van de rekenkamercommissie die tevens raadsleden zijn worden voor een periode gelijk aan de zittingsduur van de raad aangewezen.

  • 4.

    De externe commissieleden worden benoemd voor een periode van zes jaar. Na afloop daarvan kunnen zij opnieuw als lid van de commissie worden benoemd.

Artikel 4 Eed of belofte

Op de externe leden van de commissie is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Voorzitter

  • 1.

    De raad benoemt de voorzitter van de commissie in functie. De commissie wijst uit haar midden een van de andere externe leden aan als waarnemend voorzitter.

  • 2.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en de werkwijze en bevordert een zorgvuldige en controleerbare wijze van onderzoek en verslaglegging.

Artikel 6 Vergoeding

  • 1.

    De externe leden ontvangen een door de raad vast te stellen vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie.

  • 2.

    De vergoeding komt ten laste van het budget van de commissie.

Artikel 7 Secretaris

  • 1.

    De raadsgriffier is secretaris van de commissie.

  • 2.

    De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar werkzaamheden terzijde.

  • 3.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4.

    De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-activiteit.

  • 2.

    Een extern lid van de commissie wordt door de raad ontslagen

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • c.

      wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien het lid bij onherroepelijk geworden uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 3.

    Een extern lid van de commissie kan worden ontslagen indien:

    • a.

      hij blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;

    • b.

      hij handelt in strijd met artikel 81h van de Gemeentewet.

  • 4.

    Het lidmaatschap van een raadslid eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      indien het lid aftreedt als lid van de raad;

    • c.

      indien de raad van oordeel is dat het lid niet langer geschikt is de functie van commissielid te vervullen.

  • 5.

    Een extern lid wordt op non-activiteit gesteld indien:

    • a.

      hij zich in voorlopige hechtenis bevindt;

    • b.

      hij bij een nog niet onherroepelijke rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • c.

      hij onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld, ingevolge een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak.

  • 5.

    De raad beëindigt de non-activiteit zodra de grond voor die non-activiteit is vervallen.

Artikel 9 Niet-deelneming in onderzoek

De voorzitter en de leden van de commissie nemen niet deel aan de uitvoering van een onderzoek indien daarbij hun onpartijdigheid in het gedrang kan komen.

Artikel 10 Geheimhouding

De leden van de commissie en degenen die ten behoeve van de commissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen waarvan zij kennis nemen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker.

Artikel 11 Reglement van orde

De commissie stelt een Reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling ter kennisname aan de raad.

Artikel 12 Onderwerpselectie

  • 1.

    De commissie bepaalt zelf de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie ter kennisneming aan de raad gestuurd.

  • 3.

    De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad binnen 4 weken in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek voldoet, motiveert zij deze beslissing.

Artikel 13 Werkwijze en bevoegdheden

  • 1.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van onderzoeken. Hieronder zijn ook begrepen rapporten en oordelen van toezichthoudende en inspecterende instanties, de accountant, onderzoekers in het kader van doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek door het college in het kader van de verordening ex artikel 213a Gemeentewet en anderen. De leden van het gemeentebestuur zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 3.

    Indien de commissie mondelinge inlichtingen van een in dienst van de gemeente zijnde ambtenaar noodzakelijk acht, richt zij een daartoe strekkend verzoek aan het college. De ambtenaren zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    Tot de door de commissie te onderzoeken onderwerpen behoren alle gemeentelijke taken. Onderwerp van onderzoek kunnen ook zijn, indien en voor zover de gemeente uit andere hoofde over deze bevoegdheid beschikt:

    • a.

      door de gemeente gesubsidieerde instellingen, die voor minimaal 50% van hun begroting door de gemeente worden gefinancierd, over de jaren dat dit het geval is;

    • b.

      naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan de gemeente meer dan 50% van het geplaatste aandelenkapitaal houdt, over de jaren dat dit het geval is;

    • c.

      openbare lichamen en gemeenschappelijke organen, ingesteld krachtens de Wet gemeenschappelijke regelingen, waaraan de gemeente deelneemt, over de jaren dat de gemeente deelneemt in de regeling;

    • d.

      organisaties, zowel publiekrechtelijk als privaatrechtelijk, waaraan het gemeentebestuur wettelijke taken heeft uitbesteed, voorzover deze taakuitoefening de belangen van de inwoners van Ten Boer rechtstreeks raakt. De commissie is bevoegd mondeling en schriftelijk informatie in te winnen bij de onder a, b, c en d genoemde organisaties.

