Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Gemeente Westland

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige Westland 2008

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OverheidsorganisatieGemeente Westland
Officiële naam regelingBeleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige Westland 2008
CiteertitelBeleidsregels aanwijzing belastingplichtige
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpalgemeen
Eigen onderwerpbelastingen, retributies en heffingen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Door de inwerkingtreding van deze beleidsregels zijn de beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige 2007 ingetrokken.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Verordening onroerende-zaakbelastingen, art. 1
  2. Verordening rioolrechten, art. 2
  3. Verordening reinigingsheffingen, art. 4

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerking-

treding

Terugwerkende

kracht tot en met

Datum uitwerking-

treding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201201-01-2012intrekking

20-12-2011

Gemeenteblad Westland, 29-12-2011

Gbw 2011, 71
26-04-200815-04-200801-01-2012Nieuwe regeling

08-04-2008

Gemeenteblad Westland nr. 14, d.d. 24-4-2008

-

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige Westland 2004

Het college van burgemeester en wethouders van Westland;

Gelet op Hoofdstuk XV van de Gemeentewet en het bepaalde in:

- artikel 2 van de verordening afvalstoffenheffing;

- artikel 2 van de verordening forensenbelasting;

- artikel 1 van de verordening onroerendezaak-belastingen;

- artikel 4 van de verordening rioolrechten;

Besluit:

vast te stellen de volgende:

Beleidsregels voor het aanwijzen van een belastingplichtige in een keuzesituatie 2008.

  • Algemeen

  • In sommige gevallen brengen de wettelijke regels met zich dat meer personen belastingplichtig kunnen zijn voor één belastingobject (onroerende of roerende zaak, roerende woon- of bedrijfsruimte, perceel).

  • In de gevallen waarin dat voorkomt mag de gemeente de aanslag ten name van één van de belastingplichtigen stellen. In deze gevallen hanteert de gemeente Westland een voorkeursvolgorde bij de aanwijzing van de belastingplichtige die de aanslag op zijn of haar naam krijgt.

  • Deze voorkeursvolgorde is gebaseerd op veronderstelde betaalcapaciteit en doelmatige c.q. doeltreffende heffing en invordering en wordt toegepast voor zover de gegevens voorhanden of te achterhalen zijn.

  • De in de voorkeursvolgorde neergelegde criteria bevatten geen limitatieve opsomming. Zij moeten worden beschouwd als richtlijnen voor de meest voorkomende gevallen.

  • Voorkeursvolgorde

  • 1. Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt, indien er met betrekking tot één roerende of onroerende zaak verschillende categorieën genothebbenden zijn, de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    1.1 de beperkt gerechtigde, waarbij de volgende voorkeursvolgorde geldt:

    1.1.1 de vruchtgebruiker c.q. gerechtigde krachtens recht van gebruik en bewoning;

    1.1.2 de opstaller, met uitzondering van degene die een afhankelijk opstalrecht, dan wel een opstalrecht ten behoeve van de aanleg en het onderhoud van onder- of bovengrondse leidingen heeft;

    1.1.3 de erfpachter dan wel de beklemde meier;

    1.2 de eigenaar of de appartementsgerechtigde;

    1.3 degene die op andere wijze als genothebbende naar voren komt, daaronder begrepen de bezitter.

  • 2. Met betrekking tot de gemeentelijke belastingen die worden geheven van genothebbenden krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    2.1 indien er binnen één categorie genothebbenden personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Westland wonen of gevestigd zijn:

    2.1.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    2.1.2 degene die in de gemeente woont of is gevestigd;

    2.1.3 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

    2.1.4 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

    2.1.5 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

    2.1.6 degene die bij de afdeling publiekszaken als genothebbende of gebruiker bekend is;

    2.2 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in de gemeente Westland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens elders in Nederland wonen of gevestigd zijn:

    2.2.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    2.2.2 een natuurlijk persoon boven een niet-natuurlijk persoon;

    2.2.3 bij gelijke aandelen de oudste in leeftijd;

    2.2.4 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

    2.2.5 degene die bij de afdeling Publiekszaken als genothebbende of gebruiker bekend is;

    2.3 indien er binnen één categorie genothebbenden geen personen zijn die volgens de beschikbare gegevens in Nederland wonen of gevestigd zijn, maar wel personen die volgens de beschikbare gegevens in het buitenland wonen of gevestigd zijn:

    2.3.1 degene die het grootste aandeel in het genotsrecht heeft;

    2.3.2 de eerstgerechtigde in de volgorde die door het kadaster wordt aangehouden;

    2.3.3 degene die bij de afdeling publiekszaken als genothebbende of gebruiker bekend is.

