Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Schagen

Verordening rekenkamercommissie gemeente Schagen/Zijpe 2005

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSchagen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening rekenkamercommissie gemeente Schagen/Zijpe 2005
CiteertitelVerordening rekenkamercommissie gemeente Schagen/Zijpe 2005
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is alleen van kracht voor het grondgebied van de voormalige gemeente Schagen. De regeling is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Schagen, welke is opgeheven met ingang van 1 januari 2013. Op grond van artikel 28 van de Wet algemene regels gemeentelijke indeling behoudt deze regeling haar rechtskracht voor het grondgebied waarvoor ze is vastgesteld gedurende twee jaar, tenzij de regeling eerder wordt ingetrokken.

Gewijzigd op 25 mei 2010, publicatie in Schager Weekblad van 22-12-2010.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet, art. 81o

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

27-10-200506-11-2014Onbekend

27-09-2005

Schager Weekblad, 26-10-2005

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening rekenkamercommissie gemeente Schagen/Zijpe 2005

De raad van de gemeente Schagen/Zijpe

Gelezen het voorstel van het presidium/seniorenconvent d.d. 14 september 2005

Gezien het advies van de commissie Algemene zaken en middelen/Bestuursondersteuning/Samenlevingszaken d.d. 12/13 september 2005

Gelet op artikel 81o van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende

Verordening rekenkamercommissie gemeente Schagen/Zijpe 2005

Paragraaf 1 Begripsbepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

Rekenkamercommissie: de commissie die is ingesteld bij besluit van de raad en die ten doel heeft om door middel van beleidsevaluaties en doelmatigheidsonderzoeken een bijdrage te leveren aan de doeltreffendheid van het beoogde beleid, alsmede de doelmatige en rechtmatige voorbereiding en uitvoering daarvan;

Paragraaf 2 Taak, samenstelling en lidmaatschap van de rekenkamercommissie

Artikel 2.1 Taak van de rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een gemeentelijke rekenkamercommissie;

  • 2.

    De rekenkamercommissie voert onderzoek uit naar de (maatschappelijke) effecten van het gemeentelijk beleid en naar de doelmatigheid, doeltreffendheid van het gemeentelijke beleid, van het gemeentelijke beheer en van de gemeentelijke organisatie, naar de rechtmatigheid van het gemeentelijk beheer, alsmede naar de doelmatigheid en doeltreffendheid van instellingen waarvan de activiteiten geheel of in belangrijke mate door de gemeente worden bekostigd.

Artikel 2.2 Samenstelling rekenkamercommissie

  • 1.

    De rekenkamercommissie bestaat uit een voorzitter en twee leden die de raad van buiten de kring van zijn leden aanwijst op voordracht van een selectiecommissie voor een periode van vier jaar.

  • 2.

    De leden zoals bedoeld in het vorige lid leggen, alvorens zij hun functie kunnen uitoefenen, in een vergadering van de raad in de handen van de voorzitter van de eed (verklaring of belofte) af:

    "Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot lid van de rekenkamercommissie benoemd te worden, rechtstreeks noch middelijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gunst heb gegeven of beloofd.

    Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middelijk enig geschenk of belofte heb aangenomen of zal aannemen.

    Ik zweer (beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als lid van de rekenkamercommissie naar eer en geweten zal vervullen.

    Zo waarlijk helpe mij God Almachtig!

    (Dat verklaar en beloof ik!)

  • 3.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen van de rekenkamercommissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitvoering van de onderzoeksopzet en de werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming, het bewaken van het budget, het onderhouden van contact met de raad, ambtelijke organisatie, pers en naburige rekenkamer(commissie)s. Hij stuurt de ondersteunende medewerkers van de rekenkamercommissie aan.

  • 4.

     

    • a.

      De voorzitters en de griffiers van de gemeenteraden van Schagen en Zijpe beoordelen elk jaar het functioneren van de voorzitter van de rekenkamercommissie;

    • b.

      De voorzitter van de rekenkamercommissie beoordeelt elk jaar het functioneren van de leden van de rekenkamercommissie en rapporteert het resultaat vertrouwelijk aan de voorzitters en griffiers van de gemeenteraden.