  • 5.

    Voor de uitvoering van het onderzoek en voor de ondersteuning van de secretaris kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 6.

    De commissie stelt elk jaar voor 1 april een verslag van haar werkzaamheden in het voorgaande jaar vast. Dit verslag wordt ter kennis van de raad gebracht.

Artikel 14 Vergaderingen

  • 1.

    De commissie vergadert zo vaak als zij dit nodig acht.

  • 2.

    De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar.

  • 3.

    De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

Artikel 15 Quorum

  • 1.

    Een vergadering wordt niet gehouden als niet ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is.

  • 2.

    Indien het vereiste aantal leden niet is opgekomen wordt een nieuwe vergadering uitgeschreven met dezelfde onderwerpen als voor de in het eerste lid genoemde vergadering; deze wordt gehouden uiterlijk binnen veertien dagen na de vergadering waarin het vereiste aantal leden niet aanwezig was. In deze vergadering beraadslagen en besluiten de aanwezige leden over de aanhangige onderwerpen.

Artikel 16 Rapportage

  • 1.
    • 1.

      De commissie stelt het college van burgemeester en wethouders en betrokkenen in de gelegenheid om binnen zes weken te rekenen vanaf het moment waarop de bevindingen aan het college zijn overhandigd hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mee) onderwerp van onderzoek is geweest. De commissie bepaalt wie als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 2.

    Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota van conclusies en aanbevelingen en de zienswijzen als bedoeld in het eerste lid van dit artikel zo spoedig mogelijk aan deraad aangeboden

    Een afschrift van het rapport wordt toegezonden aan het college en de betrokkenen.

  • 3.

    .De door de commissie uitgebrachte rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

Artikel 17 Budget

  • 1.

    De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de gemeentebegroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoedingen aan de externe leden;

    • b.

      externe onderzoekers die door de commissie zijn ingeschakeld en externe ondersteuning van de secretaris;

    • d.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie.

Bijlage

Artikelsgewijze toelichting op de Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie

Artikel 1

Dit artikel bevat enkele definities, enerzijds om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven, anderzijds om over de uitleg eenheid van opvatting te hebben.

De omschrijving van de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid is ontleend aan de “Financiële beheersverordening gemeente Ten Boer”, vastgesteld bij raadsbesluit van 6 november 2003.

Artikel 2

De wet laat de gemeenten vrij in hun keuze om een rekenkamer of een rekenkamerfunctie in te stellen. Gekozen is voor een rekenkamerfunctie, die wordt uitgeoefend door een rekenkamercommissie. Dat betekent dat de raad veel vrijheid heeft bij het opstellen van de verordening voor de rekenkamercommissie.

De artikelen 182 en 185 van de Gemeentewet, die gelden voor een rekenkamer, zijn eveneens van toepassing op de rekenkamerfunctie.

Artikel 3

De raad benoemt de leden van de commissie, zowel de externe leden als de raadsleden. Om de onafhankelijkheid te waarborgen zijn er drie externe leden, waaronder de voorzitter. Gezien de betrokkenheid van raadsleden en hun kennis van achtergronden van eerdere besluitvorming worden twee raadsleden als lid van de commissie benoemd.

De zittingsduur van de externe leden wordt op zes jaar gesteld, om enige continuïteit in de commissie te creëren. Anders zou immers de situatie kunnen ontstaan dat na de raadsverkiezingen een totaal nieuwe commissie aantreedt, waarmee veel kennis en ervaring verloren kan gaan.

Artikel 4

Artikel 81g van de Gemeentewet schrijft het afleggen van een eed of een belofte dwingend voor aan de leden van een rekenkamer. Artikel 4 verklaart artikel 81g van toepassing op commissieleden die geen raadslid zijn. Raadsleden hebben bij hun installatie al de eed of de belofte afgelegd.