  • 3. Met betrekking tot de onroerende-zaakbelastingen van niet-woningen wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    3.1 degene die door verhuurder als huurder wordt vermeld;

    3.2 degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

    3.3 degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

  • 4 Met betrekking tot de forensenbelasting wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    4.1 degene die ook als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht wordt aangemerkt;

    4.2 degene die op andere wijze als gebruiker naar voren komt.

  • 5. Met betrekking tot het rioolrecht van gebruikers en de afvalstoffenheffing wordt de aanslag in onderstaande volgorde gesteld ten name van:

    5.1 degene die in het bevolkingsregister als bewoner van de onroerende zaak staat ingeschreven;

    5.2 voor zover meerdere gebruikers op dezelfde dsatum als bewoner zijn ingeschreven: de oudste in leeftijd;

    5.3 degene die ingevolge onderdeel 3 als belastingplichtige voor de onroerende-zaakbelastingen ter zake van het gebruik van de ondroerende zaak is aangewezen;

    5.4 degene die op andere wijze als gebruiker van het belastingobject naar voren komt.

  • 6. Indien en voor zover aanslagen van verschillende gemeentelijke belastingen worden verenigd op één aanslagbiljet, worden deze in onderstaande volgorde ten name gesteld van de belastingplichtige die: 6.1 ingevolge de onderdelen 1 en 2 kan worden aangewezen; 6.2 ingevolge onderdeel 3 kan worden aangewezen; 6.3 ingevolge onderdeel 4 kan worden aangewezen.

  • 7. De onderdelen 1 tot en met 6 vinden geen toepassing indien:

    7.1 de aanslag kan worden opgelegd aan degene die met betrekking tot het voorgaande belastingtijdvak of kalenderjaar de aanslag heeft gekregen, gezorgd heeft dat de aanslag betaald is en nog steeds belastingplichtig is;

    7.2 bij de afdeling Publiekszaken bekend is dat één van de potentiële belastingplichtigen de desbetreffende aanslag op zijn/haar naam wil hebben, althans voor zover dit niet leidt tot een mogelijke situatie dat de belasting niet kan worden betaald dan wel ingevorderd.

  • 8. Voor zover de belasting wordt geheven over een belastingtijdvak, is bij de toepassing van de voorkeursvolgorde beslissend de situatie bij de aanvang van dat tijdvak of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

  • 9. Aangezien de voorkeursvolgorde erop is gericht de aanslag op te leggen aan een belastingplichtige die in staat geacht mag worden om de belasting te betalen, kan ook tot een andere keuze gekomen worden dan uit de voorkeursvolgorde zou volgen.

  • 10. Wijzigingen kunnen - indien reeds een aanslag aan een belastingplichtige is opgelegd - pas plaatsvinden met ingang van het eerstvolgende belastingtijdvak.

  • 11. Indien in uitzonderingsgevallen, door welke oorzaak dan ook, een aanslag wordt opgelegd in afwijking van het in de voorgaande onderdelen bepaalde, is die aanslag alleen ongeldig als er sprake is van willekeur. (beroep bij de rechter is mogelijk.)

  • 12. Indien een belasting niet wordt geheven bij wege van aanslag, maar op andere wijze, is het bepaalde in de onderdelen 1 tot en met 12 van overeenkomstige toepassing.

Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze beleidsregels treden in werking met ingang van de tweede dag na die van de bekendmaking en worden toegepast met ingang van 15 april 2008.

  • 2. Deze beleidsregels worden aangehaald als 'Beleidsregels voor het aanwijzien van een belastingplichtige in een keuzesituatie Westland 2008'.

  • 3. Het besluit 'Beleidsregels tot het aanwijzen van een belastingplivchtige in een keuzesituatie' van 17 juli 2007 wordt gelijktijdig ingetrokken, met dien verstande dat het van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor de datum van 15 april 2008 hebben voorgedaan.

Ondertekening

Naaldwijk, 8 april 2008

Burgemeester en wethouders voornoemd,

de secretaris - G. Buck

de burgemeester - J. van der Tak