Artikel 2.3 Einde van het lidmaatschap

  • 1.

    Het lidmaatschap van een lid eindigt:

    • A.

      op eigen verzoek;

    • B.

      bij aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de rekenkamercommissie;

    • C.

      wanneer het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • D.

      Indien het bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

  • 2.

    De leden van de rekenkamercommissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte, gebreken of ongeschiktheid niet in staat zijn hun functie naar behoren te vervullen.

Artikel 2.4 Verboden handelingen

  • 1.

    Het is de leden van de rekenkamercommissie verboden de handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 15 van de Gemeentewet. De kan, gehoord de rekenkamercommissie, een lid van de rekenkamercommissie dat heeft gehandeld in strijd met dit verbod, van zijn functie ontslaan.

  • 2

    Voor leden van de rekenkamercommissie is van overeenkomstige toepassing de door de raad voor zijn leden vastgestelde gedragscode.

Artikel 2.5 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamercommissie

  • 1.

    De leden ontvangen maandelijks een vergoeding voor hun werkzaamheden. Voor de voorzitter is deze vergoeding € 175,- en voor de leden € 150,- per vergadering.

  • 2.

    De vergoedingen als bedoeld in het eerste lid komen ten laste van het budget van de Rekenkamercommissie als bedoeld in artikel 5.

Artikel 2.6 Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de rekenkamercommissie.

  • 2.

    De secretaris staat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de rekenkamercommissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4.

    De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Paragraaf 3 De werkwijze van de rekenkamercommissie

Artikel 3.1 Reglement van orde

De rekenkamercommissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na de vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 3.2 Overleg met de raad

De rekenkamercommissie heeft minimaal twee keer per jaar overleg met de raad. In dit overleg wordt de voortgang van de onderzoeken besproken en geïnventariseerd in hoeverre de raad gebruik wil maken van zijn bevoegdheid de rekenkamercommissie een verzoek te doen tot een onderzoek.

Artikel 3.3 Onderwerpen voor en beslissing tot uitvoeren van onderzoek

  • 1.

    Suggesties tot het verrichten van een onderzoek kunnen worden gedaan door:

    • a.

      de rekenkamercommissie;

    • b.

      de raad;

    • c.

      commissies als bedoeld in artikel 82 van de Gemeentewet waaraan bestuursbevoegdheden van het college van burgemeester en wethouders zijn toegekend.

  • 2.

    De rekenkamercommissie kiest zelfstandig de onderwerpen voor haar onderzoek,formuleert de probleemstelling en de onderzoeksvragen en stelt de onderzoeksopzet vast. Deze onderzoeksopzet wordt door de rekenkamercommissie rechtstreeks ter kennisneming voorgelegd aan de raad.

  • 3.

    De rekenkamercommissie verricht minimaal één onderzoek per jaar.

Artikel 3.4 Bij de selectie van onderzoeksonderwerpen zijn de volgende criteria van belang

Het onderzoek dient:

  • a.

    maatschappelijk relevant te zijn;

  • b.

    bruikbare resultaten op te leveren (aanbevelingen);

  • c.

    toekomstgericht te zijn;

  • d.

    betrekking te hebben op de doelmatigheid, doeltreffendheid of rechtmatigheid van het beleid;

  • e.

    een substantieel financieel belang voor de gemeente te bevatten;

  • f.

    beleid te betreffen dat de gemeente kan beïnvloeden;

  • g.

    positief onderscheidend te zijn ten opzichte van andere onderzoeken (doordat het onderwerp niet eerder is onderzocht, er andere elementen onderzocht zijn of andere onderzoeken minder diepgaand / slechter zijn uitgevoerd);

  • h.

    bij te dragen aan enige evenwichtige spreiding over de gemeentelijke beleidsterreinen in de opvolgende onderzoeken

  • i.

    goed te communiceren te zijn naar de bevolking.

Artikel 3.5 Uitvoering van het onderzoek en rapportage

  • 1.

    De rekenkamercommissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De rekenkamercommissie beoordeelt zelf of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3.