Artikel 5

Een externe voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter gekozen uit de andere externe leden komt de onafhankelijke positie van de rekenkamercommissie ten goede. Anderzijds komt de betrokkenheid van de raad tot uitdrukking in de bepaling dat de raad de voorzitter van de rekenkamer in functie benoemt.

Artikel 6

De eerste keer wordt de vergoeding voor de externe leden vastgesteld bij de benoeming van de externe leden door de gemeenteraad.

Artikel 7

In veel gemeenten is de griffier of een griffiemedewerker secretaris van de rekenkamercommissie. Voor wat betreft zijn werk voor de rekenkamercommissie is de griffier aan deze commissie verantwoording schuldig. Onder zijn verantwoordelijkheid kunnen uitvoerende werkzaamheden worden verricht door anderen. De kosten daarvan komen ten laste van het budget voor de rekenkamercommissie (zie ook artikel 12, lid 5 en artikel 16 van de verordening).

Artikel 8

Het artikel over het ontslag en de non-activiteit is geёnt op artikel 81c, leden 6 en 7 van de Gemeentewet. Voor eventuele externe onderzoekers geldt dat in het met hen te sluiten contract bepalingen worden opgenomen over het tussentijds beёindigen van de onderzoeksopdracht.

Artikel 9

Dit artikel is opgenomen om de objectiviteit en onafhankelijkheid van het onderzoek te waarborgen. Het is onder meer van toepassing op de raadsleden in de commissie wanneer het handelen van de raad object van onderzoek is.

Artikel 10

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 11

Aansluiting is gezocht bij artikel 81i van de Gemeentewet dat voorschrijft dat een rekenkamer een reglement van orde dient vast te stellen. In dit reglement kan onder meer worden bepaald dat de commissie criteria opstelt waaraan wordt getoetst of een bepaald onderwerp voor onderzoek in aanmerking komt.

Artikel 12

De commissie is onafhankelijk en kan zelf haar onderzoeksonderwerpen bepalen. Dat de raad een verzoek tot een onderzoek kan doen, is overeenkomstig artikel 182 lid 2 van de Gemeentewet. Dit artikel is ook van toepassing op rekenkamercommissies.

Artikel 13

Om te waarborgen dat de commissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken, is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen bij burgemeester en wethouders en de leden van de gemeenteraad. Door te bepalen dat voor een gesprek met een der ambtenaren in dienst van de gemeente de commissie zich tot het college dient te wenden, wordt voorkomen dat ambtenaren in een vervelende situatie terechtkomen. Een of meer collegeleden kunnen bij het gesprek met een ambtenaar aanwezig zijn.

Onder ‘anderen’ kunnen ook worden verstaan burgers van de gemeente Ten Boer die kunnen worden gevraagd naar bepaalde waarnemingen en waarderingen (bijvoorbeeld over de kwaliteit van de dienstverlening).

Dat onderzoeken zich ook kunnen uitstrekken tot door de gemeente gesubsidieerde instellingen e.v. is ontleend aan artikel 184 van de Gemeentewet. In verband met de bijzondere situatie van de gemeente Ten Boer is lid 4d opgenomen.

Het jaarlijks vaststellen van een verslag is bepaald in het van toepassing zijnde artikel 185 van de Gemeentewet.

Artikel 14

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Artikel 15

Het tweede lid is opgenomen om te voorkomen dat besluitvorming eindeloos kan worden uitgesteld. In de tweede vergadering kan, als niet voldoende leden van de commissie aanwezig zijn, uitsluitend worden beraadslaagd en besloten over eerder op de agenda vermelde onderwerpen.

Artikel 16

Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van belang dat burgemeester en wethouders en andere betrokkenen de gelegenheid krijgen om te reageren op het (nog niet gepubliceerde) rapport. Indien nodig kan het rapport worden aangepast . Ingediende zienswijzen worden aan het rapport toegevoegd.

Het rapport wordt voorzien van conclusies en eventueel aanbevelingen.

Artikel 17

Het spreekt voor zich dat de commissie gehouden is aan haar budget. Ze beschikt daarover in zelfstandigheid. De commissie legt verantwoording af aan de gemeenteraad.

Artikel 18

De verordening treedt in werking op 1 januari 2006, uiteraard na te zijn bekendgemaakt. Feitelijk zal de commissie pas in de loop van 2006 operationeel zijn.