Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Leidschendam-Voorburg

Regeling houdende de voorschriften met betrekking tot de afgifte van gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaarten met beperkte geldigheidsduur

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieLeidschendam-Voorburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingRegeling houdende de voorschriften met betrekking tot de afgifte van gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaarten met beperkte geldigheidsduur
CiteertitelRegeling tijdelijke gehandicaptenparkeerkaart Leidschendam-Voorburg
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpruimtelijke ordening, verkeer en vervoer
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens, artikel 87

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

06-08-2009Nieuwe regeling

21-07-2009

Leidschendammer / Voorburgse Courant 6-8-2009

2009/19838

Tekst van de regeling

Intitulé

Regeling, houdende de voorschriften met betrekking tot de afgifte van gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaarten met beperkte geldigheidsduur

Burgemeester en Wethouders van Leidschendam-Voorburg;

overwegende:

dat het gewenst is aan tijdelijk lichamelijk gehandicapte inwoners van de gemeente die niet in aanmerking komen voor een Europese gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in art. 49 van het Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer (BABW) en de Regeling Gehandicaptenparkeerkaart, de mogelijkheid te bieden om in Leidschendam-Voorburg op de algemene gehandicapten parkeerplaatsen te kunnen parkeren;

 

gelet op het bepaalde in artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de volgende Regeling, houdende de voorschriften met betrekking tot de afgifte van gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaarten met beperkte geldigheidsduur.

Paragraaf 1: begripsomschrijvingen

Artikel 1
  • a.

    gehandicaptenparkeerkaart: een gemeentelijke gehandicaptenparkeerkaart met een beperkte geldigheidsduur, afgegeven op grond van artikel 87 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens, welke geldig is in de gemeente Leidschendam-Voorburg;

  • b.

    RVV: het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990.

Paragraaf 2: criteria voor afgifte

Artikel 2

Een gehandicaptenparkeerkaart kan worden verstrekt aan bestuurders en passagiers van motorvoertuigen op meer dan twee wielen en van brommobielen, wonende in de gemeente Leidschendam-Voorburg, die ten gevolge van een aandoening of gebrek een aantoonbare loopbeperking hebben van kortdurende aard (minder dan drie maanden), waardoor zij – met de gebruikelijke loophulpmiddelen – in redelijkheid niet in staat zijn zelfstandig een afstand van meer dan 200 meter aan een stuk te voet voort te bewegen.

Artikel 3
  • 1.

    Een gehandicaptenparkeerkaart wordt niet verstrekt dan nadat een door de huisarts of behandelend specialist van de aanvrager opgestelde verklaring is ontvangen met betrekking tot de handicap van de aanvrager, waaruit blijkt dat betrokkene gedurende drie maanden niet in staat zal zijn zelfstandig een afstand van meer dan 200 meter aan een stuk te voet voort te bewegen.

  • 2.

    Deze verklaring wordt achterwege gelaten, indien aan de aanvrager eerder een gehandicaptenparkeerkaart is verstrekt en op grond van de laatste verklaring die hij in verband met de afgifte van een gehandicaptenparkeerkaart heeft laten opstellen, moet worden aangenomen dat hij nog steeds voldoet aan de in artikel 2 genoemde criteria.

Paragraaf 3: geboden faciliteiten

Artikel 4

Aan houders van een gehandicaptenparkeerkaart is ontheffing verleend van de in artikel 5 genoemde parkeerverboden en -geboden in de gemeente Leidschendam-Voorburg;

Artikel 5

Houders van een gehandicaptenparkeerkaart zijn gerechtigd te parkeren:

  • a.

    gedurende ten hoogste 3 uur achtereen met gebruik van een parkeerschijf:

    • -

      op plaatsen waar een parkeerverbod geldt dat is aangeduid door middel van bord E l van bijlage 1 van het RVV;

    • -

      bij een gele onderbroken streep;

  • b.

    gedurende onbepaalde tijd:

    • -

      op plaatsen die door middel van bord E6 van bijlage 1 van het RVV zijn aangeduid als "parkeerplaats voor gehandicapten algemeen";

    • -

      in parkeerschijfzones, aangeduid door bord E10 van bijlage 1 van het RVV.

Paragraaf 4: te verbinden voorschrift

Artikel 6

Aan een gehandicaptenparkeerkaart is het voorschrift verbonden, dat de houder van de kaart daarvan geen gebruik laat maken, indien het parkeren niet rechtstreeks verband houdt met vervoer van zichzelf.

Paragraaf 5: geldigheid

Artikel 7

Een gehandicaptenparkeerkaart is persoonsgebonden en uitsluitend geldig voor het gebruik van het (de) motorvoertuig(en) waarvan het kenteken op de kaart is vermeld.

Artikel 8

De gehandicaptenparkeerkaart wordt verstrekt voor een periode van drie maanden.

Artikel 9
  • 1.

    Een gehandicaptenparkeerkaart verliest zijn geldigheid:

    • a.

      door het verloop van de geldigheidstermijn;

    • b.

      door het overlijden van de gehandicapte aan wie de kaart is verstrekt;

    • c.

      door het verstrekken van een Europese Gehandicaptenparkeerkaart aan de gehandicapte aan wie de kaart is verstrekt;

    • d.

      indien de houder niet langer voldoet aan de criteria van afgifte, dit ter beoordeling aan het College;

    • e.

      indien de houder de aan het gebruik van de kaart verbonden voorschriften niet naleeft, dit ter beoordeling aan het College;

    • f.

      door afgifte van een duplicaat.

  • 2.

    Indien tussentijds in verband met wijziging van het kenteken of het rijbewijsnummer, dan wel omdat de kaart is versleten, geheel of ten dele onleesbaar is geworden, verloren geraakt, is gestolen of tenietgegaan, een nieuwe kaart wordt verstrekt, dan geldt daarvoor de geldigheidstermijn die gold voor de vervangen kaart.

Paragraaf 6: uitvoering

Artikel 10

De gehandicaptenparkeerkaart moet zijn voorzien van

  • -

    een waarmerk;

  • -

    vervaldatum;

  • -

    kenteken(s) van het voertuig/de voertuigen waarmee de houder zich pleegt te (doen) vervoeren;

  • -

    indien van toepassing het nummer van het rijbewijs van de houder;

  • -

    handtekening van de houder.

Paragraaf 7: duplicaten

Artikel 11
  • 1.

    Indien een geldige gehandicaptenparkeerkaart is versleten, geheel of ten dele onleesbaar is geworden, verloren geraakt, is gestolen of tenietgegaan, kan een duplicaat worden uitgereikt.

  • 2.

    Indien de gehandicaptenparkeerkaart is versleten of ten dele onleesbaar is geworden, wordt een duplicaat slechts uitgereikt tegen inlevering van die kaart.

  • 3.

    Artikel 3, lid 2 van deze regeling, is van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 8: wijze van aanbrengen

Artikel 12

De gehandicaptenparkeerkaart moet op zodanige wijze achter de voorruit worden aangebracht dat de voorzijde ervan buiten het motorvoertuig behoorlijk leesbaar is.

Paragraaf 9: citeertitel, vaststelling en inwerkingtreding

Artikel 13

Deze regeling kan worden aangehaald als: Regeling tijdelijke gehandicaptenparkeerkaart Leidschendam-Voorburg.

De regeling is vastgesteld in de vergadering van het college van 21 juli 2009 en zal op de dag van publicatie in werking treden.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester

en wethouders van de gemeente Leidschendam-Voorburg

van 21 juli 2009.

 

G. Brinkman, MBA, drs. J.W. van der Sluijs

secretaris, burgemeester