    De rekenkamercommissie is bevoegd van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig heeft voor de uitvoering van het onderzoek. De rekenkamercommissie kan de bevoegdheid tot het inwinnen van inlichtingen mandateren aan medewerkers die haar bij de uitvoering van haar taak terzijde staan. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de rekenkamercommissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    De rekenkamercommissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van Bestuur kan de rekenkamercommissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken. De leden van de rekenkamercommissie en degenen die ten behoeve van de rekenkamercommissie werkzaam zijn, zijn verplicht tot geheimhouding van al hetgeen hen in hun hoedanigheid van lid, respectievelijk medewerker ter kennis is gekomen.

  • 5.

    De rekenkamercommissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 6.

    De rekenkamercommissie stelt betrokkenen en ambtenaren in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het feitenonderzoek aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De rekenkamercommissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 7.

    De rekenkamercommissie stelt het bestuur in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn die ten minste twee weken bedraagt, zijn zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de rekenkamercommissie kenbaar te maken.

  • 8.

    Na de ambtelijke hoor en wederhoor ten aanzien van de feiten (zie lid 6) en na het bestuurlijk hoor en wederhoor (zie lid 7) formuleert de rekenkamercommissie haar conclusies en aanbevelingen in een nota.

  • 9.

    Na vaststelling door de rekenkamercommissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen zo spoedig mogelijk, aan de raad aangeboden. Hierbij worden de ambtelijke en bestuurlijke reacties gevoegd. Het rapport wordt in afschrift gezonden aan het college en overige bij de totstandkoming daarvan betrokkenen. De raad bespreekt de onderzoeksresultaten op basis van het rapport en de conclusies en aanbevelingen.

Paragraaf 4 De ondersteuning van de rekenkamercommissie

Artikel 4 Onderzoeksmedewerkers

  • 1.

    De rekenkamercommissie is bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 5 (tijdelijk) onderzoeksmedewerkers aan te trekken. Als opdrachtgever treedt de gemeente op waarvoor het onderzoek wordt gedaan.

  • 2.

    Onderzoeksmedewerkers kunnen, indien de rekenkamercommissie hen daartoe de bevoegdheid toekent, alle informatie verzamelen die de rekenkamercommissie in het belang van het onderzoek nodig acht; zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en zijn alleen verantwoording verschuldigd aan de rekenkamercommissie.

  • 3.

    De rekenkamercommissie is tevens bevoegd ten laste van het budget als bedoeld in artikel 5 externe deskundigen in te schakelen. Het hiervoor in lid 2 gestelde is op de externe deskundigen dienovereenkomstig van toepassing. Als opdrachtgever treedt de gemeente op waarvoor het onderzoek wordt gedaan.

Paragraaf 5 De kosten van de rekenkamercommissie

Artikel 5 Budget

  • 1.

    De rekenkamercommissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • A.

      de vergoedingen die krachtens artikel 2.6 zijn toegekend aan de leden van de rekenkamercommissie;

    • B.

      een ambtelijk secretaris/ medewerker rekenkamercommissie

    • C.

      onderzoeksmedewerkers;

    • D.

      externe deskundigen die mogelijk door de rekenkamercommissie zijn ingeschakeld en

    • E.

      de mogelijke overige uitgaven die de rekenkamercommissie nodg oordeelt voor de uitvoering van haar taak.

  • 3.

    Indien de rekenkamercommissie vaststelt dat het bij begroting beschikbaar gestelde budget voor het doen van een onderzoek niet toereikend zal zijn, overlegt zij aan de raad een raming van de kosten met een gemotiveerd verzoek tot verhoging van het budget ten behoeve van dat onderzoek. Zij gaat geen financiële verplichtingen aan voordat de raad het bedrag van de verhoging beschikbaar heeft gesteld.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 6 Citeertitel; inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening rekenkamercommissie gemeente Schagen/Zijpe 2005.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking, met dien verstande dat de rekenkamercommissie haar werkzaamheden per 1 januari 2006 zal kunnen aanvangen.

Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schagen/Zijpe

in zijn openbare vergadering van 27 september 2005,

, voorzitter

, griffier